De afgelopen maanden stonden volop in het teken van theoretische debatten, bureaucratische rompslomp en andere muggenzifterij, maar nu hebben we dan eindelijk de gelegenheid om te zien hoe de coördinatie tussen het permanente en wisselende voorzitterschap in de praktijk zal uitpakken. Aan de ene kant hebben we de vicevoorzitter van de Europese Commissie, de Hoge Vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, Catherine Ashton, en de Belg Karel De Gucht, eurocommissaris voor ontwikkelingssamenwerking; en aan de andere kant de vicevoorzitter van de Spaanse regering, Teresa Fernández de la Vega en de staatssecretaris voor ontwikkelingssamenwerking, Soraya Rodríguez.
Tot op heden werd Ashton een te zwak profiel en gebrek aan ervaring verweten. Maar tijdens de parlementaire hoorzitting voorafgaand aan haar benoeming bleek ze wel degelijk van de hoed en de rand te weten. Toch waren de reacties lauw: haar antwoorden waren teveel voorgekauwd zodat iedere discussie bij voorbaat in de kiem werd gesmoord. De Spaanse regering van haar kant blonk tijdens eerdere buitenlandse crises niet uit op het gebied van coördinatie. Het begin van het Spaanse voorzitterschap was enigszins turbulent te noemen en de communicatie was niet om over naar huis te schrijven.
De EU is de grootste donateur ter wereld
Het uur der waarheid is aangebroken voor beide voorzitterschappen, want iedere minuut die nu nog verloren gaat aan politieke machtsspelletjes, borstklopperij, slechte coördinatie en bureaucratische regeltjes heeft linea recta impact op de levens van duizenden mensen.
De crisis in Haïti valt toevallig precies samen met een Europese institutionele minicrisis op het gebied van mondiale ontwikkelingssamenwerking en noodhulp. Terwijl alle blikken op de capaciteit van de internationale gemeenschap zijn gericht om efficiënt hulp te verlenen in Haïti, zet het Europees Parlement vraagtekens bij de capaciteit van de Bulgaarse Rumiana Jeleva om de functie van eurocommissaris voor internationale samenwerking en humanitaire hulp te vervullen.
Dit is een van de sleutelposities in Brussel, want de Europese Unie is de grootste geldschieter op het gebied van ontwikkelingshulp en humanitaire hulp ter wereld, nog ver voor de Verenigde Staten. Maar Jeleva heeft twee blunders begaan tijdens de hoorzitting voorafgaand aan haar benoeming. Ze heeft de vragen over haar aandelen in een Bulgaars bedrijf niet bevredigend beantwoord en bovendien leek het alsof ze haar functie niet serieus nam omdat ze de zitting niet tot in het kleinste detail had voorbereid, zoals de andere commissarissen doorgaans wel hadden gedaan. Waarschijnlijk wordt Barroso hiervoor op het matje geroepen, die mag uitleggen waarom hij de verantwoordelijke taak van noodhulp heeft toevertrouwd aan iemand die afkomstig is uit het enige land van de Europese Unie dat niet beschikt over een bureau noodhulp en humanitaire noodsituaties.
Hulp moet aanvullend zijn ten opzichte van de Amerikaanse noodhulp
We zijn lichtjaren ver verwijderd van het oude Europa waarin de heilige Laurentius op een gloeiend rooster werd doodgemarteld (de tijden zijn gelukkig veranderd), maar zelfs de oude rotten in de Commissie gaven toe dat hun het vuur aan de schenen werd gelegd over de meest pietluttige details van hun portefeuille. De parlementaire verhoren voorafgaand aan de aanstelling van de nieuwe Commissie – afgekeken van de Verenigde Staten – zullen ongetwijfeld hun doel treffen. In het licht van de aantijgingen aan het adres van Brussel over gebrekkige functionering en het democratische tekort waardoor de Europese instellingen worden uitgehold, kijken heel wat landen afgunstig naar het systeem van hoorzittingen door het Europees Parlement voorafgaand aan benoemingen op sleutelposities.