De afgetreden premier Petr Nečs, die zijn mandaat als parlementslid heeft behouden, zal waarschijnlijk worden vervolgd wegens corruptie.
Politieverhoren duiden erop dat het Nečs was die in 2012 smeergeld heeft betaald aan drie dissidente parlementsleden van zijn eigen partij, die hadden gedreigd zijn regering omver te werpen. In ruil voor hun terugtreden kregen ze comfortabele posities in het bestuur van een aantal staatsbedrijven. Het dagblad zet vraagtekens bij de kansen van dergelijke beschuldigingen, “omdat er geen juridisch precedent bestaat dat het aanbod van een baan beschouwt als omkoping”.
Hoewel het onderzoek naar een onwettige opdracht aan een inlichtingendienst heeft geleid tot overtuigende aantijgingen, kan hetzelfde niet worden gezegd over deze vermeende omkopingszaak. [...] Het werk van de politie en het openbaar ministerie wekt de indruk dat wordt uitgegaan van het axioma: “Ze [de politici] stelen allemaal, dus we moeten ze maar allemaal inrekenen”. [...] Veel burgers zijn blij dat de tijd eindelijk lijkt te zijn gekomen dat “degenen aan de top” ter verantwoording worden geroepen, maar we moeten onszelf vóór alles afvragen of dit niet louter een poging is om de wensen van de samenleving te bevredigen.
Nieuwsbrief in het Nederlands