Het politieke belang van het tweede referendum over het Verdrag van Lissabon zal nog lang nadreunen. Aan meer dan 800.000 mensen, bijna een derde van de nee-stemmers in 2008, is het kiesrecht ontnomen. Dit gebeurde meer dan een jaar geleden. De regering had toen, zonder enige garantie voor haar handelen, inbreuk gemaakt op een nationaal democratisch besluit dat in onze grondwet is verankerd en een absolute waarde zou moeten hebben, zoals referenda in het verleden ook hadden.
De drie grootste partijen, Fianna Fáil, Fine Gael en Labour, die bij de vorige algemene verkiezingen de overgrote meerderheid van de stemmen hebben behaald, hebben de winnaars van het referendum de rug toegekeerd. De zege van de nee-stemmers en hun groeiende zorgen over de vraag of de daaropvolgende stappen wel legaal, eerlijk en overeenkomstig met de grondwet waren, lagen geen enkel democratisch gewicht in de schaal. Dit was een ernstige ontneming van hun kiesrecht.
Representatieve rechten van het volk in het parlement of elders vormen de pijler van elke democratie. Het besluit om terug te komen op een beslissing van de meerderheid was een doelbewuste ontneming van dit recht. De Europese Unie spande samen en verleende zelfs haar medewerking door rechtstreeks campagne te voeren, de ja-campagne financieel te steunen en feiten over het Verdrag van Lissabon doelbewust te manipuleren.
Verdrag heeft voor verdeeldheid gezorgd
Hierdoor is het resultaat onomkeerbaar gekleurd. Voor zowel de machthebbers als de oppositie is het ergste van alles echter het onontkoombare feit dat er niet één, maar twee keer een vacuüm is gecreëerd rondom de nee-stemmers.
Hierdoor vormen degenen die het Verdrag opnieuw hebben afgewezen nu een 'Vierde Macht' in de Ierse politiek. Deze boze, bedrogen, misbruikte en afgedankte kiezers vormen waarschijnlijk niet zo'n grote groep als de drie grootste partijen - vandaar de naam die ik voor deze groep gebruik - maar zijn talrijk genoeg om flink toe te slaan als zij zich organiseren en in de toekomst een stem in het politieke kapittel willen hebben. Veel mensen in Ierland, zowel ja- als nee-stemmers, zouden dit toejuichen. Sinn Féin, dat opnieuw campagne heeft gevoerd tegen het verdrag, zal dit vacuüm echter niet kunnen opvullen.
Wat de Europese Unie betreft zijn de problemen met het Verdrag van Lissabon nog lang niet voorbij. Als mechanisme heeft het Verdrag geen eendracht gecreëerd in Europa. Het heeft voor verdeeldheid gezorgd onder de 500 miljoen Europese burgers en sinds de economische crisis gaapt er een nog grotere kloof. De strakke blik die Europa op Ierland heeft gericht heeft diverse gezichten. De Ierse premier Brian Cowen heeft met zijn ja-campagne getracht deze op uiterst negatieve wijze uit te dragen. Ierland is door deze verkiezingscampagne diep verdeeld geraakt en de kloof zal niet gemakkelijk kunnen worden gedicht.