Fragment van de East Side Gallery, op de Berlijnse Muur, 2007. Foto: Brozzi / Flickr

Hereniging zonder eenheid

Omdat de Oost-Duitsers het te druk hadden met zich aanpassen aan een nieuwe maatschappij, zijn ze nooit echt in het reine gekomen met de oude DDR. En het in stand houden van de herenigingsmythe is niet de juiste manier om een echt debat aan te gaan, meent schrijver Thomas Brussig.

Gepubliceerd op 6 november 2009 om 16:08
Fragment van de East Side Gallery, op de Berlijnse Muur, 2007. Foto: Brozzi / Flickr

Sinds ik door mijn boeken bekend ben geraakt bij het grote publiek, dat wil zeggen sinds 1995, zeg ik dat het debat over de DDR op een dood punt is gebleven, of preciezer gezegd, dat dit is gewurgd door de Duitse eenheid. Het leven van bijna alle Oost-Duitsers is hierdoor zo overhoop gehaald dat er voor discussiëren over ”vroeger” geen ruimte was. Eerst had je goede verzekeringen nodig, moest je je voorbereiden op sollicitatiegesprekken, leren wat een verhuurder was. Het leven na de val van de Muur werd voor veel Oost-Duitsers zó door deze weinig romantische aspecten opgeslokt dat elke blik achterom contraproductief zou zijn geweest. Ik heb me verdiept in de sociologie om voor eens en voor altijd af te rekenen met wat Neues Deutschland [het partij-orgaan] me had ingeprent.

Slechts één op de tien vindt dat zijn leven geslaagd is

Alleen diegenen die hun plek in de nieuwe maatschappij niet konden vinden, omdat deze té anders was, konden zich veroorloven aan de DDR te denken – een land waar alle problemen die je nu niet kon oplossen niet bestonden. Bij hen heeft de nostalgie naar de DDR zijn opwachting gemaakt en heeft zich zo als een lopend vuurtje verspreid: er waren zoveel mensen die zich niet hadden kunnen aanpassen en een onbevredigend leven leidden. Hun aantal was veel groter dan in het Westen werd aangenomen. En het waren niet alleen voormalige Stasi-leden en ander rood venijn van het staatsapparaat. De fotograaf Jaochim Liebe heeft jaren na die herfst van 1989 een aantal van de mensen gevonden die destijds toevallig voor de lens van zijn camera waren gekomen. Hij heeft met ze gesproken. Van de tien gefotografeerde mensen die wilden praten, verklaarde er één dat zijn leven geslaagd was. De anderen doen wat ze kunnen, roeien met de riemen die ze hebben en klemmen hun kiezen op elkaar. En, ik zeg het nogmaals, dit waren niet de mensen die ontslagen waren uit hun functie, maar demonstranten die de val van de DDR bespoedigd hadden. Het is logisch dat van alle Oost-Duitsers er maar één kanselier kan worden, maar de eenwording zou ons een beter slagingspercentage moeten bieden dan één op tien.

Het Westen moet accepteren dat het beoordeeld wordt

Nieuwsbrief in het Nederlands

Sinds 1995 zeg ik ook dat ik geen enkele mogelijkheid op een echt debat over de DDR zie, een debat dat vergelijkbaar zou zijn met de afrekeningen die de 68’ers hebben gehad met hun ouders over het nazisme. De DDR heeft immers geen vragen achtergelaten die even monsterlijk en dwingend zijn als die van het Derde Rijk, ze heeft geen agressieve oorlog gevoerd, geen genocide gepleegd. Het ergste dat we de DDR kunnen verwijten is dat deze er een lange tijd is geweest. Net zoals we de demografische factor niet moeten onderschatten: terwijl het in 1968 een hele generatie was die uitleg eiste, is het vandaag de dag maar één vijfde van de nu studerende generatie die hun ouders in het strafbankje kunnen zetten: de rest had niets te maken met de DDR.

En toch barst het debat los. Hebben we eindelijk besloten om te zoeken naar diepgravende antwoorden? Helaas niet. Want de politici hebben nauwelijks het woord genomen of ze trekken een politiek rookgordijn op. We komen vandaag de dag niet verder dan formuleringen als ”rechtsloze staat” en ”totalitair regime” aan de ene kant en ”niet iedereen was fout” aan de andere. Dit debat laat tenminste twee nieuwe aspecten zien die het waard zijn om onder ogen te zien : ten eerste moet het Westen eindelijk accepteren dat het bekeken en beoordeeld word door het Oosten – tot nu toe was altijd het omgekeerde het geval. Met de val van de Muur heeft het Oosten voor een ogenblik de vrijheid gehad om zichzelf opnieuw uit te vinden en opnieuw te definiëren. Op de tweede plaats lijkt het erop dat nu wordt ingezien dat het gereedschap waarmee men het Derde Rijk te lijf ongeschikt is om de DDR mee te beoordelen.

Hereniging is een leugen: toetreding is geen eenwording

Hoewel het Westen zich bewust is van haar anti-constitutionele instelling, wilde het per se de grondwet [uit 1949] houden en heeft het elk debat van tafel geveegd met het argument dat het nu niet de tijd was voor ”avontuurlijke ervaringen”. De hoofdstad is Berlijn geworden, en we hebben een solidariteitspact gesloten maar, behalve dat, luidde het devies: van het westelijk front geen nieuws. Hereniging ? Eén woord, twee leugens. Er was geen sprake van hereniging: het Duitsland dat in de jaren 90 ontstond had daarvoor nooit bestaan. En een toetreding is geen eenwording. ”Het kapitalisme heeft niet overwonnen”, verkondigde een graffiti in 1990, ”het is het enige wat rest”.

De vraag over de Duitse eenheid is een mijnenveld. In het Oosten blijven de eenwording en zijn gevolgen discussiethema nummer één; in het Westen spreekt men er het liefst met geen woord over. Omdat noch het Oosten, noch het Westen er gelukkig van worden, overheerst in het land een gevoel van onbehagen. De eenwording heeft zich met zoveel hoop en vertrouwen en positieve gevoelens jegens de ander gerealiseerd! En nu ? Elke generatie heeft zijn eigen revolutie. We hebben 1968 gehad, en 1989. Met dat tempo is het bijna tijd... En zou dit keer op tafel kunnen komen wat in 1990 onder het tapijt is geveegd.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp