Toekomstige werklozen? Gediplomeerden van de universiteit van Coimbra, 2007. Foto: dda1605 / Flickr

Jong, werkloos en moedeloos

In het Verenigd Koninkrijk spreekt men van de ‘lost generation’: het zijn de 16 tot 25-jarigen die op de arbeidsmarkt komen ten tijde van crisis en recessie en die ondanks hun opleiding moeite hebben om werk te vinden en te behouden. Alles wijst erop dat dit verschijnsel in Portugal vaste voet aan de grond krijgt, waarschuwt het Portugese dagblad Público.

Gepubliceerd op 20 januari 2010 om 16:25
Toekomstige werklozen? Gediplomeerden van de universiteit van Coimbra, 2007. Foto: dda1605 / Flickr

Het verschijnsel is welbekend, meent Virgínia Ferreira van de economische faculteit van de universiteit van Coimbra (UC): "Bij onze buren in Spanje noemen ze hen "mileuristas" [zij die 1000 euro verdienen]. Hier verdienen ze maar de helft, zo rond de 500 euro." Toch lijkt het haar overdreven om van een verloren generatie te spreken: *"Het is een cliché, een uitdrukking die de complexe werkelijkheid vereenvoudigt." Er zijn steeds minder jongeren. In 1999 waren er volgens het Portugese bureau voor de statistiek 3,1 miljoen, waarvan 48% 15-24 jaar (1,5 miljoen). In 2008 waren het er 327.000 minder, en het grootste deel van die afname (295.000) zit in de laatste leeftijdscategorie. Het is overigens de best opgeleide generatie in onze geschiedenis. In het schooljaar 2007-2008 waren er 377.000 studenten in het hoger onderwijs ingeschreven, dat wil zeggen een toename van 20% ten opzichte van 1995-1996. Aan het einde van dat jaar kwamen er 83.000 gediplomeerden van de Portugese universiteiten op de arbeidsmarkt, 16% meer dan het jaar ervoor. Maar "de eerdere generaties vonden gemakkelijker werk", meent Carlos Gonçalves, die de inzetbaarheid van afgestudeerden van de universiteit heeft onderzocht. Tegenwoordig duurt dat langer, en degenen die het lukt, krijgen meestal een tijdelijk contract of gaan aan het werk als "recibos verdes*" ["groene facturen", verwijzend naar de groenkleurige nota's van zelfstandigen, maar tegenwoordig wordt dit gemeengoed en is het symbolisch voor de onzekerheid op de arbeidsmarkt in Portugal]. Een ander typisch voorbeeld: iemand met een bachelordiploma die werkt in een callcenter.

Voor Elísio Estanque van de economische faculteit van de UC bestond er vroeger "*toekomstperspectief gekoppeld aan leren". De studenten probeerden te doen wat ze graag wilden, probeerden een roeping te volgen. Maar vervolgens is het onderwijs "gedemocratiseerd, verkwanseld". De garanties zijn in rook opgegaan. En de crisis heeft de kloof vergroot. Tegenwoordig "gaat het er vooral om of je met een opleiding wel of niet een baan kunt krijgen. Maar vreemd genoeg, hebben studenten tegenwoordig meer moeite om tot betere resultaten te komen [na hun studie]"*. Dit lot treft niet alleen mensen met een universitaire opleiding, maar ook de lager opgeleiden – dagelijks gaan er bedrijven failliet en sluiten fabrieken hun deuren.

"Iedereen is gedeprimeerd bij gebrek aan toekomstperspectief"

De overgang van jeugd naar volwassenheid is tegenwoordig ook heel anders. Jongeren moeten bij hun ouders blijven wonen. Ze stellen grote stappen uit tot later, bijvoorbeeld een huis kopen of een gezin vormen, merkt Virgínia Ferreira op. En iedereen verlangt vurig naar een onzekere baan. Niet liever een onzekere dan een andere, nee, een onzekere omdat er geen andere is. "Om mij heen is iedereen gedeprimeerd, omdat er geen enkel perspectief is en geen bevredigend werk", bekent Sara Gamito van de beweging Precários Inflexíveis. "Iedereen voelt zich met handen en voeten gebonden en verliest de moed".

Nieuwsbrief in het Nederlands

"Ook al zijn we niet slechts wie we zijn door wat we doen in het dagelijks leven, toch speelt werk een fundamentele rol in de vorming van de persoonlijkheid", benadrukt Sofia Marques da Silva van de faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen van de universiteit van Porto. "En het salaris is een essentieel element om toegang tot goederen te krijgen en de overstap van de ene levensfase naar de andere te maken. Zonder salaris is er een gevoel van teruggang, ook van de waardigheid". Sofia Marques da Silva wil niet spreken van een ‘verloren’ generatie, maar ze is ervan overtuigd dat "deze generatie veel moeite heeft om projecten op te zetten, om zich voor te stellen wat ze in de toekomst gaat doen".

Haar tijdsgevoel is op het heden gericht, wat Sofia Marques da Silva als "gevaarlijk" beschouwt: "Iemand die zich geen fases in zijn leven kan voorstellen, wil soms maar één ding, en dat is genieten van het hier en nu". Er is niet echt sprake van opstandigheid, zoals in andere Europese landen, maar de criminaliteit neemt wel degelijk toe. Elísio Estanque stelt vast dat er vervreemding optreedt en maakt zich zorgen over de toestand van de democratie. In de eerste plaats omdat het systeem niet kan functioneren zonder de basis van verkiezingsdeelname, maar vooral omdat verbindingen essentieel zijn om het mechanisme soepel te laten draaien. "Jongeren leggen weinig zin aan de dag om te participeren: ze zijn geconditioneerd door angst".

We moeten echter niet generaliseren. Er klinkt ook protest, op blogs of in bewegingen bijvoorbeeld, zegt Cristina Andrade van Fartos d’Estes Recibos Verdes [genoeg van de "groene facturen"]. Maar volgens Sofia Marques da Silva klinkt er vooral *"een beangstigende gedweeheid in door. Bedrijven vinden jongeren volgzaam. Ze accepteren alles." Tijdens een onderzoek in de Casa de Juventude [equivalent van de Nederlandse jongerencentra] van Matosinhos in de buurt van Porto hoorde de onderzoekster de volgende opmerkelijke uitspraak: "Voor ons blijven er slechts kruimels over.*"

Europa

Thuis blijven wonen of niet?

Niet alleen in Portugal zijn er veel jongeren die bij hun ouders moeten blijven wonen omdat ze geen geld hebben voor een eigen woning. In Spanje woont 72% van de jongeren tussen de 20 en 30 jaar in het ouderlijk huis, in Italië 70% en in Ierland 61%. In Zweden daarentegen woont slechts 18% van de jongeren nog bij hun ouders, iets minder dan in Groot-Brittannië (28%) en in Frankrijk (35%). Als de jongeren werk vinden neemt het percentage af, maar de opkomst van onzekere banen (uitzendwerk, contracten voor bepaalde tijd, werk op projectbasis), met name in Italië en Spanje, “frustreert nog steeds de hang naar autonomie die de jongeren hebben”, aldus de Italiaanse krant La Repubblica. Volgens deze krant hangt het besluit van een jongere om op zichzelf te gaan wonen voornamelijk samen met het sociale vangnet: “Daar waar geen studentenuitkeringen zijn of uitkeringen voor instromers op de arbeidsmarkt, is thuis blijven wonen vaak de enige optie”. Andere factoren zijn “tradities en gezinssituaties, het opleidingsniveau en de studieduur”.

"In Italië, net als in Spanje en Griekenland, hangt het sociale vangnet voor een groot gedeelte af van het gezin, en de meeste gezinnen hebben geen geld om een uitwonend kind te onderhouden”, zegt Chiara Saraceno, co-auteur van het eerste vergelijkend onderzoeksrapport over gezinnen, werk en sociale netwerken in Europa in een interview met de Italiaanse krant: "Elders, in Noord-Europa, waar studiebeurzen gemeengoed zijn en de criteria om een beurs te krijgen minder streng, en waar er een echt sociaal vangnet is, wordt het als abnormaal gezien als een jongere bij zijn ouders woont. Jongeren vertrekken dan ook naar gebieden waar de huren betaalbaar zijn”, legt ze uit. “Britten, Zweden, Fransen en Ieren zijn bereid om zich in de schulden te steken om hun huur te betalen, maar de Spanjaarden en de Italianen geven de voorkeur aan het ouderlijk huis”. Bovendien “speelt religie een rol: in katholieke landen is het huwelijk nog steeds de voornaamste reden waarom men bij zijn ouders weggaat”, aldus La Repubblica.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp