Het Europees Monetair Fonds, een bank voor noodlijdende Europese lidstaten. Foto: Erik Dreyer

EMF: één voor allen, allen voor één!

Het idee van een Europees Monetair Fonds krijgt langzaam aan steeds meer bijval. Met het fonds zouden landen zoals Griekenland te hulp kunnen worden geschoten die op het punt staan onder hun schuldenlast te bezwijken en zo de stabiliteit van de euro ondermijnen. Tegenstanders, met name in Duitsland, mogen niet vergeten dat Europa zich ten tijde van de hereniging ook solidair heeft opgesteld.

Gepubliceerd op 15 maart 2010 om 16:02
Het Europees Monetair Fonds, een bank voor noodlijdende Europese lidstaten. Foto: Erik Dreyer

Op 15 en 16 maart buigt Europa zich opnieuw over de stand van zaken in Griekenland; de ministers van Financiën beraden zich over een aantal manieren om Griekenland noodhulp te verschaffen, waarbij er sprake zou zijn van 20 à 25 miljard euro... Maar eigenlijk buigt het zich vooral over zichzelf. De Griekse premier, George Papandreou, heeft Europa een grote dienst bewezen door de overgang naar een ware economische unie in een hogere versnelling te brengen. Nadat hij in zijn eigen land een zeer strikt bezuinigingsplan erdoor heeft gekregen, probeert hij nu de financiële instellingen aan te pakken die ten nadele van de euro speculeren. Bovendien heeft hij de Europese Unie voor haar verantwoordelijkheden geplaatst: als zij zich niet houdt aan de bepalingen in de overeenkomst, dat wil zeggen Griekenland bijstaan in tegenspoed, zal het de hulp inroepen van het Internationaal Monetair Fonds. In dat geval zal de eenheidsmunt op het wereldtoneel haar spankracht verliezen.

De openbare discussie heeft sindsdien een onverwachte wending genomen. Nu staat niet meer het gevaar van Griekenland centraal (dat in hoge mate is overdreven: de Griekse economie vertegenwoordigt namelijk slechts 0,3% van de eurozone), maar is het vooral noodzaak dat Europa daadkracht aan de dag legt. Iedereen komt met mogelijke oplossingen voor het meer dan waarschijnlijke geval waarin Griekenland steun nodig heeft om te voorkomen dat uitgiftes van staatsobligaties opnieuw een hoge vlucht nemen en het land daarna niet meer aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen.

Met flinke reserves kunnen tegenslagen worden opgevangen

De Griekse kwestie is niet louter een binnenlandse aangelegenheid voor Griekenland, het gaat om de euro. Meer dan ooit is het van groot belang om de mechanismen van de monetaire unie kracht bij te zetten en een dwingende economische unie te laten ontstaan die veel minder ruimte laat voor vrijwilligheid. Een van deze permanente en preventieve mechanismen zou een noodfonds kunnen zijn waarmee landen die in de problemen zijn geraakt, steun kunnen krijgen. Voor een dergelijk fonds zouden zeer strikte toegangsvoorwaarden moeten gelden (om iedere verleiding van laksheid en wanbeheer in de kiem te smoren), maar deze voorwaarden moeten ook duidelijk en universeel zijn.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Logischerwijs zou dit fonds moeten worden gefinancierd uit de gemeenschapsbegroting: met flinke reserves kunnen tegenslagen worden opgevangen en kan snel worden gereageerd, zoals Washington ook heeft gedaan na de ondergang van de bank Lehman Brothers.

Daniel Gros, directeur van een van de meest gerenommeerde denktanks in Brussel, het Center for European Policy Studies (CEPS) heeft onlangs een variant van dit idee uiteengezet in een document dat hij in samenwerking met een belangrijk econoom van de Deutsche Bank, Thomas Mayer, heeft opgesteld met de titel Towards a Euro(pean) Monetary Fund ["Naar een Europees Monetair Fonds"].

Duitsland zou het voortouw moeten nemen

Dit EMF zou de Europese tegenhanger van het IMF zijn, dat volgens de auteurs geen helpende hand mag bieden. Want als het land, dat zich in een crisis bevindt, uiteindelijk hulp krijgt van buiten de grenzen (zoals Argentinië in 2001), kan het geen discipline meer worden opgelegd - waarna het drama van de euro eindigt in een tragedie. Met het EMF zou Europese solidariteit geen dode letter meer zijn. Paradoxaal genoeg zou het fonds worden gefinancierd door de landen die de regels van Maastricht het minst nauw nemen, en dit aspect van het voorstel leidt tot heel wat tweestrijd.

Griekenland heeft moeten aantonen dat het de zaken serieuzer kon aanpakken, maar nu is het moment aangebroken waarop Duitsland het voortouw moet nemen en zijn woede opzij moet schuiven als nettobetaler die is geschaad door een vals spelende klaploper - te weten Athene - die zijn boekhouding heeft vervalst en zich niet aan de afspraken heeft gehouden.

Het zou verstandig zijn om het algemeen belang nu voorop te laten staan in plaats van autoritair op te treden. Iedereen heeft namelijk de vruchten geplukt van de monetaire unie, die stabiliteit heeft gebracht, waardoor interne strubbelingen en externe speculatie 10 jaar lang buiten de deur zijn gehouden, die heeft gezorgd voor lagere rentetarieven, waardoor de eenheidsmunt internationaal een rol heeft kunnen spelen, die in tegenstelling tot de mark een reservevaluta is geworden, en waardoor lidstaten ertoe zijn aangespoord om hun overheidsfinanciën op orde te brengen.

Ook nettobetalers hebben geprofiteerd van de eurozone

Voor minder welvarende landen, de netto-ontvangers van Europees steun (waaronder de landen rond het Middellandse-Zeegebied), was het structuurbeleid inderdaad een essentieel middel voor toegang tot de euro. Zij hebben veel steun ontvangen voor modernisering, ter hoogte van gemiddeld 1% van hun BNP per jaar. Maar in ruil daarvoor hebben Duitsland en andere nettobetalers hun handelsoverschot weten te consolideren doordat het bedrijfsleven toegang kreeg tot minder ontwikkelde markten. Zo rijden er nu Duitse metrostellen van Siemens in Athene en varen er Frans-Italiaanse FREMM-fregatten voor diverse missies in Piraeus.

Europa heeft ook de hereniging van Duitsland gesteund. De deelstaten van de voormalige DDR ontvangen ook steun uit de structuurfondsen. Voor de samenvoeging van de Oost-Duitse en de West-Duitse mark is doelbewust een strikt monetair beleid met hoge rentetarieven gevoerd, dat in alle landen ten uitvoer is gelegd. Bovendien heeft de Europese Unie Duitsland (en Frankrijk) toegestaan de limieten van het stabiliteitspact in 2003 te overschrijden. Het is zelfs opgeschort en de regels zijn in 2005 aangepast zodat "financiële bijdragen […] aan de eenwording van Europa" niet in de boekhouding behoefden te worden opgenomen. Een op maat gesneden regeling! Dus ja, één voor allen, maar ook allen voor één.

Tegenargument

Een EMF is een slecht idee

Er zijn "belangrijke redenen te bedenken om het EMF niet op te richten”, aldus economisch commentator Janne Chaudron in Trouw. Het niet-respecteren van het Stabiliteits- en Groeipact laat zien dat “in tijden van crisis elk land de grens van 3% overschrijdt [de percentagegrens van het betgrotingstekort] , en boetes worden al lang niet meer opgelegd”.

Ten tweede, en belangrijker nog, zullen de landen uit de eurozone de begrotingsdiscipline gemakkelijk laten varen omdat ze weten dat ze toch wel gered worden door het EMF”, waarschuwt ze. “Dat Griekenland momenteel zulke drastische maatregelen – het korten van de lonen, het verhogen van de pensioenleeftijd - doorvoert, heeft er alles mee te maken dat het land niet anders kan omdat andere landen niet bereid zijn bij te springen. Dat is alleen maar te prijzen. Die hervormingen zijn hard nodig om de economie weer levensvatbaar te maken. Niets doen, heeft daarom meer impact dan de oprichting van een EMF”.

Wolfgang Münchau is van mening dat het EMF “slechts een rookgordijn” is. In de Financial Times schrijft hij dat “het fonds de lidstaten in staat stelt om de eurozone uit te stappen zonder de Europese Unie te verlaten. Het gaat er niet om landen die problemen hebben te hulp te schieten, maar om ze te helpen eruit te stappen”. Voor de oprichting van een EMF, een idee van de Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble, is een wijziging van de Europese verdragen nodig. Münchau concludeert daaruit dat er twee mogelijke scenario’s zijn: het eerste scenario is dat van “een monetaire unie van zestien landen of meer, die ook belastingtechnisch geharmoniseerd zullen zijn”, maar dat idee zal onmogelijk te aanvaarden zijn door alle landen. Het tweede scenario is dat van een monetaire unie van landen die dezelfde economische eigenschappen hebben, maar “slechts een klein aantal landen is in staats om politiek en economisch gezien een monetaire unie met Duitsland te vormen”. Daarom, meent Münschau, lijkt het EMF sterk op een manier om alle landen die hiertoe niet in staat worden geacht, uit te sluiten.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp