Nieuws Verenigd Koninkrijk

EU-referendum, Cameron trapt er in

Een referendum over het Britse EU-lidmaatschap is een klassiek gespreksonderwerp binnen de Britse politiek. Maar door hierin mee te gaan, legt premier David Cameron zichzelf onnodig veel druk van zijn eurosceptische bondgenoten op, zonder er in politiek opzicht iets bij te winnen.

Gepubliceerd op 3 juli 2012 om 15:08

Problemen in de Europese Unie betekenen onveranderlijk problemen voor de Britse regering, ongeacht de politieke samenstelling ervan. De eurocrisis is een prachtig voorbeeld. Door het benadrukken van de eeuwige denkfout in de eenheidsmunt, de onmogelijkheid om zoveel ongelijksoortige nationale economieën financiële discipline op te leggen, krijgt de toegewijde club van Britse eurosceptici de kans om “ik heb het toch gezegd” te roepen. Bovendien zou de voor de hand liggende oplossing, nauwere fiscale samenwerking, een domino-effect kunnen hebben dat de bevoorrechte positie van de City in Londen bedreigt. Daarmee hebben de eurosceptici een argument in handen dat ze niet aarzelen aan te grijpen.

De speech van [de voormalige, eurosceptische minister van Defensie] Liam Fox voor de Taxpayers' Alliance was de meest recente aanval van een tak van de Conservatieve Paritij die, gehinderd door de beperkingen van zijn coalitie, probeert zijn frustraties bot te vieren door gemene zaak te maken met een weer oplevend Ukip [rechtse eurosceptische partij] . Nu wordt er geroepen om een referendum, maar waarover dat moet gaan is echter niet helemaal duidelijk: de aard van de relatie met de EU of over het al dan niet verlaten ervan? Tot nu toe zijn ze, zoals gewoonlijk, voorspelbaar, en nog even ontmoedigend.

Premier heeft onverstandig toegehapt

Wat echter nog veel ontmoedigender is, is de onverstandige manier waarop de premier heeft toegehapt. Tot voor kort slaagden hij en de minister van Financiën erin om min of meer geloofwaardig te beweren dat het goed voor het Verenigd Koninkrijk was om buiten de euro te blijven, maar dat ze er ook belang bij hadden dat de euro zou slagen. Dit was niet de eenvoudigste boodschap om over te brengen, maar het was ook niet de moeilijkste: de moeilijkheden van de euro zijn onvermijdelijk schadelijk voor de Britse economie, maar het uiteenvallen van de euro zou de schade oneindig veel groter maken. Cameron zou het bij deze boodschap moeten laten en de roep om een referendum moeten negeren; als uitvlucht zou hij nog altijd de Liberale Democraten de schuld kunnen geven.

Door zich voor te doen alsof hij onderhandelt met degenen die een referendum willen, zoals Cameron in de Sunday Telegraph deed, blijven ze echter bij hun eis, en worden ze aangemoedigd die nog luider kenbaar te maken om vervolgens verbolgen te reageren als blijkt dat er niets gebeurt. En dat is wat er aan de hand was. Wat de eurosceptici uit Camerons artikel concludeerden, was dat hij openstond voor een referendum over Europa, zelfs al werd die stelling, net als vele anderen, uit zijn verband gerukt. Wat hij werkelijk zei is dat hij “niet tegen referenda over Europa” was, hij zijn niet dat hij er een uitdrukkelijk voorstander van was.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Cameron zaait in Europa alleen maar meer twijfel

De premier was duidelijk over zijn verzet tegen “het eerst mogelijke in/uit referendum”, maar hij stopte net voordat hij een dergelijk vooruitzicht helemaal zou uitsluiten. Eén en ander leidde ertoe dat de hoop op een referendum weer opleefde bij degenen die tegen het EU-lidmaatschap zijn, slechts een paar dagen nadat hij die hoop in Brussel de grond in had geboord. Aan de indruk van zwakheid in het vooruitzicht van een eurosceptische voorsprong werd zo ook nog eens politieke onsamenhangendheid toegevoegd. En ook tijdens zijn aanwezigheid in het Lagerhuis gisteren deed Cameron niet veel om de zaken te verhelderen.

De premier zou toch moeten weten hoe overhaaste toezeggingen aan de eurosceptici in zijn partij hem kunnen blijven achtervolgen. Door zijn belofte na te komen om de conservatieve parlementsleden uit de centrumrechtse coalitie te werken, schokte hij zijn natuurlijke bondgenoten in Europa en ondermijnde hij de invloed van Groot-Brittannië. En door onduidelijk te blijven over een referendum, zal hij in Europa alleen maar meer twijfel zaaien over zijn eigen en de Britse betrokkenheid. Een premier met een respectabele meerderheid heeft de luxe zich afzijdig te kunnen houden van partijzucht binnen zijn partij, en dat geldt zelfs nog meer binnen een coalitie. De eurocrisis is op zich al erg genoeg, zonder dat Cameron zichzelf toestaat er ook nog een Brits politiek drama van te maken.

Opinie

De brandende vraag is: “Erin of eruit?”

Met al het gepraat over heronderhandelen [over de relatie tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk] slaat de plank mis. Waar het werkelijk om gaat, is of Groot-Brittannië EU-lid wil zijn of niet”, schrijft Philip Johnson in The Daily Telegraph. Hij herinnert zijn lezers uitvoerig aan de campagne voor het referendum dat in 1975 in het Verenigd Koninkrijk gehouden werd over EU-lidmaatschap van de toenmalige Europese interne markt. Hij schrijft verder:

Mensen die denken dat we een referendum kunnen houden zonder de vraag te stellen “erin of eruit?”, direct of indirect, houden zichzelf voor de gek. We zullen getuige zijn van een herhaling van 1975. De regering zal zich een reeks doelen stellen voor heronderhandeling, waarvan ze sommigen zal bereiken maar het merendeel niet. Vervolgens zal ze het Britse volk aanraden dat het Verenigd Koninkrijk binnen de EU moet blijven op basis van die voorwaarden. Hoe graag David Cameron zichzelf ook als euroscepticus wil profileren, hij staat niet op het punt om de ruggegraat van het Britse buitenlandbeleid van de laatste zestig jaar over boord te gooien.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp