Nieuws Portret van de Week
Ondernemer Antonio Presti heeft het opgenomen tegen conventies, corruptie en doodsbedreigingen van de Cosa Nostra in verband met openbare kunstwerken op zijn geboorte-eiland Sicilië.

Antonio Presti, mecenas maakt vuist tegen de maffia

Deze Siciliaanse ondernemer investeert al dertig jaar het grootste deel van zijn kapitaal in artistieke projecten. Hij trotseert conventies, corruptie en Cosa nostra, en wil daarmee “de burgers helpen hun omgeving te respecteren” en hen via kunst "hun identiteit doen hervinden".

Gepubliceerd op 23 april 2010 om 11:05
mammananna  | Ondernemer Antonio Presti heeft het opgenomen tegen conventies, corruptie en doodsbedreigingen van de Cosa Nostra in verband met openbare kunstwerken op zijn geboorte-eiland Sicilië.

Ik bied cultuur en schoonheid zonder er iets voor terug te vragen”, verzekert hij. “Dat is een gave van me, dat zit in mij. Maar iets dergelijks op Sicilië doen, is subversief. Als je niets terugvraagt, kunnen de zwijnen je niet elimineren. Politici kunnen je niets verbieden. De kerk kan je niet tegenhouden.” Nadat hij ons de magische stalen piramide van zijn vriend, de beeldhouwer Mauro Staccioli, heeft laten bewonderen, hoog op de top van een berg die boven de Tyrrhenische zee en de Eolische eilanden uitsteekt, vertelt Antonio Presti ons op natuurlijke toon en in eenvoudige woorden zijn verhaal. Met de zelfverzekerdheid van iemand die weet dat hij gewonnen heeft.

Presti is 1957 geboren in Messina en hij pleegt al 30 jaar verzet. Als hij 21 is besluit hij het fortuin, geërfd van zijn vader – een ondernemer openbare werken die samenwerkte met lokale politici en de bazen van Cosa Nostra – te gebruiken om het maffiose systeem op het eiland mee te bestrijden. Hoe? Door te investeren in cultuur. Zijn eerste project heette La fiumara d’arte [De rivier van kunst]. Het hield in dat er een beeldenpark werd gebouwd, het grootste van Europa, van de bergen van de Valle dei Nebrodi, bij Pettineo, het dorp van zijn vader, tot aan de noordkust van het eiland.

Aangeklaagd voor illegale bouw

Het is 1982. Presti probeert dan steun te krijgen van de burgemeesters van de regio, hij doet een beroep op Italiaanse en buitenlandse kunstenaars, en begint sculpturen te plaatsen die hij aan gemeenten schenkt. Een grote vagina symboliseert de geboorte van het project dat eindigt in een droge rivierbedding met een monumentale sculptuur in zwart en wit, van kalksteen en lava, dat de dood voorstelt.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Enkele maanden later wordt Presti aangeklaagd voor illegale bouw en ongeoorloofde toeëigening van terreinen. Gemeentebesturen eisen de sloop van de kunstwerken. “Het was paradoxaal, in een land waar iedereen al decennia lang zonder vergunning bouwt, met zeer gereglementeerde illegale commissies”, is zijn commentaar. Het proces duurt 23 jaar. In 2007 geeft het opperste gerechtshof hem ten slotte gelijk. Tegenwoordig is La fiumara legaal. Er worden ongeveer twintig werken van bijzondere schoonheid geëxposeerd, de autonome regio Sicilië heeft een toeristische route uitgezet rond de locatie en Presti heeft bij Staccioli een ijzeren en stalen piramide besteld om op de rand van een klif te zetten “als een teken van overwinning, van herwonnen vrede”.

In moeilijkere tijden werd hij met de dood bedreigd

Het werk is begin deze maand onthuld met een groot feest dat Presti enkele kilometers verderop heeft gegeven in een van zijn andere waargemaakte dromen: het hotel Atelier Sul Mare, gelegen in een prachtig haventje, Castel di Tusa. Het is een klein hotel met nauwelijks 100 bedden en 40 zeer bijzondere kamers. Kunstenaarskamers. Presti heeft het gebouw in 1990 leeggemaakt en de inrichting van iedere kamer aan een andere kunstenaar toevertrouwd: de beeldhouwers Mario Ceroli, Paolo Icaro en Hidetoshi Nagasawa, de voormalige terrorist Renato Curcio, de filmregisseur Raúl Ruiz, enz. De prachtige kamer van de profeet, een hommage aan Pasolini, is uitgevoerd door de dichter Dario Bellezza, de actrice Adele Cambria en Presti zelf. De lift is behangen met gedichten van Presti en de receptie is bezaaid met kranten waarin de heldendaden van deze dwaze onruststoker worden verteld.

In moeilijkere jaren is Presti met de dood bedreigd. Hij wierp bepaald niet de handdoek in de ring en vestigde zich in Catania en Palermo, wetteloze steden. In 1999 richt hij het Kunstenaarshuis op, 12 kamers met hedendaagse kunst van plaatselijke artiesten. In 2001 laat hij per trein de beste Italiaanse dichters naar Catania komen, Sanguineti, Portinari, Erba, enz. En in 2002 waagt hij zich in het hol van de leeuw door zijn stichting in Librino op te richten, een slaapstad in de omgeving van Catania, waar nauwelijks een winkel te vinden is en waar 120.000 mensen wonen zonder enige andere toekomst, zo lijkt het, dan in het team van de lokale calcio te spelen en te werken voor Cosa Nostra.

*“*We hebben het idee gelanceerd van het Derde Oog, een museumschool voor fotografie en kunst”, verklaart Presti. “Fotografen en cineasten zijn de ziel van de wijk en de bewoners komen fotograferen en filmen. We wilden van hen de hoofdrolspelers maken, hun de burgerrechten teruggeven, hen bijstaan om weer respect voor hun omgeving te krijgen, via schoonheid hun identiteit en hun trots terug te vinden.” De mecenas voegt er nog aan toe: “Kunst die alleen de esthetiek van het uiterlijk is, interesseert me niet. De artistieke handeling moet de mensen raken, hun leven veranderen.”

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp