Illustratie van Peter Schrank, The Economist

De Heilige Stoel van de EU

Voor de meeste eurocraten is het Europese federalisme meer dan een politieke overtuiging; het is een geloofsartikel. In het verleden is inderdaad gebleken hoe gevaarlijk nationalisme kan zijn, maar naties zijn nog altijd relevant voor democratie, betoogt The Economist.

Gepubliceerd op 6 juli 2010 om 14:42
Illustratie van Peter Schrank, The Economist

Nigel Farage, een Brits politicus die bedreven is in gekunstelde woede-uitbarstingen, was ontsteld toen hij hoorde dat meer dan 1.000 ambtenaren van de Europese Unie per persoon meer verdienen dan de eerste minster van het Verenigd Koninkrijk. De EU bestaat uit een "stelletje zakkenvullers", tierde Farage, die in het Europees Parlement zit namens de UKIP (United Kingdom Independence Party). Nogal logisch dat de bureaucraten in Brussel "meer Europa" willen, verklaarde hij. In feite willen ze "meer geld" voor zichzelf.

De waarheid is zelfs nog erger, ten minste volgens UKIP-kiezers. Ambtenaren in Brussel willen "meer Europa" omdat ze echt meer Europa willen. Sommigen van hen worden inderdaad overbetaald, met name oudgedienden die vóór de personeelsreorganisatie van 2004 in dienst zijn getreden. Eurocraten, die hoog zijn opgeleid en zich vaak wat vervelen, kunnen bovendien verwend klinken: zeuren over hun omstandigheden terwijl ze enkele van de veiligste functies ter wereld bekleden. Maar toch zit de gemiddelde eurocraat daar niet primair voor het geld.

Voor eurocraten is nationalisme het grootste kwaad

De Europese wijk van Brussel is een vreemde plek. Het is minder Sodom en Gomorra dan het Vaticaan. Europa is voor bureaucraten een project dat op vertrouwen is gebaseerd, of dat was ten minste het geval toen ze het toelatingsexamen voor de EU aflegden. Zelfs wanneer eurocraten cynischer worden naarmate ze ouder worden en leren dat promotie niet zozeer van kwaliteiten als wel van gekonkel afhangt, behouden de meesten een sprankje vertrouwen. Eenvoudig gezegd zijn ze van mening dat nationalisme het allergrootste kwaad is. In vergelijking met geloofsartikelen is dit niet eens zo erg. Nationalisme is tot nu toe inderdaad een Europese vloek.

De ambtenaren van Brussel zijn vaak attent, slim en goed gezelschap. Ze spreken veel talen. Velen van hen zijn getrouwd met een partner uit een ander land (en gescheiden van iemand uit weer een ander land, nu we het er toch over hebben). Ze hebben meertalige, multiculturele kinderen die zich Europeaan voelen. Opvallend vaak zijn ze afkomstig uit regio's met een sterke onafhankelijkheidsdrang, zoals Catalonië of Wales. Omdat ze geen baan wilden zoeken in een gehate nationale hoofdstad als Madrid of Londen, hielden ze in plaats hiervan vast aan de droom van een verenigd Europa.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Eurocraten zijn een tikkeltje autoritair en elitair

Net zoals biechtvaders zijn eurocraten goed in staat om te zien welke smerige afspraken worden gemaakt in de naam van nationale belangen. Tijdens de jaarlijkse raad voor visserij zien ze hoe ministers veel te hoge quota voor 'hun' vissers proberen te verkrijgen, waardoor dure soorten met uitsterven worden bedreigd. Ze zien hoe schijnbare pro-Europese overheden lobbyen zodat nieuwe wetten gunstig uitpakken voor 'hun' landbouwers of autofabrikanten. Met dit alles wordt hun vertrouwen in Europa als hoger ideaal gesteund.

Toch brengt hun antinationalistische credo ook risico's met zich mee. In het beste geval kunnen Europese bureaucraten naïef zijn over hoeveel integratie normale kiezers kunnen verdragen. In het slechtste geval klinken ze vijandig tegenover democratie. Zoals elke priesterkaste zijn eurocraten een tikkeltje autoritair en elitair. Toen Frankrijk en Nederland in 2005 tegen de Europese grondwet stemden, mompelden ambtenaren in Brussel dat het onzin was om het complexe juridische jargon van het Europese verdrag voor te leggen aan gewone mensen. Degenen met de grootste mond voerden aan dat de EU altijd terecht een elitair project is geweest. Duitse kiezers hadden nooit de Deutschmark opgegeven voor de euro als dit hun was gevraagd, zo luidt hun argument. Ook zouden Franse kiezers niet de uitbreiding van de EU hebben goedgekeurd.

Nationale democratie wordt gezien als egoïsme en populisme

Starre eurosceptici beschuldigen Europese ambtenaren ervan dat ze een dictatuur voor ogen hebben. Dit is goedkope volksverlakkerij. De EU is een club van democratieën, maar dan met scheidsrechters die niet worden gekozen. Het Brusselse eiland - een genoeglijke wereld van ambtenaren, door de EU gefinancierde denktankers en een flinke persafdeling - zit niet vol met mensen die een hekel hebben aan democratie. Het probleem is dat het vol zit met mensen die nationale democratie gelijkstellen aan egoïsme en populisme.

Eén oplossing voor dit probleem wordt keer op keer voorgesteld: een pan-Europese democratie, gebaseerd op grensoverschrijdende partijen en de enorme nieuwe bevoegdheden die het Verdrag van Lissabon verleent aan het Europees parlement. Voor een dergelijk enthousiasme is een andere geloofsdaad nodig. Het Europees Parlement is de grote teleurstelling in het Europese project. Het is de wraak van het B-team: een vergadering die wordt geleid door ijdele tweederangsfiguren die op het moment dat ze wakker zijn nieuwe bevoegdheden naar zich toe willen trekken ten koste van nationale regeringen.

Het parlement wordt gekozen, maar kan niet echt ter verantwoording worden geroepen. Leden kunnen tegen een wet stemmen zonder dat ze het risico lopen dat een regering valt of vroegtijdige verkiezingen moeten worden gehouden: dat is macht zonder gevolgen. Normale kiezers hebben geen idee wie hen in het parlement vertegenwoordigt en weten zelfs niet of links of rechts daar de meerderheid in handen heeft. In feite betekent de diversiteit van Europa dat de benaming 'links' en 'rechts' voor de grote blokken in het parlement erg weinig betekenen: ten aanzien van bijvoorbeeld vrijhandel zijn Zweedse leden van de linkervleugel verstandiger dan de Franse conservatieven. Zaken worden gedaan door gekonkel tussen partijbonzen, niet door een open botsing van ideeën. Daardoor spreekt het parlement totaal niet tot de verbeelding van het publiek. Brusselse insiders zijn ervan overtuigd dat alleen nationalisten kritisch zijn ten opzichte van de EU. Ze hebben het bij het verkeerde eind. In de echte wereld struikelt democratie wanneer deze veel verder gaat dan de natiestaat.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp