Wereldwijde bankbelasting: een loze kreet?

Zouden banken gedwongen moeten worden te betalen voor de crisis? Terwijl dit idee door een aantal overheden wordt gesteund, dreigen veel banken de extra kosten door te belasten aan klanten. De gewone man draait weer eens op voor de rekening, aldus het Poolse weekblad Polityka.

Gepubliceerd op 5 augustus 2010 om 15:29

De rekening voor de crisis wordt opgemaakt. In het Verenigd Koninkrijk zal het Btw-tarief per 1 januari 2011 omhoog gaan van 17,5 naar 20 procent. Duitsland snijdt in de werkloosheidsuitkeringen, Spanje versoepelt de ontslagwetgeving, Portugal bezuinigt op de AOW en Frankrijk wil de pensioenleeftijd voor iedereen verhogen.

De meeste Europese landen en de VS kampen met enorme tekorten, en de gebeurtenissen in Griekenland hebben wel aangetoond dat het geduld op de schuldfinancieringsmarkt uiteindelijk opraakt. Maar het is juist de bankensector die gezien wordt als hoofdveroorzaker van de crisis die veel landen op het randje van het bankroet bracht. Zou de sector daarom niet moeten bijdragen aan het redden van de overheidsfinanciën waarmee zij zelf recentelijk nog werd geholpen?

Het pro-belastingkamp is zwak door onenigheid

Het probleem is dat bijna iedere regering een andere kijk op de zaak heeft. Het enige waarover men het op de laatste G20-top, waar de beleidsmakers van 's werelds grootste economieën bijeenkwamen, over eens werd, was dat ieder land zijn eigen lijn moet volgen. Stephen Harper, de premier van Canada, die het land veilig door de crisis loodste, is al sinds het uitbreken van de crisis voorstander van een wereldwijd systeem voor bankbelasting. De Chinezen, die geen extra druk op hun banken willen zetten, hebben hetzelfde gedaan.

Daartegenover staan landen als de VS, Duitsland, het VK en Frankrijk, die hun banken hebben moeten redden en die nu hun tekorten moeten aanvullen. Om de concurrentiepositie van hun financiële instellingen niet te verzwakken zouden leiders als Angela Merkel of David Cameron natuurlijk graag zien dat in alle landen een identieke wereldwijde bankbelasting wordt ingevoerd. Zo zou een kapitaalvlucht van het ene naar het andere land, om aan de nieuwe belasting te ontsnappen, voorkomen worden. Het pro-belastingkamp is echter zwak, al was het maar om het feit dat hoewel alle leden om een extra bijdrage van hun banken vragen, ze het maar niet eens kunnen worden over hoe dat geld vervolgens zou moeten worden besteed.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Belastingplan van Obama afgeserveerd door het Congres

President Barack Obama wil eenvoudigweg de 100 miljard dollar (76,5 miljard euro) terugverdienen die de VS uitgaf aan het Troubled Asset Relief Program. Een nieuwe belastingheffing zou alleen van toepassing zijn op de grootste instituten en afhankelijk zijn van hun operationele programma. Banken die een beleggingsstrategie met een hoog risicoprofiel volgen, zouden meer moeten betalen. Maar tot nu toe werd het plan door het Congres afgeserveerd omdat de Democraten de voorkeur geven aan het doorvoeren van nieuwe regelgeving voor de financiële sector.

De Britse premier David Cameron koos voor een andere weg. Hij gelooft dat banken moeten bijdragen aan het redden van de overheidsfinanciën in een land waarvan het financieringstekort inmiddels is opgelopen tot een omvang die vergelijkbaar is met het tekort van Griekenland. In de recentelijk aangepaste Britse begroting wordt een nieuwe belastingheffing geïntroduceerd die berekend wordt over het balanstotaal van een bank. Deze belasting moet dit jaar 1 miljard Britse pond gaan opbrengen en vanaf 2011 2 tot 2,5 miljard pond per jaar. De inkomsten zullen direct ten gunste van de begroting komen om het volk te laten zien hoe eerlijk de extra lasten in Engeland verdeeld worden.

De zweden spannen de kroon qua bankbelasting

Duitsland zou een vergelijkbare belasting willen invoeren, die jaarlijks 1,2 miljard moet opbrengen. Maar in plaats van de opbrengst uit te geven, stelde het kabinet van Merkel voor de opbrengst op te potten in een speciaal "stabilisatiefonds" dat gebruikt moet worden als een soort van verzekering bij een volgende bankencrisis. Dan zouden de middelen waarmee in de problemen geraakte financiële instellingen geholpen worden, hieruit komen in plaats vanuit de zak van de belastingbetaler. Het fonds zou beschermd moeten worden tegen politieke invloeden en mag niet voor andere doeleinden gebruikt worden. Het idee is in feite niet Duits, maar een kopie van een vergelijkbare oplossing die in 2009 door Zweden werd toegepast.

En het zijn inderdaad de Zweden die de kroon spannen op het gebied van een nieuwe bankbelasting. Zij willen ervoor zorgen dat hun stabilisatiefonds binnen 15 jaar ongeveer 2,5 procent van hun BBP bedraagt. Dit kost de grootste Zweedse banken ieder jaar enkele honderden miljoenen kronen. Zweedse politici promoten dit model internationaal. Zij voeren aan dat de nieuwe heffing te laag is om de positie van banken te verzwakken en toch groot genoeg om het tot een flink bedrag te laten uitgroeien. Critici wijzen echter op de grootste zwakte van het systeem: de heffing wordt berekend op basis van de omzet van een bank in Zweden, en laat de buitenlandse activiteiten buiten beschouwing. Het effect hiervan is dat instituten die vooral op Zweden gericht zijn, waar traditiegetrouw hoge risico's vermeden worden, meer betalen dan hun rivalen die veel in de Baltische staten investeerden en daardoor gigantische verliezen leden.

De belastingen zijn grotendeels symbolisch

Desalniettemin is de Europese Commissie duidelijk weg van de Zweedse oplossing. Brussel probeert de maatregelen die de lidstaten hebben genomen te coördineren en een situatie te voorkomen waarin ieder land een andere bankbelasting hanteert. De Commissie wil dat alle lidstaten stabilisatiefondsen oprichten die samen jaarlijks 50 miljard euro zouden moeten opbrengen. Zo zouden alle EU-lidstaten een verzekeringspolis hebben tegen een volgende kredietcrisis terwijl de financiële instellingen in de EU tegelijkertijd allemaal gelijk behandeld worden.

Helaas moeten we degenen die geloven dat een volgende crisis voorkomen kan worden door banken te dwingen een appeltje voor de dorst aan te leggen, teleurstellen. De belastingen die op dit moment wettelijk zijn vastgelegd zijn immers grotendeels symbolisch. Duitsland bijvoorbeeld wil jaarlijks iets meer dan 1 miljard euro bij elkaar sprokkelen, terwijl het redden van het Duitse Hypo Real Estate tot nu toe alleen al meer dan 100 miljard euro kostte. De stabilisatiefondsen zouden ten minste enkele decennia lang van kracht moeten blijven om groot genoeg te kunnen worden om een bedreiging het hoofd te kunnen bieden.

Banken zijn niet gemakkelijk te vervangen

"Momenteel is deze hele zaak niet meer dan een populistisch gebaar geweest. Regeringen willen het publiek ervan overtuigen dat ook banken voor de crisis betalen maar met de kleine bedragen waar we het over hebben gaat het veel meer om een symbolische ingreep dan dat de financiële sector inderdaad belast wordt", zegt Piotr Kuczyński, analist bij Xelion, een financieel adviesbureau uit Warschau. Banken hebben namelijk een krachtig wapen: ze dreigen extra kosten eenvoudigweg door te berekenen aan hun klanten.

Daarom houden landen die besloten hebben een nieuwe bankbelasting in te voeren, het heffingspercentage laag, op een niveau dat voor de sector zelfs nauwelijks merkbaar is. En banken hebben het voordeel dat ze niet gemakkelijk vervangbaar zijn. Wereldwijd herstel, en in Polen de terugkeer naar snelle groei, zal niet gebeuren zolang de financiële sector het spel niet meespeelt. De banken hebben regeringen al laten weten dat ze beter niet kunnen worden uitgedaagd. En in ieder geval zijn ze er tot nu toe in geslaagd die boodschap goed door te laten dringen.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp