Een montagelijn van de Fiat Panda in de fabriek van Tychy in 2009

Weg met de Fiat

De moderne en productieve fabriek in het Poolse Tychy was het paradepaardje van Fiat. Maar vanwege de crisis heeft de Italiaanse autofabrikant besloten om de productie van de populaire Panda naar Napels over te hevelen. Eind januari vindt een golf van ontslagen plaats. De Poolse arbeiders zien het somber in.

Gepubliceerd op 23 januari 2013 om 12:45
Een montagelijn van de Fiat Panda in de fabriek van Tychy in 2009

Franciszek Gierot, leider van de vrije vakbond Augustus 80, had toch echt gehoopt dat dit scenario voorkomen had kunnen worden. We zitten in het restaurant van hotel Corona, op een steenworp afstand van de fabriek, waar het personeel thee drinkt. Het weer weerspiegelt de stemming: er staat een harde wind, sneeuw en regen geselen de ramen en de wolken hangen zo laag dat je ze bijna aan kunt raken. Dit jaar begint echt bijzonder slecht.
De witte envelop die Franciszek Gierot van de directie in Bielsko-Biała ontving, heeft hij in zijn auto (een zwarte Lancia Delta) laten liggen. Deze bevat een lijst met leden van zijn vakbond die ontslagen zullen worden. De leidinggevenden van alle andere vakbondsorganisaties van de Fiatfabriek in Tychy hebben vergelijkbare lijsten gekregen. Franciszek Gierot weet nu wat er gaat gebeuren.
De cijfers spreken voor zich: kort geleden produceerde de fabriek nog dagelijks 2300 auto’s, dat wil zeggen dat er elke 37 seconden een nieuwe auto van de band rolde. In 2012 waren het er nog maar 1600 en in 2013 zullen dat er nog maar zo’n 1000 zijn. Dat betekent dat er een montagelijn moet worden opgeheven en dat 1450 van de 4900 werknemers hun baan zullen verliezen.

Gouden tijdperk

Silezië gaat al meer dan twintig jaar systematisch gebukt onder werkloosheid en alle grillen van de economische conjunctuur, dus dergelijke gebeurtenissen zouden geen verbazing mogen wekken. Maar in 2009, het gouden tijdperk van de fabriek Fiat Auto Poland S.A., verlieten 6 goederentreinen en 350 vrachtwagens dagelijks de fabriek om auto’s naar alle uithoeken van de wereld te vervoeren. De productie lag toen twintig procent hoger ten opzichte van het voorgaande jaar en de fabriek van Tychy produceerde alleen al het equivalent van vijf Italiaanse fabrieken. Bijna de helft van de geproduceerde auto’s waren Panda’s.
Het naburige hotel Corona, waar wij thee drinken, zat altijd stampvol met bezoekers uit het buitenland. Kok Pietro uit Verona kwam naar het land van rode kool en vleesballetjes en introduceerde hier zijn aardappelgnocchi en spaghetti frutti di mare.
De werknemers kregen voortdurend te horen dat Tychy het paradepaardje van de groep was met de beste organisatie en de hoogste productiviteit in heel Europa. Met drie ploegendiensten en door veel overuren te maken kon hier aardig wat geld verdiend worden. De fabriek bood werk aan ongeveer 6000 mensen en aan zo’n 30 tot 40 duizend onderaannemers.

Sabotage

De vakbonden konden natuurlijk wel vermoeden dat dit gouden tijdperk niet eeuwig zou duren. Begin 2010 stuurde Augustus 80 een brief naar Waldemar Pawlak, destijds minister van Economische Zaken, waarin de vakbond de regering erop wees dat de economische crisis op elk moment aan de deur van de fabriek kon kloppen en dat de directie van de groep overwoog om de productie van de Panda’s naar Italië over te hevelen. De regering antwoordde dat de fabriek eigendom was van een particuliere onderneming en dat de staat dus geen enkele invloed op haar besluiten had.
In die periode hebben de Italiaanse autoriteiten met de autofabrikant onderhandeld. Uiteindelijk was de kogel door de kerk: de nieuwe Panda zou in Italië worden geproduceerd. De leiders van de groep staken niet onder stoelen of banken dat zij liever hadden gezien dat de productie in Tychy in stand was gehouden, maar dat zij waren gezwicht voor nationale solidariteit in tijden van crisis.
De sfeer in de fabriek verslechterde. Een lasser vertelt ons anoniem dat iemand twee jaar geleden meerdere auto’s had beschadigd: de carrosserie was bekrast en de lampen waren eruit gerukt. Er zou zelfs iemand in een auto zijn behoefte hebben gedaan met daarbij de volgende boodschap: “Jullie betalen ons shit, dan krijgen jullie ook shit.
In 2012 heeft het bedrijf arbeiders per groepje van 29 personen ontslagen om een ontslagplan te voorkomen, dat verplicht is vanaf 30 ontslagen.

Kilometers door de modder

Op het moment waarop Franciszek Gierot zijn thee op heeft, komt een man zich bij onze tafel voorstellen als Andrzej (alleen een voornaam, want “Silezië is zo klein”, zegt hij). Hij heeft er net een werkdag in de mijn op zitten. Enige tijd geleden is hij weggegaan bij Fiat en heeft toen werk gevonden in een van de grootste mijnen van Silezië. De salarissen zijn er fatsoenlijk, maar je moet het niet erg vinden om de benen uit je lijf te lopen, want op bepaalde dagen moet hij soms wel zes kilometer ondergronds door de modder ploegen.
Andrzej, die meerdere jaren in Tychy heeft gewerkt, vertelt dat “het er gedurende een bepaalde periode heel leefbaar was. Er werden feesten georganiseerd voor de werknemers en de directie gedroeg zich altijd zeer correct. Maar daarna begonnen ze de duimschroeven aan te draaien. Productiviteitspremies werden verlaagd en werknemers werden verplicht om periodes van technische werkloosheid als vakantiedagen op te nemen. Ik ben er weggegaan omdat ik het gevoel kreeg in een werkkamp te werken en niet meer in een normale fabriek. Werken in de mijnen is minder vermoeiend en minder stressvol.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Mosterd na de maaltijd

Uiteraard wordt er in de fabriek rondgebazuind dat de vakbonden hun oren teveel naar de fabriek hebben laten hangen, dat ze hun poot stijver hadden moeten houden, dat ze de directie meer voor het blok hadden moeten zetten en dat ze hadden moeten dreigen de fabriek te bezetten. Als Franciszek Gierot wordt gevraagd wat zijn reactie hierop is, zegt hij dat hij zich afvraagt of het wel de taak van de vakbonden is om potentiële klanten ervan te overtuigen een nieuwe Fiat te kopen en hun oude auto naar de sloop te brengen.
Drie jaar lang hebben we het onderste uit de kan gehaald. We zijn erin geslaagd om heel wat concessies af te dwingen. We hebben het aantal ontslagen met vijftig terug weten te brengen. Degenen die eind januari hun baan kwijt zullen raken, krijgen 9 tot 18 maanden salaris mee, afhankelijk van hoe lang ze er gewerkt hebben. Arbeiders die vlak voor hun pensioen zitten en alleenstaande ouders mogen niet de laan uit gestuurd worden. Ook twee echtgenoten die allebei in de fabriek werken niet. En als de productie weer aantrekt, krijgen de oude werknemers voorrang. Er zijn wel ontslagen, maar de fabriek blijft draaien.
Maar welk lot is de onderaannemers beschoren? Degenen die hoofdzakelijk voor Fiat werkten, zullen op hun beurt mensen moeten ontslaan. Wat zegt de regering hierover? De minister van Arbeid en Sociale Zaken, Władysław Kosiniak-Kamysz, heeft beloofd een gedeelte van het Werkgelegenheidsfonds toe te kennen aan de regionale arbeidsbureaus in Silezië en heeft zich bereid verklaard om de stad Tychy te helpen. Maar het zou kunnen dat de hulp als mosterd na de maaltijd komt en dat de algemene staking die voor februari is voorzien, heel Silezië plat zal leggen.

In Europa

Auto-industrie overal in zwaar weer, behalve in Duitsland

De Europese auto-industrie “heeft in een jaar tijd de grootste daling in de verkoop van nieuwe auto’s sinds twee decennia gekend”, schrijft Financial Times. Volgens cijfers van de Europese autodealers zijn in 2012 12,5 miljoen nieuwe auto’s op de markt gebracht, dat wil zeggen 8,1 procent minder ten opzichte van 2011. En deze trend zal in 2013 waarschijnlijk worden voortgezet.
Deze crisis in de Europese auto-industrie vertaalt zich in ontslagen en zelfs sluitingen van fabrieken in België, Groot-Brittannië, Polen en met name Frankrijk, stelt
Le Monde vast. “In 2005 ging het PSA Peugeot Citroën en Renault nog voor de wind met een marktaandeel van 25,5 procent in Europa*”, benadrukt het Franse dagblad. Maar de tijden zijn veranderd:

zeven jaar later is er sprake van een totale ommekeer. Terwijl de Duitse autofabrikant Volkswagen een marktaandeel van 25 procent heeft, hebben zijn twee Franse concurrenten, die nog maar een op de vijf auto’s in Europa verkopen, de grootste moeite om het hoofd boven water te houden in de huidige crisis in de auto-industrie.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp