Het veertiende-eeuwse Palazzo Salimbeni waar het hoofdkantoor van de bank Monte dei Paschi in Siena (Italië) zetelt.

De pracht en het verval van de oudste bank

Dankzij de geldverstrekking van Monte dei Paschi, de derde bank van het land, hebben de burgers en het stadsbestuur van de Toscaanse stad Siena van een luxeleventje kunnen genieten. Maar door het politieke en economische schandaal rond “MPS” lijkt er een eind aan een systeem en tijdperk te zijn gekomen.

Gepubliceerd op 25 januari 2013 om 16:03
Jacqueline Poggi  | Het veertiende-eeuwse Palazzo Salimbeni waar het hoofdkantoor van de bank Monte dei Paschi in Siena (Italië) zetelt.

“Siena is rood, van schaamte”, zegt een cafébezoeker die het nieuws rond de tekorten van de bank in Siena op de voet volgt, scherpzinnig. De gemoedstoestand van de stad wordt goed verbeeld door beelden die al zevenhonderd jaar voor de neus van de inwoners van Siena staan: een serie fresco’s van Ambrogio Lorenzetti, ‘Allegorie en gevolgen van het goede en het slechte bewind’, waarschuwt hoe de stad te gronde gaat en het platteland leegloopt als deze in handen vallen van het ‘slechte bewind’.

Volgens Roberto Barzanti, een oudgediende van de lokale linkse politiek en burgemeester van de vroegere communistische partij toen de bank zijn vijfhonderdste verjaardag vierde, komt het huidige kwaad voort uit een “Seneze bijgelovigheid” die ervoor heeft gezorgd dat de verstrengeling tussen de politiek en de bank nooit is opgeheven.

“Toen de oude publiekrechtelijke instelling in 1995 werd gewijzigd in een naamloze vennootschap, verliep dat hier veel problematischer dan elders”, zo vertelt de politicus, die lang Europarlementariër is geweest. “De Senezen konden maar moeilijk leven met het idee van een scheiding tussen de filantropische en bancaire activiteiten die tot stand moest komen met de oprichting van een afzonderlijke stichting en een beursgenoteerde bank. Dus om die overgang uiteindelijk te realiseren, is er wel iets veranderd, maar op zo’n manier dat er eigenlijk niets echt veranderde.”

’Melken’ bij de bank

Hieruit ontstond de ‘harmonieuze kluwen’ die de oude christendemocratische partij en de oude communistische partij, de kerk en vrijmetselarij en de vakbondsleden en bankiers bijeenhield. De benoemingen van de bank vonden plaats binnen de partijbesturen en die van de gemeenteraad binnen de bank; alle burgemeesters van de laatste 25 jaar kwamen van de bank, met uitzondering van de laatste, Franco Ceccuzzi, die zijn functie maar iets meer dan een jaar bekleedde en vervolgens ook door de crisis van de Monte dei Paschi werd meegesleurd.

Nieuwsbrief in het Nederlands

‘Babbo Monte’ (papa Monte), zoals de bank door iedereen werd genoemd, of ‘het koetje’, omdat wie bij de bank langsging kon ‘melken’, zoals een wijsneus opmerkt. Want er was voor iedereen genoeg om te melken – met de nadruk op ‘was’. De stichting alleen al verstrekte op haar ‘grondgebied’ tussen 1995 en 2010 ongeveer 2 miljard euro, voor wegen, restauraties, sportclubs en vrijwilligersorganisaties, volgens een strikte verdeling waardoor niemand, ongeacht zijn politieke kleur, al te veel te klagen had.

Een jaar geleden was het spel uit, toen de stichting op de rand van de afgrond bleek te staan. Daarna stortte alles in. De lokale afdeling van de Democratische Partij (de opvolger van de communistische partij) viel uiteen en een aantal politici van de partij (afkomstig van de voormalige partij ‘la Margherita’) zei naar aanleiding van de begroting het vertrouwen in de burgemeester Franco Ceccuzzi op omdat zij het niet eens waren met de posten met betrekking tot de bijdragen van de stichting.

Breken met de paradepaardjes

Terwijl nu de politiek breekt met de paradepaardjes van het in duigen gevallen ‘systeem Siena’, stelt het maatschappelijk middenveld zich vragen over de toekomst. De rode cijfers dwongen een bezuinigingsbeleid af dat er de afgelopen dagen toe heeft geleid dat er flink moest worden gesnoeid in kredietverstrekkingen en sponsoring. Dit is vooral voelbaar voor de voetbalclub Siena Calcio, waarvoor de bijdrage, naar is uitgelekt, van 4 miljoen naar 2 miljoen ging, en de basketbalclub Mens Sana Basket, de ware sportieve passie van de Senezen, zag de bijdrage teruglopen van 12 naar 4 miljoen. Er is echter ook gesnoeid in de sponsoring van 250.000 euro – 15.000 euro per contrade [district in Siena, red.] – aan de Palio, de bekende paardenrace. Niet veel, maar van grote symbolische waarde.

“Paradoxaal genoeg zou het einde van dit uitdelen van geld tenminste één positief aspect kunnen hebben”, staat op het blog ‘L’eretico di Siena’ van een bekende commentator die de gebeurtenissen in de stad op de voet volgt. “Nu zal iedereen kunnen begrijpen dat er een tijdperk is afgesloten, voor altijd”.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp