Graafmachine bij een olieschaliemijn in Narva (Estland).

Vervuilende olieschalie heeft nog toekomst

Estland heeft een troef in handen om niet van Russisch gas afhankelijk te zijn: olieschalie, een gesteente waaruit olie gewonnen wordt. Ondanks de vervuiling die dit met zich meebrengt, blijft het land deze energiebron exploiteren en het gebruik ervan ontwikkelen.

Gepubliceerd op 26 april 2013 om 11:04
Graafmachine bij een olieschaliemijn in Narva (Estland).

Estland bezit bodemschatten waarop de twee andere Baltische staten wel eens jaloers zouden kunnen zijn: olieschalie. Nog maar kort geleden leken de dagen van het Estse olietijdperk geteld. Vanaf 2015 zouden de oudste centrales niet langer aan de steeds strengere milieu-eisen van de Europese Unie voldoen. Nieuwe centrales bouwen en de benodigde milieuvergunningen verkrijgen zou een kostbare zaak zijn.

Ongeveer vijf jaar geleden ontstond er echter een compleet nieuwe situatie. Wegens de aanzienlijke stijging van de olie- en gasprijzen in de wereld bleek voortzetting van de exploitatie van schalie uiteindelijk relatief goedkoop te zijn. De Esten hebben de oudste productie-eenheden gereviseerd en zijn onlangs begonnen met de bouw van nieuwe eenheden. Ze hebben tevens de technologieën voor de omzetting van schalie geperfectioneerd, waardoor grotere hoeveelheden gas en stookolie worden verkregen.

17% van de Europese olieschalievoorraad

Nu de bouw van een nieuwe kerncentrale in Litouwen is opgeschort [een project waaraan ook Letland en Estland deelnemen, red.], kan Estland zich erop laten voorstaan dat het de komende tien jaar de belangrijkste Baltische elektriciteitsproducent zal zijn. En ondanks de kritiek in verband met de vervuiling verwacht de schaliesector zijn bedrijvigheid niet te verminderen.

Estland, dat ongeveer 17 procent van de voorraad olieschalie in Europa bezit, is wereldwijd de grootste gebruiker van deze energiebron. Met de huidige winning zou Estland voor de komende vijftig jaar over voldoende schalie moeten beschikken. Tachtig procent van de gebruikte schalie in de wereld wordt met het oog op de energieproductie in Estland verbrand.

Nieuwsbrief in het Nederlands

De Esten gebruiken de schalie al bijna een eeuw. De eerste schalie werd in 1917 gewonnen en acht jaar later diende zij als brandstof in de eerste elektriciteitscentrales van Estland. Paul Nikolai Kogerman, de wetenschapper die een belangrijke bijdrage aan de opkomst van de schalie-industrie heeft geleverd, werd in 2000 tot een van de belangrijkste Estse persoonlijkheden in de twintigste eeuw verkozen.

Geschikt voor onderzeeërs

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de Duitse bezetter bijzonder geïnteresseerd in de mogelijkheden om stookolie uit schalie te verkrijgen. Deze olie was beter bestand tegen de kou en zwaarder dan water, wat hem heel geschikt maakte voor toepassing in onderzeeërs. Russische wetenschappers hebben zelfs ooit gedacht dat dankzij de Estse schalie uranium zou kunnen worden verrijkt.

Tegenwoordig wordt een derde van de 12 terawattuur jaarlijks in Estland opgewekte stroom geëxporteerd. Maar de onderneming die de schalie exploiteert, voert elk jaar eveneens 1,2 miljoen vaten stookolie en 40 miljoen m3 gas uit.

De Esten proberen tevens hun ervaring op andere plaatsen in de wereld te delen. Drie jaar geleden hebben zij met Jordanië een akkoord gesloten over de toepassing van aan schalie gerelateerde technologieën en de bouw van centrales die in 2016 in gebruik zouden moeten worden genomen. Vorig jaar hebben ze een bedrijf gekocht dat in Utah, in de Verenigde Staten, schalie omzet in stookolie.

Hoge CO2-uitstoot en afvalbergen

Bij de verbranding van schalie komt meer kooldioxide vrij dan bij andere soorten delfstoffen. Estland heeft dus extra milieuvergunningen nodig. Europese functionarissen wijzen er voortdurend op dat het land er baat bij zou hebben zijn elektriciteitsproductie veel meer te diversifiëren. De verwijten van de EU zijn niet ongegrond. Om één kilowattuur stroom op te wekken, produceren de Esten tweemaal zo veel kooldioxide als het Europese gemiddelde. Maar de uiterst rationeel ingestelde noordelingen in het Baltische land houden zich doof voor deze vermaningen.

De uitstoot van kooldioxide is niet het enige neveneffect van de exploitatie van olieschalie. Er wordt ook veel afval gevormd. Je kunt het vergelijken met de as die bij de verbranding van schalie ontstaat. Een ton schalie geeft 450 kilo afval. Estland wint elk jaar ongeveer 17 miljoen ton schalie, die grotendeels in de centrales wordt verbrand. Daarbij blijft zo'n 7 miljoen ton aan afval over.

In de regio Narva kun je daar niet omheen. Op diverse plekken zijn kunstmatige afvalbergen te zien. Op sommige groeien planten. Op een andere staan 17 windmolens. De Esten zelf verheugen zich erop dat ze in de komende jaren een echt wintersportcentrum kunnen openen. Overigens is de eerste piste dit jaar al in gebruik genomen.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp