Stakende Franse studenten in Lyon, 2009

Onderwijs voor iedereen, maar wie betaalt?

De gewelddadige studentenprotesten op 10 november in Londen hebben niets onschuldigs in zich, schrijft het Zweedse dagblad Dagens Nyheter. Want de discussie over de verhoging van het collegegeld werpt de vraag op van de financiering van de massa-universiteit.

Gepubliceerd op 15 november 2010 om 15:20
Stakende Franse studenten in Lyon, 2009

De studentenbetogingen op 10 november in Londen hadden niet de omvang van de protestbewegingen tegen de oorlog in Vietnam in de jaren zestig of de rellen die uitbraken toen de regering Thatcher in 1990 de poll tax – een inkomensafhankelijke belasting – wilde invoeren. Maar het feit dat zo’n 50.000 mensen de straat opgaan om te demonstreren tegen een verhoging van het collegegeld geeft blijk van het groeiende verzet tegen de liberaal-conservatieve regering.

Helaas liepen de protesten uit de hand toen een handjevol demonstranten zijn toevlucht nam tot geweld. Maar nadat de rust was weergekeerd, bleef er nog steeds grote onvrede bestaan over het plan van de Britse regering om rigoureus het mes te zetten in de begroting voor het hoger onderwijs en dit te compenseren door een drastische verhoging van het maximumbedrag aan collegegeld dat de studenten zelf moeten betalen.

De economische crisis ligt rechtstreeks aan deze kaalslag ten grondslag. Maar meer in het algemeen draait het conflict om een structurele vraag die heel Europa raakt: wie betaalt de rekening van het toegenomen studieniveau van de jongeren?

Bijna de helft van alle jongeren volgt hoger onderwijs

Gedurende lange tijd stelde de welvaartseconomie zich tevreden met een klein aantal mensen dat een diploma van het hoger onderwijs op zak had. Zweden, in de jaren vijftig een van de rijkste landen ter wereld, telde een relatief laag aantal gediplomeerden en bood verkorte universitaire opleidingen aan.

Nieuwsbrief in het Nederlands

In vele Europese landen volgt momenteel tussen een derde en de helft van alle jongeren hoger onderwijs. In eerste instantie omdat een groeiend aantal beroepen alleen voor hoogopgeleiden is weggelegd. In de tweede plaats omdat democratisering van de toegang tot het hoger onderwijs wenselijk wordt geacht. Dat deze ontwikkeling op het bordje van de staat terechtkomt, wordt in tal van Europese landen bovendien als normaal gezien.

In tegenstelling tot de Verenigde Staten waar al meteen na de tweede wereldoorlog de kiem werd gelegd voor de opkomst van de massa-universiteit, hebben de Europese landen nooit de mogelijkheid overwogen om alle of een gedeelte van de studiekosten op de studenten of hun familie af te wentelen.

De kosten om de kwaliteit in stand te houden van een systeem dat een permanente groei doormaakt, rijzen de pan uit. In Frankrijk heeft dit bijvoorbeeld gezorgd voor een tweedeling in het hoger onderwijs: de overheid trekt grof geld uit voor een handjevol grandes écoles terwijl de klassieke universiteiten op een houtje moeten bijten.

Het plan van de Britse premier David Cameron is erop gericht om het systeem marktgerichter te maken. De armste studenten hebben echter nog steeds recht op studiefinanciering en studenten uit de middenklasse hebben de mogelijkheid om een lening af te sluiten die is afgestemd op hun toekomstige salaris. Maar de hoogte van het collegegeld schrikt af en dwingt de instellingen tot een felle concurrentiestrijd om studenten binnen te halen.

Het onderwijs is niet de melkkoe van de overheid

Kiezen tussen een systeem voor hoger onderwijs dat door de staat wordt gefinancierd en dus eigenlijk een stap terug is, en een systeem met torenhoge collegegelden dat op marktwerking is gebaseerd, is kiezen uit twee kwaden.

In dit opzicht heeft het Zweedse systeem de gulden middenweg gevonden. Het hoger onderwijs wordt door de staat gefinancierd, maar de overheidsgelden die de universiteiten ontvangen zijn afhankelijk van de mate waarin zij hun best doen om studenten aan te trekken en – vanaf volgend jaar – ook van de mate waarin zij aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen.

Het nadeel is dat het Zweedse systeem zowel lijdt onder de manco’s van het overheidsbeheer als onder die van het marktgerichte beheer.

De jacht op studenten houdt het risico in dat universiteiten algemene studies zonder toekomst gaan aanbieden, terwijl kwaliteitsbeheer door de staat de weg opent naar een grotere politieke controle.

Er bestaat geen kant-en-klare oplossing. Maar het is van belang om het ideaal van de universiteit als de plaats van de zoektocht naar kennis, het vrije gedachtegoed en intellectuele integriteit hoog in het vaandel te houden. We zouden ons niet moeten afvragen hoe we het hoger onderwijs het beste als melkkoe kunnen gebruiken om het begrotingstekort weg te werken, maar hoe we een solide financieringssysteem kunnen creëren dat in staat is om de onafhankelijkheid van universiteiten te waarborgen.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp