Nieuws Duurzame energie
De zonne-energiecentrale Gemasolar in Andalusië.

De lessen van Desertec

Het project Desertec had zich ten doel gesteld het energiepotentieel van de woestijn te benutten om Europa van groene stroom te voorzien. Een prachtig idee, dat echter lastig uitvoerbaar bleek.

Gepubliceerd op 24 juli 2013 om 11:43
De zonne-energiecentrale Gemasolar in Andalusië.

De kracht school in de plaatjes. Eerst had je de zon, sinds de neergang van de kernenergie het zinnebeeld van onze redding uit het energievraagstuk. En vervolgens had je de woestijn, het symbool voor de ruimte en de oneindigheid – ook de oneindigheid aan ideeën. Het woestijnstroom-project Desertec, dat Europa moest voorzien van elektriciteit uit de Sahara, werd door vele enthousiastelingen beschouwd als het mooiste groene idee van de afgelopen jaren. Zó sterk was de aantrekkingskracht ervan, dat het bedrijfsleven ervoor in de rij stond. Siemens, Deutsche Bank, Munich Re – zo'n vijftig ondernemingen uit binnen- en buitenland tekenden erop in.
Maar de magie is verdwenen. Toonaangevende participanten hebben zich teruggetrokken, en een leidinggevende, die tot het laatst aan het grote plan had willen vasthouden, moest opstappen. Was het hele idee niets anders dan een met dromen overladen PR-project, een groot idee dat aan kleine problemen ten onder is gegaan?

De politiek kun je niet zomaar negeren

Het zou verkeerd zijn het voornemen te beschouwen als een plan dat gewoonweg niet goed in elkaar stak. Want Desertec en de lessen die eruit kunnen worden getrokken, staan model voor de toekomst van het milieubeleid, voor het slagen of mislukken daarvan op vele terreinen, waar sprake is van grote onbekende factoren.
De eerste les luidt: ingenieurs, managers en wetenschappers kunnen de politiek niet zomaar terzijde schuiven. Het mag aanlokkelijk zijn wereld- en landkaarten als stukken papier te beschouwen, waarop naar believen grote en kleine lijnen kunnen worden getrokken. [[Wie een megaproject wil verwezenlijken, doet er echter goed aan van te voren na te denken over de politieke spelers, hun belangen, landsgrenzen en regio's]]. Bewoners en belanghebbenden moeten geraadpleegd worden.
Zolang niet alle belanghebbenden op realistische wijze kan worden duidelijk gemaakt wat de voordelen zijn, of op 'n minst wat hen te wachten staat, wordt een potentiële tegenstander wakker gemaakt, die zich al snel blijkt te kunnen vermenigvuldigen. Waar regimes ineenstorten, zoals in Noord-Afrika, hebben sommige onderhandelingspartners van vandaag morgen niets meer in de melk te brokkelen. Ook wie in het kielzog van de 'Energiewende' [de overstap van kernenergie op groene energie, red.] graag elektriciteitsleidingen door het hele land heen plant, zou deze les ter harte moeten nemen.
De tweede les luidt: PR, oftewel public relations, mag niet worden verward met een politieke dialoog of een politiek proces. PR betekent groot tumult: powerpoints, reclamefilms en advertentiecampagnes. Gelukkige gezichten tussen de isolatieplaten, zonnecollectoren, in een elektrische auto of in de woestijnzon. Het is het domein van professionele adviseurs. Het succes van PR wordt echter louter afgemeten aan de vraag of de opdrachtgever er uiteindelijk in is geslaagd zijn plan doorgang te laten vinden. Aan het einde van het politieke proces staat daarentegen doorgaans een compromis.

Eén slimmerik kan niet de hele wereld redden

Zo zal het nu ook wel gaan bij het Desertec-project: aanvankelijk zullen de Noord-Afrikaanse landen uitsluitend in hun eigen energiebehoefte voorzien. En dat zou niet eens zo slecht zijn. Het resultaat zou er weliswaar heel anders uitzien dan wat ooit op het tekenbord stond, maar daar staat tegenover dat het waarschijnlijk wél wordt gedragen door de directe belanghebbenden.
Er zijn in de milieubeweging de nodige mensen, die op het gebied van het milieubeleid het liefst alleen maar China's zouden zien: autoritaire staten, waarvan de leiders hun politieke ideeën erdoorheen drukken. Maar de ervaring leert, dat het nooit één slimmerik is die de wereld redt. Het zijn altijd vele mensen, met vele ideeën. Participatie en belangenbehartiging kunnen tot de vertraging van beslissingen leiden, maar zorgen er ook voor dat de resultaten bestendiger zijn. Het is mogelijk om technologieën van boven op te leggen, maar [[als het milieubeleid duurzaam wil zijn, moet het zich richten op de verandering van consumptie- en gedragspatronen]], en op het beïnvloeden van innovatievoorkeuren en productieprocessen.
Derde les: Klein, decentraal en omkeerbaar gaat vóór groot en centraal. Als men vasthoudt aan de eis, dat de groei op intelligente wijze – dus milieuvriendelijk – gestalte moet krijgen, dringt zich de volgende vraag op: wie beslist wat intelligent is? De voorvechters van kernenergie dachten ooit, dat ze de sleutel tot een schone en oneindige energiebron hadden gevonden. Gebleven is echter louter het probleem wat we met de toekomstige ruïnes en het afval moeten doen.
Het zal nooit met zekerheid te voorspellen zijn welke technologieën duurzaam zullen blijken en welke door iets nieuws achterhaald zullen worden. In zijn boek The Third Industrial Revolution dicht socioloog Jeremy Rifkin de zonne-energie een revolutionair potentieel toe, dat zijn basis vindt in het decentrale gedachtengoed. Iedereen zou met zijn eigen huis energie-producent kunnen worden, schrijft hij. Al spoedig zouden er mogelijkheden zijn, om zonnecellen seriegewijs op dakpannen of in het pleisterwerk van woningen onder te brengen. Wie heeft dan nog stroom nodig, die over hele continenten moet worden getransporteerd?

Grote visioenen leiden tot kleine projecten

Kleine, decentrale projecten kennen niet louter het voordeel, dat ze zich makkelijker aan de veranderende omstandigheden laten aanpassen. Zij kunnen ook kiemcellen zijn van innovatie en proefterrein voor de maatschappelijke aanvaarding daarvan.
Vierde les: Grote visioenen leiden tot kleine projecten en ideeën. Ooit is men begonnen met een 400 miljard euro kostend plan, om stroom uit de Sahara naar Europa te brengen, en nu zijn er alleen maar elektriciteitscentrales in Afrika. Een ramp? Niet bepaald voor de mensen ter plekke, die ervan profiteren. Soms worden grote beelden gebruikt om een identificeerbaar doel te hebben, waarnaar kan worden gestreefd. Maar als de weg in kleine, overzichtelijke etappes wordt opgedeeld, kan dat een voordeel zijn. Wie een rijverbod eist, krijgt misschien op z'n minst een 30-kilometerzone voor elkaar. Radicaal denken is soms nodig, pragmatisch handelen bijna altijd.

Nieuwsbrief in het Nederlands
Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp