De kathedraal van Gloucester

Europa staat gegraveerd

De Europese Unie beleeft haar donkerste dagen ooit, tot grote vreugde van de eurosceptici. Maar onze gedeelde geschiedenis zal ons bijeenhouden, betoogt een columnist van The Guardian.

Gepubliceerd op 4 januari 2011 om 17:29
De kathedraal van Gloucester

Als je wilt weten waarom Europeanen bij elkaar horen en één gemeenschap vormen, bezoek dan een van de grootste middeleeuwse kathedralen van Groot-Brittannië. Loop door de kloostergangen in Gloucester of bewijs eer aan Guillaume de Sens, de Normandische architect van Canterbury. Of klop gewoon even tegen de stenen van dit meesterwerk, die afkomstig zijn uit Caen, Frankrijk.

De moderne droom van een Europese politieke unie gaat zijn donkerste dagen tegemoet. Eurosceptici zeggen dat zij in het gelijk zijn gesteld en een realistische visie tentoonspreiden, maar niets is minder reëel dan de illusie dat enige Europese natie – ons land nog het minst – voor zichzelf een naar binnen gericht, op zichzelf staand verhaal kan claimen buiten het bredere relaas van ons continent. Ten minste duizend jaar bouwt Europa inmiddels al aan een gezamenlijke cultuur.

Gotische bouwkunst waaierde uit over Europa

De eerste Europese unie betitelde zichzelf als 'christenheid' en creëerde in de elfde eeuw een gemeenschappelijke stijl van kunst, architectuur en filosofie die de grenzen van de jonge staten oversteeg. De gotische bouwkunst straalde als een roosvenster vanuit haar bron in Parijs en waaierde uit over Europa. Wat is voor ons tegenwoordig reëler – de bezigheden van middeleeuwse Britse koningen of de elegantie van de gotische luchtbogen van York Minster? De onbeduidende geschiedenissen van nationale politiek die eurosceptici als het werkelijke verhaal van ons eiland beschouwen, zijn saai vergeleken met de nog immer springlevende gloriedaden van onze Europese culturele historie.

Erasmus trok van Rome via Basel naar Londen

De volgende culturele revolutie in Europa, de renaissance, was nog kosmopolitischer van aard. In de vijftiende en zestiende eeuw ontdekten Europese intellectuelen een collectieve Grieks-Romeinse erfenis die verloren was gegaan. De renaissance verspreidde zich als een lopend vuurtje over de hele regio. In Westminster Abbey plaatste Pietro Torrigano, een Florentijnse beeldhouwer, in goud uitgevoerde beeldjes van kleine kinderen op het graf van Hendrik VII, terwijl aan de rand van Europa de Hongaarse koning Matthias Corvinus vanuit Florence een buste van Alexander de Grote als geschenk ontving.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Een reiziger als Erasmus trok van Rome via Basel naar Londen. Overal ontmoette hij vrienden die zijn grappen begrepen. Het schilderij waarin dit allemaal samenkomt, is Titiaans renaissancistische meesterwerk, De ontvoering van Europa, een weergave van de mythe die Europa zijn naam gaf. Het werd in Venetië voor de koning van Spanje geschilderd.

De EU verzuimt te putten uit deze bruisende gemeenschappelijke culturele geschiedenis. De website van de EU heetEuropa, maar in plaats van Titiaans schilderij zien we een banaal blauw openingsscherm. Waarom brengen we de culturele eenheid van Europa niet duidelijker voor het voetlicht? Misschien omdat de wijn van Bacchus die ons enthousiast kan maken over onze gedeelde identiteit, gevaarlijk is.

Om het plaatje compleet te maken, moet een viering van Europa's esthetische gloriedaden tevens het islamitische erfgoed omvatten dat sinds de vroege middeleeuwen in wisselwerking heeft gestaan met de christelijke en klassieke bronnen van de Europese kunst. De waaiergewelven van de gotische kathedralen in Engeland zijn bijvoorbeeld mede te danken aan de Arabische wiskunde, net als de ontdekking van het perspectief tijdens de renaissance.

Een roos die alle andere culturen omarmt

Wellicht klinkt dit allemaal te mooi om waar te zijn; alsof Europa, ondanks het bloedige, dagelijkse geweld van zijn verleden en ondanks de verdeeldheid ten tijde van de reformatie en de opkomst van het nationalisme, al die tijd in het geheim bezig was een gemeenschappelijke cultuur te doen ontluiken.

En, eveneens in het geheim, een roos die – wonder boven wonder – alle andere culturen omarmt. Maar dat is wel de historische realiteit. Tegenover elke schisma veroorzakende politieke kracht in de Europese geschiedenis stond een culturele kracht die mensen verenigde.

Alle Europese bewegingen in de kunst en architectuur die wij vandaag koesteren en waarop onze musea en collecties en concertzalen geïnspireerd zijn, vormen inderdaad rasechte Europese bewegingen. Barok en rococo, de revoltes van neoclassicisme en romantiek, het realisme in de negentiende eeuw en het modernisme bij aanvang van de twintigste eeuw – allemaal hebben ze kunstenaars, intellectuelen en het publiek bij elkaar gebracht, van Polen tot Denemarken.

Aan de geschiedenis van Europa's gemeenschappelijke cultuur kwam zelfs geen eind in de negentiende eeuw toen de natiestaten in zwang raakten, want ook het nationalisme is een collectief Europees idee. In die eeuw verspreidde de romantische hunkering naar landschapskunst en -poëzie zich even snel van de ene hoofdstad naar de andere als dat klassieke mythen in alle contreien van het Europa van de renaissance werden vertaald.

Vandaag staat deze gemeenschappelijke cultuur wellicht aan de vooravond van haar grootste wapenfeit sinds Copernicus (die in Midden-Europa woonde en wiens waarnemingen werden getoetst door Tycho Brahe in Kopenhagen, verdedigd door Galileo in Rome en bewezen door de Britse Royal Society), als met de Large Hadron Collider van het CERN een gedenkwaardige ontdekking zal worden gedaan.

Diepgewortelde, gemeenschappelijke identiteit

Het duurt niet lang meer of Europeanen die in een gezamenlijke identiteit geloven, moeten opstaan en de unieke rijkdom en openheid van onze cultuur proclameren – de eenheid in verscheidenheid die inhoudt dat een barokke kerk op Sicilië er niet hetzelfde uitziet als een barokke kerk in Beieren. In het Verenigd Koninkrijk voert het Art Fund campagne om een schilderij van Bruegel in eigen land te houden. Waarom? Omdat het om ons erfgoed gaat. Omdat we Europeanen zijn.

Als euroscepsis ertoe zou leiden dat alle werken van Bruegel en Titiaan uit het land zouden verdwijnen en er in de National Gallery alleen nog maar Engelse portretten uit de achttiende eeuw zouden hangen, zou wellicht meteen duidelijk worden dat een dergelijke houding van dwaasheid getuigt. In Europa geloven is niet idealistisch; nog minder dan dat is het een bureaucratische abstractie. Als je de geschiedenis in haar levendige kleuren aanschouwt, zie je hoe diep van binnen we Europeaan zijn en hoe diep de wortels van die gemeenschappelijke identiteit reiken.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp