Nieuws EU-voorzitterschap
Premier Orbán tijdens de ceremonie van de overdracht van het EU-voorzitterschap in het parlement in Boedpast, 6 januari 2010.

Tactiek gewenst

Nu Hongarije het stokje overneemt van het roulerend voorzitterschap van de EU, vrezen velen dat het bestuur een antidemocratische wending krijgt. Maar kan de Europese Unie daar eigenlijk wel zoveel aan doen? Dat vraagt het Britse blad The Economist zich af.

Gepubliceerd op 7 januari 2011 om 17:18
Premier Orbán tijdens de ceremonie van de overdracht van het EU-voorzitterschap in het parlement in Boedpast, 6 januari 2010.

Als gevolg van het Verdrag van Lissabon heeft het roulerend voorzitterschap van de Europese Unie gelukkig veel minder gewicht gekregen. De tijden zijn dan ook voorbij waarin landen zes maanden lang het EU-voorzitterschap konden bekleden en elkaar daarbij proberen te overtreffen met verkwistende aangelegenheden en communiqués waarin hun favoriete stokpaardjes werden geprezen. Tegenwoordig zijn EU-topontmoetingen een stuk saaier: ze worden in Brussel gehouden en hebben een vaste voorzitter. Momenteel is dat Herman Van Rompuy.

De beurt van Hongarije, met ingang van 1 januari van dit jaar, beloofde toch al niet zo bescheiden uit te pakken. Op de taxibaan van het vliegveld van Boedapest wappert een grote vlag ter ere van deze gelegenheid. Het EU-voorzitterschap biedt een kleine, voormalige communistische staat de mogelijkheid om zichzelf op de kaart te zetten. Viktor Orbán, de strijdlustige premier van Hongarije, had zijn zinnen gezet op zijn eigen moment van roem.

‘Führerstaat’

De premier had geen idee dat hij zo onomwonden zou worden uitgejouwd toen hij het podium betrad. Zijn Europese doelstellingen, zoals de hervorming van de euro en een breed gedragen Europees programma voor de integratie van Roma, zijn op de achtergrond geraakt en in plaats daarvan zijn de schijnwerpers nu gericht op de achterbakse streek van Orbán in eigen land.

Op 21 december 2010 nam zijn Fidesz- partij een wet aan, waarbij televisie, radio, kranten en tijdschriften en online media onder toezicht komen te staan van een nieuwe toezichthouder, die forse boetes kan opleggen voor slecht gedefinieerde overtredingen zoals het niet respecteren van "menselijke waardigheid". Alle leden van deze autoriteit werden benoemd door de Fidesz-partij.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Leden van de Fidesz-partij beweren dat ze niet van plan zijn om de persvrijheid in te dammen. Toch verschenen oppositiekranten uit protest met blanco voorpagina's. De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) sloeg alarm. Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië hebben hun bezorgdheid geuit. Een Duitse krant noemde Hongarije zelfs een ‘Führerstaat’.

Als alle ophef alleen maar over de mediawet zou gaan, dan zou Orbáns bewering dat de bepalingen zijn overgenomen uit wetgeving van andere democratisch bestuurde landen zonder gevolgen kunnen blijven. Maar zijn actie lijkt verdacht veel op de vorige in een campagne om onafhankelijke instanties te verzwakken en de macht te centraliseren. In het kader van een 'patriottisch' economisch beleid heeft de regering de voorschriften van het IMF afgewezen, particuliere pensioenen geplunderd, ervoor gezorgd dat de fiscale autoriteit die toezicht hield op de begroting is vervangen, de gouverneur van de centrale bank getracht af te zetten en de macht van het constitutionele hof ingeperkt.

Van Rompuy verloor zijn reukzin in Boedapest

Buitenlandse investeerders werden gealarmeerd door de eenmalige 'crisis'–heffingen. Volgens de enorme propaganda op openbare gebouwen heeft Hongarije nu pas zijn zelfbeschikking herwonnen, ook al is het land al meer dan twee decennia vrij.

Het is geen terugkeer naar totalitarisme. Toch werpt het machtsvertoon van de Hongaarse regering een lastige vraag op. Zou een kandidaat-lidstaat in zulke omstandigheden toestemming krijgen om toe te treden tot de EU? Waarschijnlijk niet. De EU mag dan voorstander zijn van democratie, toch heeft ze minder invloed op lidstaten dan op kandidaat-lidstaten. Of, zoals een diplomaat zei: "Je moet naar rozen ruiken om toe te kunnen treden tot de EU. Maar als je eenmaal lid bent en een kwalijk geurtje begint te verspreiden, is er niemand die je dwingt een bad te nemen."

De reukzin van Van Rompuy heeft hem vast in de steek gelaten tijdens zijn bezoek aan Boedapest ter ere van het voorzitterschap van Hongarije op de dag dat de mediawet werd aangenomen. Hij beweerde dat Viktor Orbán een "uitstekende indruk" had gemaakt.

EU-regelgeving niet van toepassing op binnenlands beleid

De Europese Commissie heeft weliswaar haar neus opgetrokken en Hongarije om uitleg gevraagd, maar is er niet op gebrand om er een strijd over te voeren. Eurocraten zeggen dat zij waarschijnlijk geen aanklacht zullen indienen bij het Europese hof van Justitie tegen Hongarije, ondanks de bepaling in het handvest met de fundamentele rechten van de EU dat "de vrijheid en het pluralisme van de media gerespecteerd dienen te worden ".

De commissie beweert dat deze bepaling zich beperkt tot activiteiten van EU-instellingen en van lidstaten die de EU-wetgeving tot wet verheffen, maar niet van toepassing is op binnenlands beleid, ook al zijn er dubieuze bepalingen aan wetten gekoppeld waarmee EU-richtlijnen worden omgezet, zoals in Hongarije het geval.

Socialistische Europarlementariërs hebben de nucleaire optie aan de orde gesteld: opschorting van het stemrecht van Hongarije vanwege een "ernstige en aanhoudende schending" van de fundamentele waarden van de EU. Op dit moment zal geen enkele lidstaat een dergelijke drastische actie ondernemen.

Voorzitterschap wellicht zegening voor Hongaarse democratie

De EU-regelgeving wordt dus op eigenaardige wijze ontdoken. De eurocrisis heeft geleid tot een strenger systeem van toezicht op de economieën van de lidstaten, inclusief sancties om begrotingstekorten in de hand te houden. Vreemd genoeg is er echter geen vergelijkbaar apparaat om tekorten op democratisch vlak tegen te gaan. Natuurlijk kun je democratie niet op dezelfde wijze kwantificeren als staatsschulden. Toch zou de EU er goed aan doen een manier te vinden om een minimum aan politieke standaarden af te dwingen.

Groepsdwang is in dit geval de beste reactie. Europese leiders moeten daarom ook vaker recht voor hun raap reageren. Ze moeten Viktor Orbán zowel in het openbaar als privé, tijdens ministeriële bijeenkomsten en officiële recepties telkens weer vertellen dat hij zijn manier van doen moet veranderen. Aangezien hij de komende zes maanden in de schijnwerpers staat, is hij een stuk kwetsbaarder. Het voorzitterschap mag dan een vloek blijken te zijn voor Orbán zelf, het zou een zegening kunnen betekenen voor de Hongaarse democratie.

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp