Toeristen in het Güellpark. Foto : whatbarcelona.com

Barcelona, 'dolce vita'

De Italianen zijn nu de belangrijkste buitenlandse gemeenschap van de Catalaanse metropool. De aangename ligging en de economische bedrijvigheid van Barcelona worden bijzonder gewaardeerd door jongeren op zoek naar iets nieuws. Maar de regio is ook een toevluchtsoord voor de Italiaanse maffia, benadrukt La Repubblica.

Gepubliceerd op 23 juli 2009 om 19:35
Toeristen in het Güellpark. Foto : whatbarcelona.com

Niet alleen de Ramblas, de fabuleuze pinakels van de Sagrada Familia of de kabeljauw met pili-pili van Pepe Carvalho trekken jaarlijks steeds meer Italianen naar Barcelona, nieuwkomers die de stad van Gaudí en Mirò in een nieuw Eldorado voor onze landgenoten veranderen.

Het is een kwestie van instelling, houding”, zegt een chefkok van Le Frioul die in de Catalaanse hoofdstad fortuin heeft gemaakt deze week in Le Monde. ”De mensen hier zijn positief en buitenlanders worden beter dan waar ook ontvangen.” Sinds dit jaar is de Italiaanse gemeenschap de grootste van alle recent gevestigde groepen, groter dan de Ecuadoranen, Pakistani en Bolivianen.

De laatste golf was ongetwijfeld in navolging van Zlatan Ibrahimovic, die het Milanese Inter verruilde voor het magnifieke Barça, maar een feit is dat er recentelijk 22.685 Italianen in Barcelona zijn geteld en dat de stroom jaarlijks met 15 à 20 procent toeneemt. Er wonen momenteel bijna 50.000 Italianen in Catalonië. In 2000 waren dat er nauwelijks 15.000. Dit zijn de officiële cijfers, maar in werkelijkheid is het misschien wel het dubbele. Terwijl elders pensionado’s de statistieken aanvoeren, zijn de nieuwkomers in Catalonië jongeren van 25 tot 40 jaar, vaak pas afgestudeerd, teleurgesteld door de politieke en sociale conjunctuur in Italië, en vanwege het gebrek aan kansen op de arbeidsmarkt.

De situatie die ze in Barcelona aantreffen is niet altijd ideaal. De meesten werken in de horeca, in winkels of callcenters. Basale, slecht betaalde baantjes, maar in een stad waar ‘het leven beter is’. Al minstens twaalf jaar is Barcelona bij jonge Italianen zeer in trek om een nieuw leven te beginnen, maar ook als toeristische of universitaire bestemming (een kwart van de buitenlandse studenten die met een Erasmusbeurs komen zijn Italianen). Barcelona is een betoverende stad aan zee, ver van Madrid, met kleine pleintjes en fonteinen, waar de temperatuur zeer aangenaam is en het bijna nooit regent, een stad die zeer gesteld is op haar culturele diversiteit, en niet intolerant of gesloten is.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Deze nieuwe ‘Italiaanse passie’ is, zoals Le Monde schrijft, niet minder geworden door de crisis. Hier is het leven goedkoper dan in Italië en de laatste tijd is de kans om er werk te vinden even groot, dat wil zeggen, er is net zo weinig werk. Op het consulaat zegt men dat de economische conjunctuur de omvang van de instroom maar niet de bestemming van de reizigers zou kunnen veranderen: de Italiaanse gemeenschap in Barcelona zal nog verder groeien.

Deze ‘invasie’ is zonder meer aangewakkerd door de ‘wet Tremaglia’ waardoor veel jonge nakomelingen van Italianen de naar Latijns-Amerika zijn geëmigreerd de nationaliteit van hun ouders en grootouders kunnen krijgen: Argentijnen, Uruguayanen en Brazilianen zijn naar Spanje gegaan en er gebleven, vaker vanwege de taal dan de werkgelegenheid.

Maar Barcelona is ook een naam met uitstraling, een aantrekkelijk logo. Zoals de folders op het stadskantoor zeggen, is het de mediterrane stad bij uitstek, die door de economische dynamiek van de afgelopen tien jaar zeer aantrekkelijk is geworden voor duizenden Europese en Italiaanse studenten die er hun eerste baantje hebben gevonden of hun eerste professionele successen hebben geboekt. Italianen die van Barcelona houden hebben een websitegemaakt met alle informatie voor degenen die zin hebben om er zich te vestigen, van het zoeken van woningen tot cursussen Spaans. Barcelona heeft bovendien het imago van een liberale stad, burgerlijk maar socialistisch, centrum van antifascisme van het Spanje ten tijde van de burgeroorlog, de stad die door George Orwell is verdedigd en beschreven. Kortom, het andere Spanje, zo anders dan het droge Castilië.

Maar natuurlijk is niet alles goud wat er blinkt. Catalonië en de Costa del Sol tot aan Marbella zijn ook een toevluchtsoord geworden voor 70 procent van de bazen van de Napolitaanse Camorra. Een migratiebeweging die in de jaren 80 is begonnen en nog steeds doorgaat. De Italiaanse magistraten zijn van oordeel dat dit kleine paradijsje ook een centrum voor Cosa Nostra en de ‘Ndrangheta is, van waaruit deze organisatie de drugshandel met Europa controleert, zoals recentelijk is bewezen door de arrestatie van zes peetvaders in Marbella, het stadje aan zee dat door de Spaanse politie is omgedoopt in ‘Cosa Nostra’ vanwege de grote concentratie maffiose Italianen die er wonen.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp