De Arabische lente lijkt zeker geen succes te worden voor de Europese leiders. Nadat zij eerst al de boot hadden gemist met de Jasmijnrevolutie in Tunesië, en zich vervolgens halsoverkop gingen bemoeien met de opstand tegen Moubarak in Egypte, bood de opstand die half februari in Libië uitbrak de Europese leiders de mogelijkheid zich te hernemen.

Toch wisten zij deze nieuwe kans om zich als een speler van formaat op het internationale politieke toneel te doen gelden en om de loop van de gebeurtenissen te beïnvloeden, te verknoeien. En het zijn altijd weer dezelfde redenen die daarvoor kunnen worden aangevoerd: amateurisme, verdeeldheid, gedraal en een gebrek aan visie op de lange termijn.

Amateurisme, omdat ze rekenden op de onontkoombaarheid van het domino-effect: na de Tunesische president Ben Ali en de Egyptische president Mubarak, moést de Libische leider Khadaffi wel vallen, hield men zichzelf voor. Dat getuigt van een slechte kennis van de Jamahiriya en het machtssysteem dat de leider ervan in meer dan veertig jaar heeft opgebouwd. Verdeeldheid en gedraal, want nadat de Europese leiders sinds het uitbreken van de opstand in het oosten van Libië eerst al drie weken hadden gewacht voordat zij serieus over een mogelijk optreden van de Unie gingen praten, zijn ze tijdens de buitengewone zitting van de Europese Raad van 11 maart niet veel verder gekomen dan de belofte om "met het oog op de bescherming van de burgerbevolking alle nodige opties te onderzoeken". Daarnaast hebben ze afgesproken om "spoedig" een topontmoeting tussen de Arabische Liga, de Afrikaanse Unie en de Europese Unie te beleggen om "de crisis het hoofd te bieden". Zij verzoeken kolonel Khadaffi "onmiddellijk afstand te doen van de macht" en beschouwen zijn regime niet langer als "een gesprekspartner voor de EU". Kortom, niet echt reden voor een in het nauw gedreven dictator om zich over te geven.

Ondertussen lijkt de krachtsverhouding tussen de opstandelingen en de aanhangers van Khadaffi om te slaan in het voordeel van Khadaffi, en dát maakt de positie van de Europeanen hachelijk en hun gebrek aan visie op de lange termijn verontrustend. Toen de Libische dictator in het nauw zat, hebben de Europese leiders de mogelijkheid om hem een 'eervolle' aftocht te bezorgen, steeds maar uitgesteld. Vervolgens hebben zij het Frans-Britse voorstelverworpen om een no-fly zone boven Libië in te stellen - feitelijk om militair in te grijpen tegen Khadaffi - onder het mom dat niet was voldaan aan de voorwaarden (aanvallen tegen burgers waarbij geen onderscheid tussen strijders en burgers wordt gemaakt, een resolutie van de VN-Veiligheidsraad en steun van de Arabische landen). Ook hebben zij geweigerd de Libische Nationale Raad op andere manieren bij te staan. Met deze algehele opstelling hebben de Europeanen het risico genomen dat kolonel Khadaffi wel eens zou kunnen winnen. En dat zich voor de poorten van Europa, "midden in het Middellandse Zeegebied, een goed gedijend Noord-Korea" zou ontwikkelen, zoals Serge Michel het in de Zwitserse krant Le Temps omschreef. Maar blijkbaar hebben de Europese leiders niet voorzien in een 'plan B' voor het geval kolonel Khadaffi aan de macht zou blijven in Libië. Goed gespeeld.

Nieuwsbrief in het Nederlands
Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp