De Europese Commissie heeft de afgelopen dagen niet stilgezeten. Op 13 april heeft zij haar plan gepresenteerd om een Europees octrooi tot stand te brengen en om een nieuwe impuls te geven aan de interne markt, een van de voornaamste pijlers van de Europese constructie. Dezelfde dag heeft zij haar voornemen voor een CO2-heffing uit de doeken gedaan. Deze heffing heeft onder meer tot doel de prijs van steenkool en diesel te verhogen, zodat het gebruik ervan afneemt. Op 14 april ondertekende de Commissie een overeenkomst met de Verenigde Staten over de bestrijding van de cybercriminaliteit. Op 11 april had zij maatregelen aangekondigd om de rechten van vliegtuigpassagiers te versterken. En op 13 april vond ze nog de tijd om aan wasmiddelenfabrikanten boetes van in totaal 315 miljoen euro op te leggen vanwege illegale prijsafspraken.

Ondertussen spreidden de ministers van Binnenlandse Zaken, op 11 april bijeen in Luxemburg, hun onenigheid ten toon over hoe er moet worden omgegaan met immigranten, hoofdzakelijk Tunesiërs, die op het Italiaanse eiland Lampedusa arriveren en slechts één doel hebben, namelijk verder reizen, vooral naar Frankrijk of het Verenigd Koninkrijk. En aan het eind van de week hadden de EU-landen die tevens lid zijn van de NAVO, een vergadering in Berlijn, waar zij het opnieuw niet eens konden worden over de wijze waarop de militaire operaties in Libië gestalte moeten krijgen. Op 14 april was Catherine Ashton in Caïro voor een conferentie over Libië, maar zij laat daar geen gemeenschappelijk standpunt horen. Binnen Europa begint Duitsland weer te twijfelen aan zijn steun voor de eurozone en niemand weet hoe Portugal moet worden geholpen, het laatste bolwerk dat nog kan voorkomen dat Spanje en zelfs Italië failliet gaan.

In het begin van dit millennium stond de Europese Unie op het punt tien nieuwe leden te verwelkomen, hoopte zij nog dat een Europese grondwet het levenslicht zou zien en beleefde zij haar laatste jaren vóór de crisis. Zij had het beeld voor ogen van een dynamische Europese zone die internationale normen kon vaststellen. Het was de tijd dat softwaregigant Microsoft door Brussel werd veroordeeld omdat het bedrijf misbruik had gemaakt van zijn machtspositie. Europa dacht zijn regels op sociaal terrein en op milieu- en handelsgebied aan de hele wereld te kunnen opleggen.

Dat behoort overigens nog steeds tot de mogelijkheden. Maar zoals de afgelopen week meer dan overtuigend is gebleken, is de EU verdeeld en steeds minder in staat haar invloed te doen gelden naast de andere politieke, economische of commerciële spelers van de globalisering. Europa blijft dus regels, plannen en uitspraken produceren. Zonder politieke dynamiek loopt zij echter het risico te verworden tot een normatieve macht. Een bureaucratisch imperium.

Nieuwsbrief in het Nederlands
Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!