Kies een taal
Vijftien jaar na de schipbreuk van de ferryboot Estonia in de Oostzee op 28 september 1994 “weten we nog steeds niet wat de werkelijke oorzaken zijn van de ramp”, betreurt het Estische dagblad Postimees. Het dagblad hekelt de gebrekkige wil van de regeringen, voornamelijk de Zweedse, om het wrak te onderzoeken. “Maar dit is niet alles”, aldus het blad. “De schipbreuk werpt ook een schaduw op de Estische zeevaart”. Sinds de schipbreuk heeft “de Estische maatschappij de zee de rug toegekeerd”, schrijft Mairold Vaik, een schipper, in een opiniestuk. “Tijdens nationale feestelijkheden geven we onszelf graag een mooi klinkende naam, die van een zeevolk, maar in werkelijkheid hebben we allesbehalve een sterke zeevaart [...]. En de subsidies die de zeesector krijgt toebedeeld, zijn kleingeld vergeleken met de landbouwsubsidies”. Vandaag de dag “varen Estische schepen liever onder buitenlandse vlag”, aldus Vaik.
