Op initiatief van Parijs en Berlijn hebben de Europese ministers van Binnenlandse Zaken op 7 juni besloten om de grenzen tussen de Schengenlanden te versterken. De grenscontroles kunnen nu zonder toestemming van de Europees Parlement worden hervat.
Op 14 juni reageerden de Europarlementariërs daarop door hun medewerking aan de Europese Raad op vijf veiligheidsdossiers, waaronder dat over de Schengenruimte, op te schorten. Op 12 juni hebben ze zelfs gedreigd de Raad te dagen voor het Europese Hof van Justitie. Volgens Dilema Veche gaat deze krachtmeting "niet alleen over de grenscontroles":
In de beruchte strijd om de macht waarin het Europees Parlement (al decennialang) lijnrecht tegenover de Raad staat, draait het puur om de definitie van de Europese Unie: vereniging van lidstaten gebaseerd op intergouvernementele verdragen of op gemeenschappelijke ruimte, politieke en, mein Gott, begrotingsruimte…
Volgens het Roemeense weekblad betekent het besluit van de ministers een stoot onder de gordel van de dienstenrichtlijn, een “protectionistische maatregel voor de nationale arbeidsmarkten in tijden van crisis” en tegelijkertijd het bewijs van een “welhaast schizofrene” redenering van Duitsers en Fransen:
Enerzijds wil Duitsland een begrotingsunie en Frankrijk meer financiële integratie, terwijl beide landen anderzijds intergouvernementele betrekkingen willen als het gaat om Schengen.