“Claudy, een groteske verdorvenheid van justitie”,luidt de kop op de Belfast Telegraph. Noord-Ierland is op 24 augustus opgeschud door een officieelrapport waaruit blijkt dat een katholieke prieseter betrokken was bij een IRA-aanslag in de stad Claudy in juli 1972, in het graafschap Derry. Negen mensen kwamen hierbij om het leven. Het was een van de bloedigste jaren van het Noord-Ierse conflict, en de Britse inlichtingendiensten verdachten de priester, James Chesnay, er toen al van leiding te geven aan een lokale divisie van de IRA en de “leider van operaties” te zijn. Maar de toenmalige staatssecretaris voor Noord-Ierland, William Whitelaw, besloot in conclaaf met de de katholieke kerk dat de priester niet gearresteerd zou worden maar overgebracht naar de Ierse Republiek.
De krant merkt op dat het rapport “het diepe morele en politieke dilemma blootlegt waar alle betrokkenen mee te maken hadden. De arrestatie van een katholieke geestelijke zou de situatie, die sowieso al zeer nijpend was op politiek en veiligheidsgebied, nog verder hebben doen oplaaien. Maar doordat hij niet is aangehouden werd wel de rechtgang gehinderd voor de slachtoffers”.