“Kijk eens hoe de rijkste landen hebben geprofiteerd van de eurocrisis en de arme (zoals wij) nog slechter af zijn”, kopt i, nadat Eurostat gisteren cijfers bekendmaakte over het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking voor ieder land in Europa in 2012.
De rijkste landen uit het noorden en midden van de eurozone zijn welvarender zijn geworden, terwijl de armste lidstaten, voornamelijk uit het zuiden, nog minder te verdelen hebben gekregen, zo blijkt uit de eerste voorlopige schattingen van Eurostat voor 2012 in vergelijking met 2009.
Volgens Eurostat sloot de eurozone 2012 af met een bbp per hoofd van de bevolking dat overeenkomt met 108 procent van het gemiddelde van de Europese Unie, in vergelijking met 2009, toen het gemiddelde 109 procent was. Maar de verschillen zijn opmerkelijker als je de resultaten per land met elkaar vergelijkt, aldus i:
De Portugezen zijn bijvoorbeeld van een bbp per hoofd van de bevolking van 80 procent van het EU-gemiddelde in 2009 naar 75 procent in 2012 gegaan. In Griekenland was de daling zelfs nog abrupter, met een val van 94 procent naar 75 procent. Intussen hebben de Duitsers hun koopkracht opgeschroefd van 115 procent van het EU-gemiddelde naar 121 procent, terwijl de Oostenrijkers van 125 procent naar 131 procent zijn gegaan.