De sociaal-democratische partij ČSSD, die beschouwd werd als de grote favoriet van de vervroegde parlementsverkiezingen van 25 en 26 oktober, is dan wel als winnaar uit de bus gerold, maar met slechts 20,45 procent van de stemmen is het de slechtste score in twintig jaar tijd. De populistische partij ANO van de Tsjechisch-Slowaakse miljardair Andrej Babiš kwam met 18,65 procent van de stemmen als tweede uit de bus en de Communistische Partij eindigde met 14,91 procent als derde partij. De conservatieve ODS, die sinds juni de interim-regering leidt, behaalde een bedroevende score van 7,72 procent.
De verkiezingsuitslag zorgt ervoor dat zeven partijen zetel zullen nemen in het parlement, een recordaantal, aldus Respekt. Volgens het Tsjechische weekblad verandert Tsjechië hierdoor in een “Europees laboratorium van opschudding” waarbij de kiezers zich iedere twintig jaar laten meeslepen door een revolutionaire golf die het systeem omverwerpt. En in deze context, vervolgt het magazine, is Andrej Babiš momenteel de ‘sterke man’.
Hij herinnert ons aan de revolutionairen van 1989. Met gerimpelde wangen, onelegante manieren en lomp taalgebruik gaven zij de indruk oprecht te zijn. Ze wisten niets van politiek op zich, maar wel dat het systeem compleet veranderd moest worden.