Op 17 januari heeft de Commissie drie schriftelijke ingebrekestellingen aan de Hongaarse regering gezonden en haar een maand de tijd gegeven om zich op de volgende drie gebieden aan het Europese recht te conformeren: onafhankelijkheid van de nationale bank, onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en onafhankelijkheid van de toezichthoudende autoriteit voor gegevensbescherming. Als Boedapest niet binnen deze termijn reageert, kan de Europese uitvoerende macht een proces aanspannen bij het Europees Hof van Justitie. Het Europees Parlement debatteert op 18 januari over deze inbreukprocedure, in aanwezigheid van premier Viktor Orbán.
Brussel heeft met 'drie tikjes' de voorstelling met als hoofdrolspeler Viktor Orbán ingeluid, meldt Népszabadság op de voorpagina. De centrumlinkse krant schrijft:
Europa zegt vandaag niets anders dan dat er twee opties zijn: of het Hongaarse volk wordt wakker en kiest bij de volgende verkiezingen een andere regering, of de staat gaat failliet en de regering zal eindelijk de Europese 'dictaten' accepteren. Voor de Europese diplomatie bestaan er geen andere scenario's.
Nieuwsbrief in het Nederlands
Népszabadság tekent daarbij echter aan dat de EU-instellingen wellicht niet over de benodigde pressiemiddelen beschikken:
De Commissie spreekt de taal van de wet, het Europees Parlement de taal van de politiek, maar Orbán verstaat slechts de taal van de macht. En de macht in Europa, dat is de Raad, dat wil zeggen de lidstaten zelf. Als de nationale politici (vooral de 'groten' onder hen) eensgezind een ondubbelzinnige waarschuwing zouden doen uitgaan, zou dat misschien effect sorteren. (...) We moeten de druk vanuit het Europees Parlement niet onderschatten, maar hebben deze debatten überhaupt consequenties? Nee.
Magyar Nemzet meent op zijn beurt dat "de Europese Commissie drie concrete wetten bekritiseert en dat betekent niet het einde van de wereld. Het gaat slechts om technische kwesties, niet om politieke of emotionele vraagstukken. Vandaag zijn de juristen aan zet." Maar, zo waarschuwt het rechtse dagblad:
Europa heeft geen vertrouwen in Hongarije, noch in zijn economische beleid, noch in zijn toewijding aan de democratie. Maar wij hebben geen tijd om te mokken. We moeten over al deze onderwerpen spreken omdat de Unie er geen belang bij heeft Hongarije op de knieën te dwingen. Zoals we afgelopen weekeinde hebben gezien [toen de extreemrechtse partij Jobbik een anti-Europese demonstratie organiseerde waarbij onder meer Europese vlaggen werden verbrand; red.], kan extreemrechts profiteren van de overdreven kritiek van de Unie.
De komende periode spant het erom. Het is "Hongarije of Orbán", zo vat Népszava het samen op de voorpagina. Volgens de krant zijn de drie inbreuken die de Commissie heeft aangewezen niet het allerbelangrijkste:
(deze) vormen slechts het topje van de ijsberg. Het grootste probleem is dat Orbán een politiek en economisch stelsel creëert dat niet strookt met de Europese waarden. (...) We kunnen ons als een jurist rechtvaardigen, marchanderen en met woorden spelen. Maar vandaag in Straatsburg zal Orbán door de Europese afgevaardigden veel serieuzere kritiek naar het hoofd geslingerd krijgen. En we moeten weer terug in het gareel, niet in Straatsburg, maar thuis. En wel zo snel mogelijk.