“Leve de saaie eurocraten”, kopt de Poolse krant Gazeta Wyborcza en onderstreept daarbij dat “de Unie het effectiefste vredestichtende orgaan uit de geschiedenis is”:
De lidstaten hebben al bijna zeventig jaar lang geen enkele nacht wakker hoeven liggen van oorlog. Vrede heeft geen geur, kleur of smaak, maar is net als lucht. Ik ken niemand die gelukkig is vanwege het simpele feit dat hij of zij ademhaalt. Toch kunnen we ons maar moeilijk voorstellen dat iemand ons op een dag de toegang tot lucht zou ontzeggen. Alleen al vanwege het feit dat die gedachte niet eens in ons opkomt, verdient de EU verdient deze Nobelprijs.
“Europa is iets geworden om voor of tegen te zijn”, betreuren twee academici in dagblad Trouw, omdat “het politieke debat grotendeels binnenskamers is gebleven”. De EU zou Europese burgers een echte stem moeten geven als de prijs terecht wil blijven:
De uitreiking van de Nobelprijs aan de Europese Unie zegt vooral iets over het verleden, en weinig over de toekomst van de Unie. Een stem voor het Europees Parlement is nu geen keuze voor de kleur van het bestuur, een bepaalde koers of een bepaalde leider. Pas als de samenstelling van de Commissie wordt gekoppeld aan de kleur van het parlement kan de stem van de burger ook een stem zijn voor de richting van de EU. Hierdoor gaan burgers Europabreed over de EU discussiëren. Zo maakt de EU de belofte van de Nobelprijs niet alleen in het verleden, maar ook in de toekomst waar.
“Sommige mensen hebben kritiek op het feit dat de prijs naar de Europese Unie gaat”, schrijft Diário de Notícias in zijn hoofdartikel. “Het lijkt inderdaad vreemd omdat die eer traditioneel gaat naar mensen als Moeder Teresa of Nelson Mandela en in andere gevallen naar organisaties als het Rode Kruis of UNICEF.” Maar, zo schrijft het Portugese dagblad:
Als we kijken naar de vreedzame regio die West-Europa is geworden sinds de start van het Europese project, dan is de keuze van het Noorse comité wellicht begrijpelijk. Tenslotte betekende het feit dat Frankrijk en Duitsland bij de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap werden samengebracht dat het veel minder aannemelijk zou worden om de misverstanden die tot wereldoorlogen hebben geleid nog eens te herhalen. Daarom zou deze prijs moeten worden beschouwd als een compliment voor het verleden en een aanmoediging voor de voortgang van het Europese project. De ceremonie van vandaag in Oslo valt samen met een politieke crisis in Italië. Dat is wel het laatste wat de EU kan gebruiken, naast de vele problemen in Griekenland, Ierland, Portugal en ook Spanje. Maar het is tevens een bewijs dat de crisis het probleem van iedereen is. En dat Europa alleen een toekomst heeft als het een eensgezind antwoord kan bieden.
“De keuze van het Noorse Nobelcomité voor de winnaar van de Nobelprijs voor de vrede van dit jaar heeft felle en wijdverspreide kritiek over zich heen gekregen”, schrijft Sydsvenksan. De reden daarvoor, aldus het dagblad uit Malmö, is:
Het besluit is controversieel. En dat is prima. Kritiek en oppositie zijn essentieel voor een unie die werkt aan vrede, democratie en vrijheid en waarbij 27 lidstaten betrokken zijn. In de editie van Dagens Nyheter van gisteren presenteerden Stefan Jonsson en Peo Hansen een minder flatteus aspect van de oprichting van de Europese Unie. Er wordt beweerd dat de drijvende kracht van Duitsland en Frankrijk om de basis van de EEG te vormen zijn oorsprong vindt in gemeenschappelijke belangen om te profiteren van Afrika – in een eigentijdse, koloniale stijl. Het politieke spel en de historische feiten waarmee de auteurs hun analyse van de oprichting van de EU onderbouwen, moeten niet worden gebagatelliseerd. Maar hebben Hansen en Jonsson ook gelijk met hun bewering dat de EEG niet zou zijn opgericht als vredesproject en dat het idee van een vredesproject in feite een “sprookje” is? Het feit dat hun verhaal een genuanceerd beeld geeft van de geschiedenis van de EU zou moeten worden toegejuicht. Geen enkel land noch een ander intergouvernementeel bondgenootschap is er ooit in geslaagd om de wereld te verbeteren zonder daarbij ook maar enig eigenbelang te dienen. Het is goed om onze eigen geschiedenis te onderzoeken. De EU is als unie nog lang niet af. Het is een voortdurend proces. En het belang van de unie als vredesproject moet niet worden onderschat.
In het hoofdartikel van de Britse Daily Telegraph wordt de prijs afgedaan als “belachelijk”. Er wordt gewezen op het gebrek aan actie van de EU tijdens de conflicten op de Balkan en de spanningen tussen de lidstaten onderling als gevolg van [de invoering van] de euro.
Maar dit alles deert de hoge pieten van de EU niet als ze hun prijs in ontvangst komen nemen: volgens hen verdient het Europese project deze prijs gewoon. Daarmee is de kloof tussen de besturende elite in Brussel en de 500 miljoen EU-burgers eens te meer duidelijk zichtbaar.