Kies een taal
Verschillende Britse parlementariërs hebben Gordon Brown ervan beschuldigd een spoedverdrag te hebben gesloten met Libië voor de repatriëring van de enige veroordeelde van de Lockerbie-aanslag met als doel de Britse oliebelangen veilig te stellen, meldt The Guardian. De krant schrijft over de diplomatieke verhoudingen met Libië die sinds 2005 steeds hartelijker lijken te worden en citeert een woordvoerder van de oliemaatschappij BP die meent dat een accoord met Libië “de komende twintig jaar tot 20 miljard dollar zou kunnen opbrengen”. De parlementaire mensenrechtencommissie wil een onderzoek naar het verdrag laten doen omdat de toenadering tot Libië, een van de rijkste oliestaten van Afrika, er doorheen zou zijn gejaagd zonder voldoende rekening te houden met mensenrechten. Het besluit om de Libiër Abdel Basset Ali al-Megrahi vrij te laten uit zijn Schotse cel heeft een heftige discussie doen oplaaien. De Schotse minister van Justitie Kenny MacAskill zal in de komende dagen een beslissing nemen over de repatriëring van Al-Megrahi, die aan een terminale vorm van prostaatkanker lijdt. De Amerikaanse minister van Justitie Hillary Clinton heeft zich in de discussie gemengd en heeft bij Schotse minister van Justitie tegen de vrijlating gepleit.
The Guardian heeft de verdenkingen aan het rollen gebracht nadat de veroordeelde op mysterieuze wijze zijn beroep tegen het Schotse vonnis had ingetrokken. Voor sommigen is dat een aanwijzing dat de Britse minister van Handel, Peter Mandelson en kolonel Gaddafi elkaar in het geheim hadden ontmoet en een accoord hadden gesloten toen Mandelson op vakantie was op het Griekse eiland Korfoe. Bij de aanslag op het Amerikaanse PanAm-toestel in 1988 dat van Londen naar New York vloog, kwamen 270 mensen om het leven. Het toestel storttte neer in de Schotse stad Lockerbie. Abdel Basset al-Megrahi, 57 jaar, werd in 2001 tot levenslang veroordeeld, alhoewel sommigen zich nog steeds afvragen of hij een eerlijk proces heeft gekregen.
