Eens te meer kijkt Europa met argusogen in de richting van zijn Russische buur. Eens te meer vindt Europa de opstelling van dit land alles behalve geruststellend. Er bestaat nauwelijks twijfel over het feit dat de bosbranden die in het westen van Rusland woeden een natuurlijke oorzaak hebben – in het land heerst een hittegolf zonder weerga. Maar de aanpak ervan door de Russische autoriteiten roept wel een aantal vragen op, met name over de werkelijke omvang van de branden en het gevaar vanwege de aanwezigheid van "gevoelige" locaties in de risicozone. Ook bij de genomen maatregelen en de redenen die Moskou ertoe hebben gebracht om te weigeren hulp van Europa te vragen, worden vraagtekens gezet.
Dit gebrek aan transparantie en reactiviteit herinneren aan de ergste tekortkomingen uit het Sovjettijdperk. Net zoals tien jaar geleden het zinken van de onderzeeër Koersk aan het licht bracht dat de Russische autoriteiten niet in staat waren bij rampen doeltreffend op te treden, lijkt hun huidige opstelling erop te wijzen dat de zaken op dat punt nog niet erg zijn verbeterd.
Hoe kan men vertrouwen hebben in de Russische autoriteiten nu zij verzekeren dat er geen verhoogde radioactiviteit was terwijl 4.000 hectare bos, dat door de ramp van Tsjernobyl besmet was geraakt, in rook is opgegaan? En hoe kan men nog vertrouwen in hen hebben nu het hoofd van de Russische diplomatie tijdens een recent gesprek met de Hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands beleid van de Unie die de solidariteit van de Europeanen overbracht en namens de EU hulp aanbood, haar niet heeft gemeld dat er luchtdoelraketsystemen S-300 in Abchazië zijn opgesteld? En dit terwijl enkele minuten later een officiële mededeling in die richting zou worden gedaan? Zonder te vervallen in de paranoia waarvan de voormalige satellietlanden van de USSR soms blijk geven, zou de EU in zijn contacten met Moskou toch zelfverzekerder en krachtiger moeten optreden. Een solide samenwerking met Rusland kan slechts worden opgebouwd op basis van wederzijds vertrouwen en respect.
Gian Paolo Accardo