Kies een taal
Banken belasten en tegelijkertijd hun soliditeit aantonen door het openbaar maken van hun stresstesten: in de vergadering van de Europese Raad op 17 juni hebben de zevenentwintig EU-lidstaten hun voorkeur uitgesproken voor technische maatregelen. Ditmaal geen groots initiatief zoals de 750 miljard euro van het Europees stabiliteitsfonds, maar een boodschap voor de financiële markten die blijven speculeren tegen bepaalde landen van de eurozone.
Het Stabiliteitsfonds maakte het mogelijk om niet volledig van de rest van de wereld afhankelijk te zijn. Het openbaar maken van de stresstesten moet de markten aantonen dat de banken meer solide zijn dan ze denken. Dankzij het plan voor bankbelasting wordt Europa weer de initiatiefnemer; de maatregel zal immers ook door de G20 worden besproken. Het zal echter zeker enige tijd duren voordat kan worden gemeten hoe doeltreffend deze laatste maatregelen zijn. Bovendien, zo blijkt uit ons persoverzicht, zijn de Europese kranten verdeeld over dit onderwerp. Het enige wat vaststaat, is dat de marge van de Europese Unie smal is. Het lijkt wel alsof EU in het drijfzand is terechtgekomen: doet ze niets, dan is ze afhankelijk van hulp van buitenaf waarover ze geen zeggenschap heeft en loopt dus het gevaar langzaam weg te zinken. Maar als ze te veel beweegt dan verzwakt ze haar positie ook, en ziet iedereen dat ze kwetsbaar is.
Een ander lastig te handhaven evenwicht is de samenwerking tussen de lidstaten onderling, en tussen de zevenentwintig lidstaten en de communautaire instellingen. Want het wisselend voorzitterschap van de EU ligt tot 30 juni bij een land, Spanje, waarvan de toekomst onzeker is, omdat het wel eens het volgende doelwit kan zijn van de beursmarkten. En de komende voorzitter wordt een land waarvan we niet eens weten of het een toekomst heeft: België, dat heel goed maandenlang zonder regering zou kunnen zitten. Op deze terreinen vol drijfzand moeten de leden van de Unie meer dan ooit blijk geven van solidariteit. Te beginnen met Frankrijk en Duitsland, die zichzelf hebben uitgeroepen tot motor van de EU. Eric Maurice
