Kies een taal
Op 7 april, de 70e herdenking van het bloedbad van Katyń, zullen de premiers van Polen en Rusland, Donald Tusk en Vladimir Poetin, een gezamenlijke herdenkingsdienst bijwonen. Zeventig jaar geleden werden naar schatting zo’n 20.000 Poolse krijgsgevangenen die in 1939 door het Rode Leger waren opgepakt, door de geheime politie van de Sovjets (NKVD) vermoord. “Is dit een keerpunt?” vraagt Gazeta Wyborcza zich af en doelt daarbij op een dooi in de betrekkingen tussen Warschau en Moskou, dat nog steeds niet alle NKVD-dossiers over deze gebeurtenis heeft vrijgegeven. De herdenking vindt plaats een week nadat de Russische publieke omroep voor het eerst de film van Andrzej Wajda over Katyń heeft uitgezonden. Bovendien heeft de Russische Federale Archiefdienst aangekondigd dat er nieuwe documenten over het bloedbad zijn ontdekt, waarvan de Poolse pers hoopt dat Vladimir Poetin deze aan zijn Poolse collega zal overhandigen. “De Russen weten heel veel over Katyń, maar hebben altijd gezwegen. Zelfs in Rusland kan de schande van dit lafhartige verleden de waarheid echter niet toegedekt houden”, aldus het hoofdcommentaar vandaag in Polska.
