Kies een taal
“Het is een doorbraak, maar voorlopig alleen in het denken”, zei de Poolse premier Donald Tusk na de bijeenkomst van de Visegrádgroep. De leiders van de Centraal-Europese alliantie (Hongarije, Polen, Slowakije en Tsjechië) bespraken op 6 maart in Warschau samen met de Franse president François Hollande en de Duitse bondskanselier Angela Merkel de samenwerkingsplannen van de groep op defensiegebied.
Gazeta Wyborcza benadrukt dat dit de eerste top van de Visegrád 4 was waar de leiders van Duitsland en Frankrijk bij aanwezig waren, iets dat ondenkbaar zou zijn geweest tijdens het presidentschap van Jacques Chirac. De krant schrijft weliswaar dat “de samenwerking van de Visegrádgroeplanden nog nooit zo soepel is verlopen als tussen de Scandinavische landen”, maar:
Dit is niet hetzelfde Europa [als tijdens Chirac, red.]. Polen, Tsjechië, Slowakije en zelfs het door de crisis getroffen Hongarije zorgen niet voor zulke problemen in Europa zoals de zuidelijke landen dat doen.
De Slowaakse krant Pravda onderstreept het belang van de aanwezigheid van Merkel en Hollande bij de V4-top in Warschau en schrijft verder dat “Slowakije een bijdrage zal leveren aan de speciale Visegrádgevechtseenheid.” In de intentieverklaring van de landen staat dat er een speciale verdedigingseenheid zal worden opgericht die tot 2016 uit ongeveer 3.000 soldaten zal bestaan. Polen zal het grootse deel van de manschappen leveren, Tsjechië zal zich vooral richten op de paramedische aspecten en de logistiek, Hongarije zal materieel leveren en Slowakije expertise over massavernietigingswapens.
