Uiteraard kun je in een Porsche Cayenne je glas naar de glasbak brengen, ook al is zo’n Porsche bijzonder slecht is voor het milieu. Het standaardmodel levert een vermogen van 290 pk en dat is natuurlijk je reinste waanzin. Maar deze waanzin, die wordt geproduceerd door de Porsche-fabrieken in het Duitse Stuttgart-Zuffenhausen, verzekert wel circa 7500 mensen in Duitsland van een fulltime baan.
Zou de nieuwe groene minister-president van de deelstaat Baden-Württemberg, die tijdens de verkiezingscampagne een groenere auto-industrie eiste, de Porsche-fabrieken nu van de ene op de andere dag laten sluiten? Dat zou wel zo consequent zijn.
Nu de partij van de Groenen al is doorgedrongen tot de kern van het burgerlijk bestaan in Zuidwest-Duitsland, aangezien ze in de kleinere steden meer dan 20 procent van de stemmen hebben gekregen en in de grotere steden en universiteitssteden zelfs 40 procent hebben behaald, wordt het groen van de Groenen definitief een actuele illustratie van de tegenstellingen waarmee de behoorlijk goed geïnformeerde mens in de westerse wereld tegenwoordig worstelt. Je zou ook kunnen zeggen: het is het uur van de huichelaars.
Structurele, onvermijdelijke leugenachtigheid
De urbane levensstijl, die over de hele wereld weerklank heeft gevonden, wordt door de ecologie in zijn geheel in twijfel getrokken: mobiliteit dankzij opleiding, woon-werkverkeer en vliegverkeer, kapitalistische productdiversiteit, huizen met verwarming en warme douches – dat alles staat op het spel of zou massaal moeten worden ingeperkt als de maatschappij inderdaad radicaal zou moeten overstappen op duurzaamheid.
Alle mensen die dat ook maar enigszins onderkennen en tegelijkertijd hun moderne westerse levensstijl in het algemeen liever niet willen opgeven, stemmen op de Groenen. Het gaat bij deze historische ommekeer in de Duitse politieke verhoudingen niet alleen om een onbenullig station [in Stuttgart] of een arrogante christendemocratische partij (CDU), het gaat zelfs niet alleen maar om kernenergie.
Het gaat om de structurele, onvermijdelijke leugenachtigheid wanneer ecologisch aangepaste levensstijlen binnen het bestaande maatschappelijke systeem worden verkocht als overstap naar algemene verandering.
De situatie waarin de welvarende, hoogopgeleide, liberale kringen op kleine schaal hun best doen om alles iets schoner en beter te doen, en tegelijkertijd de grote structurele vragen, waarmee ze hun geweten willen sussen, aan de partij van de Groenen delegeren. De Groenen zijn geen drop-outs of alternatievelingen meer.
Duurzame manier van leven gebaseerd op vrijheidswinst
De Groenen, dat zijn wij allemaal. In Baden-Württemberg valt dat dilemma nu nog meer op dan ooit tevoren. Veel mensen zouden om eerzame redenen graag willen dat de gevaarlijke dynamiek van het moderne leven door de Groenen wordt afgeremd. Dat zijn echter dezelfde mensen die dagelijks de grenzen van de groei ter harte willen nemen en tegelijkertijd ongelooflijk opgelucht zijn dat de economische groei na de financiële crisis weer op gang is gekomen.
De deelstaat Baden-Württemberg dankt zijn opmerkelijke welvaart aan zijn industrie; alleen de niet bijster milieuvriendelijke chemische industrie telt in Baden-Württemberg al bijna 100.000 werknemers en een jaaromzet van 28 miljard euro.
Dat is dus het levensmodel als de Groenen de grootste partij worden: de man werkt bij de firma Bosch en veroorzaakt daarbij schade aan het milieu – Bosch is bijvoorbeeld de grootste producent ter wereld van verpakkingsmachines voor consumentengoederen –, terwijl de vrouw, die tegen de uitbreiding van het centraal station van Stuttgart is, in de supermarkt met ecolabel biologische streekkaas en Italiaanse biowijn koopt, waarbij ze het liefst zo min mogelijk verpakkingsmateriaal gebruikt.
De Groenen behaalden 72,2 procent van de stemmen in Vauban
Hoezeer de betere, duurzame manier van leven gebaseerd is op vrijheidswinst, die de welvaart in de omgeving biedt, is goed te zien op elke biologische markt in de westerse wereld, in het bijzonder in de wijk Vauban in de Duitse stad Freiburg im Breisgau. De wijk is vernoemd naar een Franse maarschalk, vanwege het feit dat hij bestaat uit voormalige Franse kazernes, die na het vertrek van de soldaten zijn verbouwd tot een soort modelwijk voor milieubewuste stedelingen.
In Vauban behaalden de Groenen bij de jongste deelstaatverkiezingen 72,2 procent van de stemmen. Het zijn allemaal hele aardige, beschermende en vriendelijke mensen in jassen van het merk Jack Wolfskin, maar wie eenmaal een rondje in de wijk heeft gelopen weet ook hoe de zachte terreur van de deugd er in onze tijd uitziet.
Nu zou je je kunnen afvragen of het dan toch niet goed zou zijn als het overal zo zou gaan als in Vauban? Dat gaat niet gebeuren, zelfs niet als de Groenen de absolute meerderheid behalen. Het goede ecologische leven vervult ten opzichte van de samenleving als geheel namelijk dezelfde functie als de journalistieke pogingen naar het motto "een half jaar klimaatneutraal leven" of de acties waarbij het licht een uur lang wordt gedoofd om daarna weer te worden ingeschakeld.
Natuurlijk zou je ook kunnen stellen: democratie bestaat uit compromissen en inconsequente Groenen kunnen toch een correctief vormen in de kapitalistische naam van de deelstaat. Het leven met tegenstellingen is immers nu eenmaal een teken van onze tijd. Dat kan wel zo zijn en in die zin is de expansie van de Groenen uiteraard volstrekt actueel. Laat alleen niemand beweren dat de nieuwe groene burgerij de overwinning is van een nieuwe oprechtheid.
Gezien vanuit Tsjechië
Populariteit de Groenen moet nog komen
"Een demonstratie tegen kernenergie zoals dat op 20 maart plaatsvond in Neuenburg, een stadje in Duitsland vlakbij de Frans-Zwitserse grens, zou in Tsjechië nooit hebben kunnen plaatsvinden", schrijft Respekt. “De anticonformistische betogers die begin jaren tachtig tegen kernenergie protesteerden, zouden de demonstranten in Neuenberg hebben aangemerkt als behoudende burgers die netjes in het gareel lopen”, merkt het Tsjechische weekblad op dat zich afvraagt waarom de Groenen in Duitsland zo’n grote populariteit genieten, terwijl ze in buurland Tsjechië niet eens de kiesdrempel behaalden om tot het parlement te worden toegelaten. “De felle discussies die de Groenen in Duitsland hebben aangezwengeld over de veranderingen van de maatschappij in het licht van de moderne tijd” hebben het isolement van het communistische Tsjechië niet doorbroken, licht Respekt toe. De landen van communistisch Europa “hebben de opstanden van 1968 niet meegemaakt, die in de jaren zeventig een grote mentaliteitsverandering teweeg hebben gebracht in een groot gedeelte van de westerse maatschappij”. Tsjechen zijn geen filosofen en hebben de debatten over de atoomholocaust en het op losse schroeven stellen van theorieën over de vooruitgang niet gekend. Duitsland is een maatschappij van ingenieurs die gelooft dat er voor elk probleem een technische oplossing is, wat volgens Respekt verklaart waarom het land in de greep van het kernenergiedebat is. “In Duitsland”, aldus het tijdschrift, “steunen de Groenen op een maatschappelijke klasse die in Tsjechië nog maar net het licht heeft gezien”.