Een zoutmijn die de Duitsers angst inboezemt. In de voormalige mijn van Asse, vlakbij Hannover, liggen 126.000 vaten kernafval die naar de oppervlakte gebracht moeten worden. Sinds 1988 sijpelt zout water langzaamaan de mijn binnen, wat radioactieve lekken tot gevolg heeft. Het nationale autoriteit voor radioactiviteit heeft uiteindelijk erkend dat de mijn vanaf 2020 het risico loopt in te storten, en adviseert het kernafval over te brengen naar een andere mijn. Het probleem is echter dat niemand weet in welke staat de vaten zich bevinden, noch wat ze precies bevatten. Zo ontdekten de Duitsers in augustus 2009 dat 28 kilo zeer giftig plutonium ondergronds lag opgeslagen. Het overbrengen van het afval van de ene naar de andere opslagplaats is “een keuze tussen de pest en de cholera”, aldus de Duitse krant de Frankfurter Rundschau. “Aanvang van de operatie: onduidelijk. Duur: ongeveer tien jaar. Kosten: minimum 2 miljard euro”, zo vat de krant de situatie samen. Bovendien wordt er van de bedrijven die werkzaam zijn in de kernenergiesector niet verwacht dat ze bijdragen in de kosten.
Categorieën
Tags
Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.
De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!