“Opnieuw speculaties op de markten door weddenschappen over een faillissement van Griekenland” kopt de Griekse krant Elefherotypia: “Resultaat: de beurskoersen slaan op hol. De rente op Griekse obligaties overschreed op 8 april het niveau van 7%, terwijl deze rente in Duitsland 3% bedraagt. De meeste Europese beurzen sloten lager en de vooruitzichten zijn niet bepaald geruststellend. Alleen de geruststellende woorden van de president van de Europese Centrale Bank, Jean-Claude Trichet, hebben het ergste weten te voorkomen”.
Het Griekse dagblad heeft het over een “zwarte donderdag”, die “mogelijk nog veel langer gaat duren”, omdat de “speculanten feitelijk een spel spelen met de Griekse schulden, door geruchten de wereld in te helpen over het gebrek aan structuur in het Europese noodhulpplan voor Griekenland”, dat eind maart door de lidstaten van de eurozone werd goedgekeurd. Wat dat noodhulpplan betreft, voor het Italiaanse dagblad Il Sole 24 Ore, zit de zwakheid hem vooral in de “onduidelijkheid over de uitvoer van het plan” en “in het ontbreken van sancties met betrekking tot speculanten”. Het Italiaanse financiële dagblad onderstreept dat de speculaties in werkelijkheid opnieuw zijn opgedoken, omdat er “na het maandenlang aankondigen van buitengewone maatregelen om deze speculaties te beperken”’ in feite niets is gebeurd.
Hoewel het een ondoorzichtig en wankel plan is, “zou Griekenland wel gedwongen zijn om er een beroep op te doen, ondanks het feit dat de regering het tegenovergestelde beweert, omdat de economische toestand van het land zo zorgwekkend blijft”, volgens Eleftherotypia. De aanwezigheid van twee teams van het IMF in Athene duidt ook op de mogelijkheid dat Griekenland een beroep zal gaan doen op dit Amerikaanse instituut, en dat “stelt de Griekse publieke opinie ook niet bepaald gerust”, zo beweert het dagblad. Precies, beweert de Britse Financial Times, “*het kost de Griekse regering moeite om de Griekse bevolking te overtuigen van de ernst van de problemen van het land en van het feit dat veranderingen in het land onvermijdelijk zijn*”.Als gevolg daarvan kan Griekenland onvoldoende garanties afgeven aan zijn crediteuren, en dat versterkt de aarzelingen van externe geldschieters, zoals Duitsland.
Volgens het Britse financiële dagblad kan “de voornaamste vraag in deze complexe kwestie als volgt worden samengevat: de oplossing voor de problemen van Griekenland wordt ondermijnd door het onvermogen van de voornaamste hoofdrolspelers om op een geloofwaardige manier te laten zien dat ze in staat zijn tot een hoog niveau van afstemming en vertrouwen. Het is een klassiek voorbeeld van mislukte afstemming in de speltheorie: degene die het eerst handelt, wordt gestraft”. Dat verklaart ook de machteloosheid waar speculanten gretig gebruik van maken.
De Duitse krant Die Pressespreekt van een domino-effect noemt dat de Griekse crisis zou kunnen hebben op de Balkan, waar veel Griekse banken en investeerders zijn gevestigd en die een belangrijke motor vormen voor groei, en voor de toetreding van Roemenië en Bulgarije tot de eurozone. De Duitse krant Süddeutsche Zeitung daarentegen noemt de mogelijke positieve gevolgen van de crisis voor Duitsland: de steun aan Griekenland kost Berlijn dit jaar inderdaad 5,4 miljard euro, maar dankzij het feit dat de situatie in het land wordt gestabiliseerd, zal Griekenland zijn schuld tegen een rente van ongeveer 2% moeten terugbetalen, en dat betekent een winst van meer dan 200 miljoen euro voor Duitsland.