Kies een taal
De laatste verkiezingen zijn aan teveel Europeanen onopgemerkt voorbijgegaan; het is dan ook de tijd om zich af te vragen hoe de toekomst van de Europese Unie er uit zal zien. Vragen genoeg: hoe zullen de vele partijen zich organiseren en zich positioneren in het Europese Parlement? Wie zullen de volgende Commissieleden zijn? Wanneer zal het Verdrag van Lissabon definitief worden aangenomen? Zonder enige twijfel zullen deze vragen de 27 Europese staatshoofden en regeringsleiders bezighouden die in Brussel samenkomen op 18 juni.
Maar de Europeanen zelf hebben andere dingen aan hun hoofd, zoals we bijvoorbeeld zien aan de lage opkomst die een uitkomst is gebleken voor bepaalde extreemrechtse partijen en de doorbraak van groene partijen in verscheidene landen. De economische crisis, klimaatverandering en sociale onzekerheid zijn grensoverschrijdende zorgen die verder reiken dan de landelijke verkiezingsprogramma’s. Ze vragen een gemeenschappelijk antwoord waar de kiezers zich in de stembus in kunnen vinden.
De breuk tussen de Europese Unie en haar inwoners dateert niet van gisteren, net als de teleurstelling waarmee moet worden geconcludeerd dat er niets wezenlijks wordt gedaan om een oplossing te vinden. Laten we hopen dat het nieuwe Europees Parlement, met haar Brusselse instellingen en de nationale regeringen tezamen, haar toenemende macht waard zal zijn.
