De Süddeutsche Zeitung trekt de aandacht van zijn lezers op de “droevige situatie” waarin "veel overlevenden van Auschwitz op de dag van de herdenking verkeren”. Bijna de helft van de 517.000 joodse slachtoffers die nog in leven zijn, leven onder de armoedegrens, “de meesten in Israël en de voormalige Sovjetunie”. Ze hebben vaak geen scholing gehad en zijn getraumatiseerd door hun kampervaringen; slechts weinigen hebben een bestaan weten op te bouwen om in hun levensonderhoud te voorzien. "Deze problematiek is nauwelijks aan de orde gekomen toen de kersverse Bondsrepubliek de schadevergoedingen uitkeerde”, betreurt de Süddeutsche Zeitung. Duitsland heeft indertijd de verschillende staten waar overlevenden wonen 65 miljard euro schadevergoeding betaald, en onderhandelt op dit moment over een financiële tegemoetkoming met de Jewish Claims Conference.
De Frankfurter Rundschau meldt overigens dat Auschwitz aan een opknapbeurt toe is. “Het complex van 190 hectare dat in 1947 is omgedoopt tot museum is in staat van verval”, meldt de krant. Zo is het bord "Arbeit macht frei" bij de ingang van het vernietigingskamp Auschwitz dat op 27 januari bij de 65e herdenking van de bevrijding van het kamp te zien zal zijn, een kopie van het origineel. Het origineel was in december gestolen en moet gerestaureerd worden. De komende twintig jaar zal er 100 miljoen euro worden gestoken in restauratiewerkzaamheden. Het Internationaal Auschwitz comité heeft voorgesteld dat de andere EU-landen hun steentje bijdragen en dat niet alleen Polen, waar het kamp staat, voor de kosten opdraait. “Berlijn heeft 60 miljoen euro betaald”, zo valt te lezen in de krant.