Een groep Spaanse jongeren poseert voor een vriend.

Auschwitz, een toeristische attractie

Elk jaar brengen meer dan een miljoen mensen een bezoek aan het vernietigingskamp Auschwitz, waarvan de bevrijding op 27 januari wordt gevierd. Télérama vraagt zich af of dit massatoerisme, met zijn uitwassen, niet een smet werpt op de gedachtenis aan de Holocaust.

Gepubliceerd op 26 januari 2012 om 16:20
Een groep Spaanse jongeren poseert voor een vriend.

"Misschien kunnen we een rondleiding door een gids krijgen, dat zou handiger zijn." "Je hebt gelijk, dat scheelt ons tijd." Een echtpaar van in de vijftig overlegt met elkaar. Ze hebben vakantie en zijn op doorreis in Krakau. Ze willen absoluut een bezoek brengen aan de bezienswaardigheid bij uitstek in de streek: het concentratiekamp Auschwitz, zestig kilometer van Krakau vandaan. De medewerkster van de plaatselijke VVV staat hen vriendelijk te woord.

Stellen als deze, daar zijn er duizenden per jaar van. Ze hebben slechts drie dagen om de regio te bezoeken en willen 'het kamp' zien. Auschwitz trekt tegenwoordig meer toeristen dan het prachtige Krakau, dat zo'n beetje het uithangbord voor het kamp is geworden. Overal in de stad wordt er reclame voor gemaakt. Vanaf het vliegveld kun je er rechtstreeks met de taxi naartoe. Reisorganisaties bieden een dagprogramma aan: drie uur heen en terug en twee uur ter plaatse voor honderd zloty, ongeveer twintig euro. "Auschwitz is de meest gewilde bestemming van onze excursies, vooral bij buitenlanders", zegt Tomasz Stanek van Cracow City Tours. Vorig jaar ontving het kamp 1,3 miljoen bezoekers.

Goed geoliede machine

Het is een goed geoliede machine: een medewerker van de reisorganisatie haalt je op bij het hotel en brengt je naar het Szczepanski-plein, daar vandaan vertrekken minibussen naar het kampterrein. Voordat je Oswiecim binnenrijdt, zie je al borden staan met 'Muzeum Auschwitz', een zo neutraal mogelijke aanduiding. De bussen worden neergezet op een parkeerplaats waarvoor moet worden betaald. Er zijn ook toiletten, evenmin gratis, en geldwisselautomaten. Pictogrammen geven aan dat honden, badkleding, roken, eten en wandelwagens verboden zijn; veel jonge ouders houden zich niet aan deze laatste regel. Bij de ingang staan stalletjes waar je boeken en dranken kunt kopen.

Twee dronken mannen zijn neergeploft tegen een paaltje, met hun rugzak aan hun voeten en met een flesje bier in de hand. In het gebouw waar de kaartjes worden verkocht, is ook een cafetaria. Drie jongeren hebben een hamburger gekocht, die ze al mopperend snel naar binnen werken: op het kampterrein mag niet gegeten worden en niemand heeft hun dat verteld. In theorie is de entree gratis, maar groepen mogen uitsluitend onder leiding van een gids (38 zloty per persoon) naar binnen en individuele bezoekers worden alleen voor 10.00 uur of na 15.00 uur toegelaten.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Vandaag gaan achtduizend toeristen het kamp bezichtigen. Met tweehonderdvijftig gidsen in veertig talen. Onze gids, Dorota, heeft een norse uitstraling en doet drie rondleidingen per dag. Een rondleiding duurt twee uur, waarvan negentig minuten in het werkkamp Auschwitz en slechts een half uur in het vernietigingskamp Birkenau worden doorgebracht. De groep zet zich in beweging. Een stel met een baby haalt als eerste hun fototoestel tevoorschijn om het bord met 'Arbeit macht frei' te vereeuwigen. Regelmatig moeten we wachten of inschikken om andere groepen door te laten. Sommige gidsen houden een paraplu omhoog om hun schaapjes niet kwijt te raken.

Dansen in Auschwitz

De mensen tonen weinig emoties, alsof die beteugeld worden door de menigte. In de derde zaal geven vijf personen er de brui aan. "Er zijn te veel mensen om ook maar iets te ervaren", zegt een Fransman. "Eigenlijk vertelt de gids ons niets nieuws. Dit weten we allemaal al." "En bovendien duurt het te lang", voegt zijn echtgenote daaraan toe alvorens hem te volgen. Een Fransman van in de dertig, van Koerdische origine, deelt zijn kennis van diverse genociden - in Armenië, Algerije, Rwanda - met de mensen die bij hem in de buurt staan.

Met een pendelbus arriveren we in Birkenau. Voor de massieve toren waar vroeger de treinen aankwamen, staan ook nog andere bussen geparkeerd. Sommige bezoekers nestelen zich in het gras voor een picknick. Maar de lucht betrekt. We moeten ons haasten. En dat doen we dan ook. Een man die geconcentreerd filmopnames maakt, vertrouwt zijn camcorder toe: "Dat was het vrouwenkamp." Een andere man pakt zijn mobiel en belt een kameraad: "Hé, ik wilde gewoon even iets van me laten horen." Als we bij de restanten van de gaskamers staan, vallen de eerste druppels naar beneden. Het is een kille regen en maar weinig mensen zijn daarop voorbereid aangezien de zon vanmorgen nog volop scheen. Snel zoeken we met z'n allen beschutting onder een afdak. Het gaat steeds harder regenen. "Zo voelen we een beetje wat zij hebben doorgemaakt", zegt de Koerd op ernstige toon.

Is dit schokkend? Ja, ongetwijfeld. De grenzen van het onfatsoen worden regelmatig opgerekt. Een paar jaar geleden begon een vrouw zich in de gaskamers uit te kleden om te begrijpen wat 'zij' hadden gevoeld. In 2001 zorgden Amerikaans-Joodse organisaties ervoor dat een nachtclub op één kilometer van Birkenau werd gesloten. Vijf jaar geleden vroeg een kledingfabrikant of hij hier een modeshow mocht houden. In 2009 werd het bord met het opschrift 'Arbeit macht frei' gestolen. En enkele maanden geleden deed de video op YouTube van een Australische overlevende die samen met zijn kleinkinderen op de muziek van 'I will survive' danste op de plek waar hij talloze ontberingen had doorgemaakt, ons op zijn minst perplex staan.

Geen morele discussie over Auschwitz als trekpleister

Is dit onvermijdelijk? Ja, ook dat ongetwijfeld. "De intellectuelen die zich met de genocide bezighouden, voeren niet echt een morele discussie over het feit dat Auschwitz tot een toeristische trekpleister is getransformeerd. Deze bussen vol toeristen zijn een logisch gevolg van de mogelijkheden tot grootschalige herdenkingen die er tegenwoordig zijn", vertelt Jean-Charles Szurek, onderzoeker bij het CNRS [Frans centrum voor wetenschappelijk onderzoek, red.] en schrijver van 'La Pologne, les Juifs et le communisme' [Vert: ‘Polen, de Joden en het communisme’, red.]. "Al is zo'n reis van één dag met een chartervlucht vanaf een Europese hoofdstad in mijn ogen absurd, bij de lol makende jeugd zal wellicht toch iets blijven hangen." De openstelling voor toeristen wordt eigenlijk alleen maar gehekeld door Holocaustontkenners als de Brit David Irving, die de Poolse regering ervan heeft beschuldigd van Auschwitz een "attractie in de stijl van Disneyland" te hebben gemaakt.

Historici verzetten zich vooral tegen de wijze waarop de geschiedenis ter plaatse wordt gepresenteerd: "Polen, Russen, politici en Joden worden op één hoop gegooid, terwijl deze laatsten samen met de zigeuners als enigen slachtoffer waren van 'selectie' en uitroeiing", stelt Marcello Pezzetti, een Italiaanse historicus. "Als je vandaag zo'n kortstondig bezoek aan Auschwitz brengt, zul je niet begrijpen wat er is gebeurd. Schokkend is niet dat er toeristen komen, maar wat ze te zien krijgen…"

Leven in de schaduw van het kamp

In Oswiecim, waarvan Auschwitz de verduitste naam is, worden deze discussies door de plaatselijke bevolking met kritische blik gevolgd. Het is een grauwe stad waaruit de jeugd is weggetrokken en een paar geel geverfde huizen helpen niet de boel wat op te vrolijken. De werkloosheid ligt hoger dan het landelijk gemiddelde, namelijk op 16 procent. Auschwitz zorgt wel voor banen in Oswiecim (de meeste van de tweehonderdvijftig gidsen komen ervandaan), maar toeristen tref je er slechts sporadisch. "Wij bestaan niet en wanneer de mensen ons wel zien vragen ze zich af, ook al waren wij destijds nog niet geboren, hoe wij dit alles hebben kunnen laten gebeuren", luidt de klacht van Margareta Szeroka, een inwoonster van de stad. Zouden ze wat meer van deze goudmijn willen profiteren? "We zijn hier in de stad Oswiecim. Auschwitz ligt hiernaast", aldus Janusz Marszalek, de voormalige burgemeester.

In Krakau daarentegen heeft het 'succes' van het kamp in de wijk Kazimierz geleid tot een verbazingwekkende Joodse 'renaissance'. Anna Gulinska, een kleine brunette van 27 jaar, is zelf niet Joods. Maar zij is "op school en vervolgens op de universiteit" verliefd geworden op de Joodse cultuur en heeft Jiddisch gestudeerd. Tegenwoordig is zij verantwoordelijk voor de programmering van het Jewish Community Centre. "Wij zijn er om de gemeenschap te dienen", zegt ze. "Joods Polen is niet slechts een groot kerkhof." En Auschwitz? "Wij zouden graag zien dat de toeristen vanuit het kamp hiernaartoe komen. Wij leven in de schaduw van het kamp, maar we moeten verder kijken."

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp