Nieuws De Baltische Staten en de crisis / 4
Zangeressen op het dans-en zangfestival "ÜhesHingamine" 2009 in de hoofdstad Tallinn.

Estland, het beste jongetje van de klas

Ondanks de crisis zal Estland in 2011 het volgende nieuwe lid worden van de eurozone. Het Tsjechische dagblad Hospodářské noviny probeert in het economische en sociale model van het land redenen te vinden voor zijn succes.

Gepubliceerd op 19 mei 2010 om 13:32
ToBreatheAsOne  | Zangeressen op het dans-en zangfestival "ÜhesHingamine" 2009 in de hoofdstad Tallinn.

Met zijn lengte van zeker twee meter, zijn koninklijke baard en zijn indrukwekkende buik heeft Kalev Vilgats alles om door te gaan voor een geduchte Viking. Voor hem is een normaal biertje een hele liter en de muren trillen bijna wanneer hij wegloopt om met vrienden eindeloos te gaan zitten praten in zijn favoriete restaurant niet ver uit het centrum van Pärnu, een stad in het zuiden van Estland.

Het maakt niet uit waarover. Of het nu gaat om de kwaliteit van het bier, de economische crisis of nog een keer over de euro die volgend jaar januari in zijn land wordt ingevoerd. Voordat hij zijn gast aan het woord laat moet Kalev, als een echte Estlandse patriot, de gunstige effecten van de lokale thermale baden roemen en even opmerken dat zijn geboortestad deze zomer het grote festival van Hanzesteden organiseert, wat, volgens de burgemeester, de toeristische sector die zwaar te lijden heeft gehad van crisis nieuw leven gaat inblazen.

Altijd rekenen

”Voor gewone mensen blijft het leven moeilijk, ze moeten altijd rekenen”, zegt Kalev, die journalist is bij het lokale dagblad. Het afgelopen jaar is het BBP van het land met veertien procent gedaald, de salarissen met gemiddeld vijftien procent en zit zestien procent van de beroepsbevolking zonder baan. En dan komt de vraag die zelfs deze zelfverzekerde reus verbaast, net als de meerderheid van de Estlanders. Hoe is de magie van het succes van zijn land en het vertrouwen van zijn landgenoten te verklaren?

Nieuwsbrief in het Nederlands

Want ondanks de crisis komen ze niet in opstand, beschuldigen ze niemand, vervallen ze niet tot populisme of pessimisme, werken ze hard en beschikken ze over een transparant elektronisch systeem voor openbare diensten. “Eigenlijk hebben we ons al voor de euro uitgesproken in 2003, tijdens het referendum over toetreding tot de Europese Unie.” Sindsdien, legt Kalev uit, ”was de enige onzekerheid wanneer we precies aan de vereiste criteria voor de introductie van euro zouden kunnen voldoen”.

Estland kwam uit een situatie van post-sovjet malaise, maar is er langzamerhand in geslaagd om de hoogste plaatsen in te nemen in de klassementen voor landen met goede ondernemersomstandigheden, of voor de staat van de democratie. Dit is een land waar je je belastingaangifte in drie muisklikken kunt doen. Estland is ook het eerste Europese land dat een vlaktax heeft ingevoerd. Maar het is ook een land waarvan de open economie hard is getroffen door de wereldwijde economische crisis.

Geen ideologische polarisatie

Waarin verschilt Estland van andere post-communistische landen? Er heerst overeenstemming over enkele basisprincipes in de ontwikkelingsstrategie, die niemand sinds 1990 echt in twijfel heeft getrokken. Er is hier geen ideologische polarisatie zoals in Slowakije, Tsjechië of in Hongarije. De toetreding tot de Europese Unie en de NAVO zijn doelstellingen die elk land in Midden-Europa nastreeft. Maar Estland heeft iets extra’s, iets wat we een soort consensus-praktijk zouden kunnen noemen.

Het is niet makkelijk om dit concept te begrijpen. De Estlanders zijn tegelijkertijd een gesloten en hardwerkend volk. De Litouwse socioloog en filosoof Zenonas Norkus heeft voor deze werkmentaliteit een historische verklaring die berust op de beroemde stelling van socioloog Max Weber die het protestantisme zag als de wieg van het kapitalisme. Welnu, de Estlanders zijn over het algemeen niet- praktiserende lutheranen. De wens van de Estlanders om zich van de Sovjet-invloed te bevrijden en haar erfenis kwijt te raken vormt een ander historisch motief voor de consensus.

Overigens zien de Estlanders in Finland, waar ze taalkundig aan verwant zijn, een voorbeeld. Dat is voor hen het grootste compliment dat je ze kunt geven: door te zeggen dat hun land niet Baltisch is of post-communistisch, maar Scandinavisch. En, gezien de nauwe banden die er bestaan tussen Finland en Estland, commercieel en wat betreft arbeidsmarkt, wordt deze bewering tot op zekere hoogte ook nog door de feiten geboekstaafd.

Positieve band met de staat

Op de veronderstelling dat de consensus op een bepaalde manier synoniem is aan een corporatieve staat, antwoorden de Estlanders dat in zo’n klein land het onvermijdelijk is dat alle mensen elkaar kennen, dat de publieke en de private sector op natuurlijke wijze met elkaar zijn verweven. Bovendien zijn regels en wetten op een zeer transparante wijze tot stand komen. “De mensen hebben vertrouwen in de overheidsinstellingen. Dat komt omdat Estland, na zijn onafhankelijkheid, een sterke economische groei doormaakte en omdat de staat toen heeft bewezen transparant te zijn. Dat is waarom hier een politiek die naar eenheid streeft mogelijk is”, meent socioloog Aivar Voog. De positieve band met de staat is ongetwijfeld het belangrijkste aspect waarmee Estland zich onderscheidt van andere post-communistische landen. De Estlanders herkennen zich in hun staat. Dat verklaart waarom ze zich onder elkaar en jegens de staat met respect gedragen.

De anti-crisis

Letland of Hongarije, wie heeft er gelijk?

Begrotingsdiscipline of uitgaven om de groei te stimuleren? Het Poolse dagblad Dziennik Gazeta Prawna bespreekt hoe verschillend twee landen uit Midden- en Oost-Europa met de crisis omgaan. Zo haalt Letland de broekriem in deze tijd. Dit land heeft de aanbevelingen van het Internationaal Monetair Fonds zeer serieus genomen en heeft radicaal in de uitgaven gesneden. Zodanig, schrijft de Poolse krant, dat de studenten afgelopen winter les kregen in slecht verwarmde collegezalen. De slechts 38-jarige Letse premier, Valdis Dombrovskis, heeft zijn landgenoten een pakket draconische maatregelen opgelegd: zo verhoogde hij de BTW van achttien naar 21 procent, verlaagde hij de pensioenen, drong hij de uitgaven voor de ziekenhuizen met 57 procent terug en sneed hij zonder pardon in de salarissen van artsen en universitair docenten. De gevolgen hiervan bleven niet uit: het begrotingstekort van Letland daalde van 27 procent eind 2006 naar nul procent begin dit jaar.

In Hongarije, aan de andere kant, heeft de nieuwe premier, Viktor Orbán, gekozen voor een model om de crisis te bestrijden dat gebaseerd is op een hoog begrotingstekort, beloften om de belastingen te verlagen teneinde de groei te stimuleren en de werkloosheid terug te dringen, en een grotere rol van de Staat in de economie. Als reactie op de kritiek van het IMF en de EU laat hij weten dat hij zich niet aan de opgedrongen voorwaarden van de markt of van de internationale instellingen wil onderwerpen. Verwacht wordt dat het geheime wapen van Victor Orbán zal zijn om de ondergrondse economie, die een kwart van het BBP van Hongarije genereert, definitief uit te bannen.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp