Dankzij Europa heeft Khadaffi vrij spel

De houding van Europa ten aanzien van de meedogenloze onderdrukking van de Libische opstandelingen doet denken aan haar laffe houding ten tijde van de oorlog in Bosnië, schrijft de Italiaanse intellectueel Adriano Sofri. Doordat de Europeanen maar blijven dralen, geven ze de indruk geen enkele verantwoording te willen nemen voor een drama dat zich toch voor hun neus afspeelt.

Gepubliceerd op 17 maart 2011 om 15:33

Als u deze regels leest, is Benghazi misschien al gevallen. De befaamde internationale gemeenschap zal dan een zucht van opluchting kunnen slaken en eindelijk kunnen zeggen dat het nu te laat is om in te grijpen. Schouderophalend zou zij daar nog aan toe kunnen voegen dat de opstandelingen te snel geloofwaardigheid hebben gekregen en dat een paar bombardementen al voldoende waren om ze ten val te brengen.

Alleen gaat het nu niet meer om de militaire geloofwaardigheid van de rebellen, maar om het lot van een burgerbevolking die ten prooi zal vallen aan represailles.

Om de huidige situatie in een juist perspectief te zetten, zou ik twee vrij recente gebeurtenissen in herinnering willen brengen. Op 15 april 1986 vuurde Libië twee scud-raketten af die op enkele kilometers voor de kust van Lampedusa in zee vielen. De Libische raketten waren een vergeldingsactie voor een massale aanval van de Amerikaanse luchtmacht om Khadaffi te doden. Elf dagen later, op 26 april, explodeerde de kerncentrale van Tsjernobyl. De radioactieve wolk verspreidde zich over Europa en in Italië werd de consumptie van melk en groenten uit voorzorg ingeperkt.

Europa wil niet 'storen'

Er is nu vijfentwintig jaar verstreken en Khadaffi legt momenteel de laatste hand aan de herovering van zijn land. Maar de internationale gemeenschap verschuilt zich op zijn best achter de emoties die worden veroorzaakt door de catastrofe in Japan en de angst voor een kernramp.

Nieuwsbrief in het Nederlands

In 1986 voerden niet minder dan 24 Amerikaanse bommenwerpers aanvallen uit op tal van Libische doelwitten – Tripoli en Benghazi inbegrepen – om zich te wreken voor een bloedige aanslag op een Duitse discotheek. Maar nu geven we niet thuis, juist op het moment waarop de dictator zijn militaire strijdkrachten met een verpletterend overwicht ophitst tegen zijn in opstand gekomen volk. Hoe kan dat? Wat is er in de tussenliggende tijd gebeurd? Er hebben sindsdien heel wat gebeurtenissen plaatsgevonden: de oorlog in Somalië in 1993, de aanslagen van 11 september 2001, de oorlog in Irak en in Afghanistan, noem maar op. Dat verklaart waarom Obama zich afzijdig houdt, hoewel dit geen rechtvaardiging is. Maar Europa? Europa doet goede zaken in de wapenhandel, maar als het gaat om een gemeenschappelijk optreden, is het ineens de onschuld zelve 'om maar niet te storen'. Europa heeft jarenlang zijn kop in het zand gestoken toen de Bosniërs werden afgeslacht – hoewel Bosnië bij Europa hoorde – totdat Bill Clinton hier een eind aan maakte. Net zoals de rook van de branden in Sarajevo destijds, is nu de rook in Benghazi goed te zien in Europa.

Realiseren de democratische mogendheden – moeten we ze eigenlijk wel zo noemen? – zich dan niet dat een dergelijke inertie ten aanzien van de represailles van de milities van Khadaffi de eenzijdige aanval van Bush op Saddam Hoessein a posteriori rechtvaardigt? Saddam had ingezet, net als Khadaffi nu, op het onvermogen van de democratische mogendheden. Hij heeft fout gegokt en verloren. Maar het lijkt erop dat Khadaffi meer geluk heeft. De democratische mogendheden hebben hem in de ban gedaan en gedreigd hem voor het Internationaal Gerechtshof te slepen. Maar na de slag die hem door de opstandelingen was uitgedeeld, hebben ze hem alle tijd gegund om zich te hernemen en zijn legers te formeren voor zijn herovering waarbij hij represailles liet uitvoeren tegen weerloze mensen. En de democratische mogendheden stonden erbij en keken ernaar. In de roes van hun bevrijding waren de opstandelingen zo naïef om Khadaffi te gebieden zich over te geven, alsof een veroordeelde het executiepeloton kan bevelen om de trekker niet over te halen, in de overtuiging dat ze – naast applaus – ook steun zouden krijgen van de democratische mogendheden.

Alleen de context is nieuw

Het probleem dateert niet van gisteren, alleen de context is nieuw. Zolang er geen internationale politiemacht bestaat, zijn internationale rechtspraak en het internationale Gerechtshof slechts een wassen neus. Khadaffi kan pas worden gearresteerd of verjaagd zodra een groot gedeelte van zijn onderdanen tegen hem in opstand zal zijn gekomen, niet eerder. We kunnen hier tegenin brengen dat een opstand die niet op eigen krachten kan slagen, geen recht van bestaan heeft en dat dit principe ook geldt als we naar het recht of de plicht kijken om in te grijpen. Maar dat is niet waar, dat is maar heel zelden het geval geweest. Een moderne, tribale en dynastieke dictatuur zoals die van Khadaffi beschikt over een rijkdom die voldoende is om brede, maatschappelijke steun en een sterke privé-garde in stand te houden over de hoofden van een groot aantal onderdanen, een volk van onzichtbare mieren, tot op de dag waarop ze en masse het land ontvluchten.

Europa lijkt meer dan ooit verdeeld te zijn. De Franse president Nicolas Sarkozy was te impulsief en wilde teveel doen. Hij gaf de indruk zich te laten leiden door verkiezingsmotieven, persoonlijke ijdelheid, de verliezen in Afghanistan en de mislukte operatie om de twee Franse gijzelnemers in Niger te bevrijden, maar hij heeft ten minste zijn mond geroerd. Ook de strijdlust waarvan de Britse premier David Cameron blijk heeft gegeven en die in andere tijden serieus zou zijn genomen, lijkt van het soort veel geschreeuw maar weinig wol te zijn.

Holle woorden in de Europese verklaringen

In Duitsland deed Angela Merkel de veelzeggende uitspraak dat zij “af wilde wachten om te zien hoe de situatie zich verder zou ontwikkelen”. Bevolkingen die de wens koesteren om in opstand te komen om hun vrijheid af te dwingen, zijn bij dezen gewaarschuwd. Het lijkt wel of de holle woorden in de Europese verklaringen uit de mond van één verenigd continent komen dat zijn handen in onschuld wil wassen.

Italië telt trouwens nauwelijks mee en wil dat graag zo houden. Met iedere dag die verstrijkt wordt de oplossing van de situatie steeds complexer. Het is onwaarschijnlijk dat overredingskracht en een aantal embargomaatregelen de bende van Khadaffi ervan kunnen overtuigen te vertrekken.

Velen dromen er simpelweg van dat hij zich weer stevig in het zadel werkt zodat we weer net als voorheen handel met hem kunnen drijven, maar daar is weinig kans op. Dus wat nu? Omdat tijd een doorslaggevende factor is voor een eventuele doorbraak in deze impasse, neemt Europa rustig de tijd. Met andere woorden: verliest zijn tijd. Met Europa kun je wachten tot je een ons weegt.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp