Sciacca (Sicilië), 1925 : de familie van Giuseppe Riggio. Privé-archief van de familie Riggio.

De maatschappelijke ladder is kapot

Volgens een recent onderzoek van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) zijn Italië en Groot-Brittannië de twee landen waar de inkomens en opleidingsniveaus van ouders de grootste invloed hebben op die van hun kinderen. Deze denktank van de geïndustrialiseerde landen waarschuwt dat de gebrekkige sociale mobiliteit negatieve gevolgen kan hebben voor de economische groei.

Gepubliceerd op 16 maart 2010 om 16:30
Sciacca (Sicilië), 1925 : de familie van Giuseppe Riggio. Privé-archief van de familie Riggio.

In een starre, vastgeroeste maatschappij waarin de sociale en economische verhoudingen vast liggen, wordt weinig waarde gehecht aan het belang van het individu. De mogelijkheden om de sociale klasse te ontstijgen zijn dan ook maar dun gezaaid. Dit was al langer bekend, maar wordt nu ook bevestigd door de OESO in een onderzoek dat binnenkort zal worden gepubliceerd ("A Family Affair") over de maatschappelijke mobiliteit tussen generaties in de rijkste landen ter wereld.

Hoe groot is de invloed van papa’s inkomen? In Italië bijna 50%. In de statistieken van de OESO toont dit percentage aan in welke mate het inkomen van Italianen een afspiegeling vormt van dat van hun ouders. Door de bank genomen wordt de voorsprong van een op de twee vaders die een goedbelegde boterham verdienen in vergelijking met vaders die de eindjes aan elkaar moeten knopen automatisch overgedragen op hun zoon – individuele talenten en loopbanen buiten beschouwing gelaten. Italië wordt op de voet gevolgd door Frankrijk en de Verenigde Staten en in Groot-Brittannië ligt het percentage zelfs nog iets hoger. In Denemarken, Australië en Noorwegen maakt deze – in zekere zin – erfelijke invloed nog geen 20% uit. Het gevolg van dit verschijnsel zijn verschillen in inkomens die samenhangen met de sociale afkomst. Zo is een vader met een diploma een soort waarborg voor een goed salaris. Zo heeft in Italië de zoon van een ingenieur – met een groot verschil ten aanzien van Frankrijk en Groot-Brittannië – vergeleken met de zoon van een arbeider bijna 60% meer kans een diploma te behalen dat vergelijkbaar is met dat van zijn vader en 30% meer kans in vergelijking met de zoon van een boekhouder.

Een maatschappij van "vaderskindjes" stelt ons voor een economisch probleem

Bovendien draagt de culturele en maatschappelijke context bij tot het behalen van een diploma. Dus de zoon van een Italiaanse vader met een diploma (ongeacht of de zoon al dan niet een diploma heeft) verdient gemiddeld 50% meer dan de zoon van iemand die de middelbare school nooit heeft afgemaakt. Portugese en Britse kinderen wier vaders voortijdig van school zijn gegaan, zijn nog zwaarder ‘erfelijk’ belast. In Frankrijk heeft deze voortijdige schooluitval een invloed van 20%, terwijl dat in Oostenrijk en Denemarken nog geen 10% is.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Een maatschappij waarin alle individuen – zowel in positieve als in negatieve zin – “vaderskindjes” zijn en blijven stelt ons volgens de OESO voor een economisch probleem, want dit brengt een enorme verspilling van middelen met zich mee. “*In de eerste plaats hebben minder mobiele maatschappijen de neiging om talenten en competenties te verspillen of inefficiënt in te zetten. Ten tweede kan het gebrek aan gelijke kansen de motivatie, inspanningen en tot slot zelfs de productiviteit van de leden van de maatschappij ondermijnen, wat negatieve gevolgen heeft voor de algehele efficiency en groeipotentie van de economie*,” aldus het onderzoek. De OESO concludeert dat hoe groter de ongelijkheid in een land is, hoe immobieler de maatschappij. En Italië is een van de westerse landen met het hoogste percentage ongelijkheid.

Grotere sociale mix heeft geen negatieve gevolgen voor algehele schoolresultaten

Volgens de indeling van de OESO is Italië bovendien (in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Verenigde Staten, Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië) een van de landen waar de gezinscontext de minste invloed op de schoolresultaten heeft. Zo is de zoon van een ingenieur niet beter in wiskunde dan de zoon van een arbeider. Alleen de Canadezen, Koreanen en enkele Scandinavische landen zijn op dit gebied neutraler dan de Italianen. Dat komt waarschijnlijk door hun openbare schoolsysteem dat nog vrij homogeen en maatschappelijk geïntegreerd is. Iedereen vaart hier wel bij: volgens het onderzoek van de OESO kan een grotere sociale mix binnen basisscholen en middelbare scholen ervoor zorgen dat de schoolresultaten van leerlingen uit de lagere sociale klassen worden opgekrikt zonder negatieve gevolgen voor de algehele schoolresultaten. Tot slot hangen volgens de OESO de meeste carrièrekansen in Italië samen met het aantal dienstjaren en de werkervaring en niet zozeer met het competentie- en scholingsniveau. In Italië is intergenerationele mobiliteit dus, overigens net als intragenerationele mobiliteit, een zeldzaamheid.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp