“De officiers van justitie [van de Directie van Onderzoek naar Georganiseerde Criminaliteit en Terrorisme (DIICOT), red.] zijn aan in Nederland gestolen meesterwerken voorbijgegaan”, schrijft Jurnalul Naţional naar aanleiding van het nieuws dat 7 gestolen schilderijen zouden zijn verbrand.
De krant trekt de werkzaamheden van de DIICOT in twijfel. De organisatie zou het belangrijker hebben gevonden om de dieven te vangen – die op 15 juli 2013 in staat van beschuldiging zijn gesteld – dan om de zeven schilderijen terug te vinden. De werken van Matisse, Picasso, Monet, Gauguin, Meyer de Haan en Lucian Frued werden in oktober 2012 gestolen in de Kunsthal in Rotterdam en hadden een waarde 200 miljoen euro, schrijft de krant.
De moeder van een van de verdachten heeft op 8 maart de kunstwerken echter verbrand. Zij hoopte daarmee haar zoon, die momenteel berecht wordt, te kunnen beschermen. Volgens de krant zijn de verbrande schilderijen:
het grootste verlies uit de afgelopen decennia op het gebied van kunst die behoort tot het universele erfgoed, dat te wijten is een opzettelijke handeling. Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft geen enkele onherstelbare actie als deze meer plaatsgevonden.