Nieuws Turks referendum
Premier Recep Tayyip Erdogan tijdens een persconferentie in Ankara.

Erdogan draagt Atatürk ten grave

Met hun stem vóór de ingrijpende wijziging van de grondwet, die de regering van Recep Tayyip Erdogan wenste, hebben de Turken hun goede wil getoond om hun land te moderniseren. Bovendien is Turkije weer een stukje richting Europa, opgeschoven, hoewel dat aspect niet centraal stond bij de verkiezingscampagne.

Gepubliceerd op 13 september 2010 om 13:58
Premier Recep Tayyip Erdogan tijdens een persconferentie in Ankara.

In een recent artikel vroeg Fadi Hakura, Turkije-deskundige bij het Britse Chatham House, het Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen in Londen, zich al af hoe het zat met een diep verankerd idee dat “Turkije zonder Europa geen liberale democratie zou kunnen noch willen worden.” Volgens hem was het zo dat “terwijl het proces van toetreding tot de Europese Unie zich in een impasse bevindt, de Turkse samenleving zich ontwikkelt naar meer democratie, scheiding van kerk en staat en een sociaal-economische opleving beleeft. Europa begaat een ernstige vergissing door Ankara af te wijzen. Turkije is een oprecht baken van hoop en fungeert voor vele landen, moslim en niet-moslimstaten, als model. Het land bouwt op eigen kracht aan zijn toekomst. Een Turkije dat minder afhankelijk is van de Europese Unie zou eindelijk de mythe kunnen ontzenuwen dat Europa het enige instrument is waarmee vaart gezet kan worden achter de liberalisering van Turkije en in zijn kielzog van de Arabische landen in het Midden-Oosten.”

Heeft Hakura gelijk? Eén ding staat vast: de modernisering van het Ottomaanse rijk heeft grotendeels het Europese model gevolgd. Destijds stond modernisering gelijk aan verwestersing. Bij de oprichting van de Turkse republiek heeft men zich uitgebreid laten leiden door de autoritaire moderniseringsmodellen in Europa (Duitsland, Italië en de Sovjet-Unie). Turkije heeft een voorbeeld genomen aan de Westerse democratieën aan het eind van de Tweede Wereldoorlog en aan de Europese Unie na de Koude Oorlog.

Negatieve signalen

De kandidatuur van Turkije voor de toetreding tot de Europese Unie in 1999 heeft niet alleen geleid tot liberalisering van de Turkse islamitische stroming, maar is tevens vertaald in de opkomst van een brede, pro-Europese coalitie, waar zelfs de strijdkrachten deel van uitmaakten. Tussen 2001 en 2005 markeerden de wijzigingen van wetten en de grondwet het begin van een overgang – van de bureaucratische betutteling door het regime naar het accepteren van Europese democratische standaarden – en werden aanvaard door zowel de regerende AK-partij van premier Erdogan als door de oppositiepartij (CHP).

De negatieve signalen die na 2005 vanuit de EU werden uitgezonden, en dan vooral de bewering van de Franse regering dat Turkije niet bij Europa hoorde, hebben het enthousiasme onder de bevolking vóór toetreding op grote schaal doen bekoelen. Het leger en de oppositiepartijen, onder leiding van de 'sociaaldemocratische’ CHP, zijn zich steeds meer gaan verzetten tegen de hervormingen die de EU oplegde. De ‘soft power’ van de EU ten opzichte van Turkije, of anders gezegd, haar vermogen om als model te fungeren, is aanzienlijk geslonken, om niet te zeggen volledig verdwenen.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Tweede reuzenstap

Gisteren heeft Turkije in een referendum een serie grondwetswijzigingen aangenomen, waarmee het land een tweede reuzenstap zet (na de hervormingen in de periode 2001-2005) naar de liberale democratie. De in deze amendementen beoogde hervormingen komen overeen met de eisen van de Europese Unie met het oog op toetreding. De Europese instellingen onder leiding van de Commissie hebben hun steun toegezegd aan deze hervormingen, die volgens hen “in de goede richting gaan.”

De aanmoedigingen van de Europese Unie lijken echter weinig of zelfs helemaal geen invloed te hebben gehad op de campagne. Alle belangrijke oppositiepartijen zijn alle mogelijke middelen blijven aanwenden tegen de wijzigingsvoorstellen van de regering. De nieuwe partijleider van de CHP, Kemal Kiliçdaroglu ging zelfs zover dat hij beweerde dat de Europese hoge ambtenaren door de AK-partij waren omgekocht om diens hervormingen te steunen. Bepaalde stemmen binnen de oppositie beweerden bovendien dat deze amendementen moesten worden afgewezen om te voorkomen dat “Washington en Brussel Turkije zouden gaan besturen.”

De aanhangers die vóór hebben gestemd, onder aanvoering van de regerende AK-partij, hadden het nauwelijks over het toetredingsproces om hun hervorming te verdedigen. Zij legden het accent liever op andere noodzakelijkheden, zoals het verdwijnen van de bureaucratische betutteling door het regime, het einde aan de militaire staatsgrepen, de vervanging van de militaire grondwet door een grondwet van het volk en het voortzetten van de democratisering met het oog op de economische ontwikkeling.

Reacties in de pers

Ergens tussen islamisme en democratie

Het ruime “ja” (58%) op het referendum over de grondwetsherziening in Turkije roept veel commentaar op in de Europese Unie. Volgens La Stampa tonen de belangrijkste maatregelen van het inkrimpen van de rol van het leger binnen de burgerlijke rechtspraak, het Grondwettelijk Hof en de Turkse Nationale Veiligheidsraad aan dat het “niet om details gaat maar om elementen met een grote reikwijdte, die het einde van het kemalisme aankondigen en het begin van een soort islamitische contrarevolutie.”

“We kunnen stellen dat de Turkse Eerste Minister Recep Tayyip Erdogan als overwinnaar uit de bus is gekomen bij een volksstemming met als centraal thema een oordeel over de acht bewogen jaren die hij aan het bewind staat”, zegt commentator Enzo Bettiza. “Zeer gecompliceerde jaren voor wat betreft de relaties die Turkije heeft aangeknoopt met zowel een onzeker Europa als het islamisme”.

“De hervormingen maken van Turkije geen islamitische dictatuur zoals de critici van Erdogan beweren”, meent de Tagesspiegel daarentegen. “Ze democratiseren het land, ook al blijft er nog heel veel te doen voordat Turkije het Europese niveau heeft bereikt.” Voor het Duitse dagblad is “het “ja” van de Turken een belangrijk signaal.”

El Paísschrijft: “Voordat Turkije geen imperfecte democratie meer zal zijn en zich achter de waarden van de EU kan scharen, is het noodzakelijk dat, de militairen in de kazernes blijven en de rechters zich uitsluitend beperken tot de wet, maar is er ook behoefte aan machtswisselingen”, zoals in elk ander normaal Europees land.

In Roemenië is Adevărul van mening dat “Turkije heeft gestemd voor islamisering en demilitarisering.” Maar het dagblad wijst er vooral op dat “het stokpaardje van Erdogan”, het einde van de immuniteit van de daders van de staatsgreep van 1980, “niet meer op gaat”, want het delict is verjaard sinds de dag van het referendum. Het proces tegen de generaals op dringend verzoek van de EU zal dus niet plaatsvinden.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp