Wie weet het? Met de wijzers v.d. klok mee: François Hollande, Mario Monti, Angela Merkel, Antonis Samaras, Mariano Rajoy, Jose Manuel Barroso, Herman Van Rompuy, David Cameron.

EU-leiders doen maar wat

De Europese leiders wordt vaak verweten dat ze de laatste tweeëneenhalf jaar maar wat geïmproviseerd hebben in hun aanpak van de schuldencrisis. Maar kunnen we ze dat kwalijk nemen, gezien het feit dat deze crisis geheel nieuw is? vraagt Melle Garschagen zich af in NRC Handelsblad.

Gepubliceerd op 26 juli 2012 om 15:07
Wie weet het? Met de wijzers v.d. klok mee: François Hollande, Mario Monti, Angela Merkel, Antonis Samaras, Mariano Rajoy, Jose Manuel Barroso, Herman Van Rompuy, David Cameron.

**Er zijn veel metaforen voor de crisis. Een auto-ongeluk in slowmotion: je ziet het gebeuren, maar je kunt niks doen. De draaikolk: de financieel sterke landen worden door de zwakke landen naar beneden gezogen. De crisis als stereo. Hoe krijg je een zwijgende muziekinstallatie aan de praat? Stekker uit het stopcontact, rommelen met de snoeren, een klap op de versterker. De crisisaanpak van euroleiders is vergelijkbaar.

De kredietbeoordelaar Moody’s kwam maandag eveneens tot die conclusie. Het beleid is te reactief en te veel stapje voor stapje. Daar heeft Moody’s een punt.

Bezuinigen, bijvoorbeeld, gold twee jaar lang als dé manier om uit de crisis te komen. Alleen als in de eurozone de begrotingen en staatsschulden op orde waren, zou het vertrouwen in die landen en op de obligatiemarkt terugkeren, was de mantra.**

Nog steeds niet genoeg geld

**Maar nu komen euroleiders daarvan terug. Want als heel Europa tegelijk bezuinigt en de belastingen verhoogt, groeit de economie niet. Daardoor stijgt de werkloosheid, wordt de malaise op korte termijn erger en groeit de weerstand tegen hervormingen. Daarom gaat het tegenwoordig om bezuinigen én om groei. Europese leiders hebben zelfs een Groeipact afgesloten.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Griekenland wordt ook niet koersvast aangepakt. Eerst zou het Internationaal Monetair Fonds niet betrokken worden bij een noodlening aan de Grieken. Later was het IMF juist weer broodnodig. Eerst was het een taboe om hardop te praten over het kwijtschelden van de Griekse schuld. Dat zou bij banken en beleggers een paniekgolf ontketenen, later was het wegstrepen van de schuld juist gewenst.

Eerst was een noodfonds van 440 miljard euro voldoende om de crisis op te lossen. Toen 780 miljard. En daarna moest er nog eens 500 miljard van het permanente steunfonds bij. En nog eens bijna 500 miljard extra van het IMF. Inmiddels vinden de experts dat er nog steeds niet genoeg geld in de oorlogskas zit.**

Is dit zwalken iemand te verwijten?

**Zo zijn er veel meer voorbeelden van onduidelijkheden. Finland dat ineens een onderpand eist voor leningen aan Griekenland. Of de vraag of de noodlening aan Spaanse banken nu wel of niet zou moeten meetellen als Spaanse staatsschuld. Als gevolg is er één constant gegeven: de crisis gaat niet voorbij.

Is dit zwalken iemand te verwijten? Analisten, hoogleraren en beurshandelaren wijzen snel met de vinger. Politieke lef en daadkracht zijn vereist, zeggen ze.

Was het maar zo eenvoudig. Beleggers als pensioenfondsen, verzekeraars en hedgefondsen verlangen radicale ingrepen om met vertrouwen hun geld in de eurozone te investeren: meer controle, meer toezicht op banken, minder ruimte om dezelfde fouten nog eens te maken.**

Zo moddert Europa verder

**Maar die ingrepen betekenen méér Europa en veel Europese leiders weten dat hun electoraat daar niet op zit te wachten. Dat beperkt hun manoeuvreerruimte. Geleidelijk de grenzen opzoeken en verplaatsen geniet dan hun voorkeur boven radicaal ingrijpen, hoe nodig ook.

Even belangrijk is dat de eurocrisis onbekend terrein is. Voor iedereen. Voor politici, de ambtenaren en economen die hen ondersteunen, maar ook voor de financiële markten en de wetenschap.

Een schuldencrisis is een eeuwenoud fenomeen. Maar een schuldencrisis oplossen in een gebrekkige muntunie die nauwelijks groeit? Dat is een unicum. Standaardrecepten zijn er niet. Griekenland, Spanje, Portugal en Italië kunnen niet devalueren om hun economieën snel concurrerend te maken.

Juist omdat er geen simpele oplossingen zijn, tuigen politici en centrale bankiers allerlei ingewikkelde constructies op, waarvan de consequenties amper te overzien zijn. En waarvoor, voor elk detail, ook nog eens politieke consensus nodig is.

Zo moddert Europa verder. Totdat ze in Brussel ontdekken dat er alleen maar nieuwe batterijen in de afstandsbediening moesten. Of tot ze de speakers definitief opblazen.**

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp