Jongeren protesteren in Warschau tegen de ondertekening van het ACTA-verdrag door de Poolse regering, 24 januari.

“Jongeren willen niet dat de bijl aan hun wortels wordt gezet”

Gepubliceerd op 25 januari 2012 om 15:55
Jongeren protesteren in Warschau tegen de ondertekening van het ACTA-verdrag door de Poolse regering, 24 januari.

G**rzegorz Szymanik: Wat betekent internet voor jonge mensen?**

Piotr Cichocki: ik heb ooit onderzoek gedaan naar het webportaal van de Grono-gemeenschap [een Pools sociaal netwerk dat lijkt op Facebook, red.] om te zien hoe de gebruikers daar een virtuele identiteit creëerden door het aanmaken van een profiel. Velen van hen introduceerden zichzelf door middel van links. In plaats van over zichzelf te schrijven, zetten ze citaten uit boeken en songs in hun profiel. Of ze plaatsten links naar filmpjes op You Tube of naar mp3-files. Hun identiteit bleek samengesteld uit verschillende onderdelen die via internet werden verzameld.

Wat betekent dit? Dat online informatie vormgeeft aan de identiteit van internetgebruikers. Het levert hiervoor als het ware de bouwstenen. En jonge mensen delen nu eenmaal wat ze ontdekken. Als je hen belet dat te doen, zou dat vergelijkbaar zijn met het beknotten van hun identiteit. Ze demonstreren omdat ze bang zijn dat het ACTA-verdrag hun bestaande keuzes en de vrije expressie van hun identiteit als piraterij gaat bestempelen. Ze zijn echt als de dood dat iemand beslag wil leggen op een deel van hun identiteit.

Daarom gaan ze allemaal de straat op, ongeacht hun politieke voorkeur: Jonge mensen die voor van alles in zijn, zowel Antifa [een antifascistische beweging, red.] als ultrarechts. Internet is voor hen een omgeving waarin zij functioneren, waar ze informatie vergaren over dingen die hen interesseren en waar ze zichzelf op politiek vlak vormen. Zij willen niets liever dan dat internet blijft zoals het is.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Maar hoe zit het dan met het copyright?

Deze jonge mensen beschouwen de dingen die ze op internet doen niet als diefstal. Als iets op internet staat, gebruik je het. Je kunt dit zien in termen als een overtreding van de wet.

Dat is maar goed ook. Het is immers diefstal.

Het is diefstal, maar je kunt niet dezelfde termen hanteren voor informatie of cultuur als voor fysiek bezit.

Het lijkt wel alsof het een nieuwe uitvinding is, zoals de verkoop en uitwisseling van cultuur tegenwoordig wordt ervaren. Henry Jenkins omschreef het fenomeen aan de hand van het voorbeeld van de cultuur in de Verenigde Staten. Hij meldde dat cultuur in de 19e eeuw van niemand was. Dorpen wisselden onderling liederen uit en voor volksliederen werd materiaal uit literaire teksten hergebruikt.

Pas met de opkomst van de culturele sector deden ook de professionalisering en het voorbehoud op inhoud hun intrede. Zangers werden vocalisten doordat ze hun liederen zowel op radio en televisie als via platen ten gehore brachten.

Er kwam verandering in deze situatie toen steeds meer mensen een pc thuis kregen, waarmee iedere gebruiker muziek, films en teksten kon bewerken, mixen, remixen en delen. De basiscultuur is bezig aan een comeback en nu loopt de culturele sector gevaar.

Het creatief ontwikkelen van allerlei online producties is op het randje van legaal. Maar misschien strookt dat idee van legaliteit toch niet zo met de werkelijkheid? De relatie tussen productie en consumptie is aan verandering onderhevig en we weten niet welke kant die opgaat.

Wettelijke oplossingen zoals ACTA, waartegen de meeste internetgebruikers protesteren, proberen aan de weg te timmeren om de winsten van industriële producenten op te krikken, om hun rol te beschermen en af te bakenen.

Moeten artiesten dan maar op een houtje bijten?

Artiesten zijn zelf al op zoek naar nieuwe en alternatieve distributiekanalen, los van grote concerns. Dat blijkt wel uit internetactiviteiten van artiesten als Radiohead of het enorme succes van webportalen waar je direct muziek kunt kopen, zoals bandcamp.com.

De afgelopen dagen was ACTA hèt onderwerp van gesprek. De groep Anonymous blokkeert websites van de Poolse regering. Populaire websites zetten hun scherm op zwart. Gebruikers maken beeldmateriaal. Webportalen schrijven. De regering levert commentaar. Waren internetgebruikers zich eerder ook al bewust van hun macht?

Als we het over de kleine groep hebben die zoveel stampij maakte, de professionele softwareprogrammeurs en hackers die na kantoortijd nog politiek bedrijven, de mensen die zichzelf identificeren met de beweging voor vrije of open software, dan is het antwoord ja. Wie ze ook zijn, ze weten heel goed hoe ze programma’s moeten aanpassen en hoe ze op het web moeten navigeren. Ze zijn ermee opgegroeid. Ze besteden niet alleen hun vrije tijd aan internet, maar leren en werken er ook mee.

De optimistische conclusie is dat we kunnen beschikken over vele getalenteerde programmeurs.

En het publiek bij deze show? In het verleden gingen we de straat op, maar nu kunnen we helpen om websites te blokkeren door er massaal naartoe te surfen. Is dat de manier waarop een internetgemeenschap ontstaat?

Die ontstaat als oppositie. Het protesteren tegen restricties die hun eigen leven zouden kunnen beïnvloeden en hun deelname aan de wereld zouden kunnen inperken vormt de gemeenschappelijke factor voor deze mensen. In het uiterste geval zou dit protest zelfs kunnen omslaan in een beweging als Solidariteit [Poolse vakbeweging, red.] in 1980. Maatschappelijke groepen met verschillende achtergronden komen bijeen en gebruiken een en dezelfde slogan omdat het politieke systeem de bijl aan de wortels van hun leven heeft gezet. Zij beschouwen dit namelijk als een zeer fundamentele zaak.

Ik analyseer internethypes die ik op computers van mijn vrienden vind. Onlangs dook er nog eentje op die erg actueel was. “De regering steelt uw geld” – met een onverschillig gezicht erbij. “Geen uitzicht op een betere toekomst”- met alweer een onaangedaan gezicht. Tot slot “Beperkte toegang tot internet” – met een beeld van Arnold Schwarzenegger erbij die bezig is een groot vuurwapen opnieuw te laden.

Profiel

Piotr Cichocki

De Poolse internetantropoloog Piotr Cichocki is verbonden aan het Instituut voor Etnologie van de Universiteit van Warschau. Tevens organiseert hij concerten, is hij muziekproducent en kunstpromotor. Hij geeft lezingen over "de samensmelting van de moderne identiteit van de mens met electronische media en populaire cultuur".

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp