Op 26 mei maakte de servische premier Boris Tadić de arrestatie van de voormalige Bosnisch-Servische legerleider Ratko Mladić bekend. Het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag, dat Mladić beschuldigt van genocide, misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden, was al lange tijd op hem uit. De vlucht van Mladić in 1995, aan het einde van de oorlog in Bosnië, vormde een van de belangrijkste obstakels voor Servië in de onderhandelingen met de EU voor een lidmaatschap.
"Zijn arrestatie vereenvoudigt het lidmaatschap van Servië en stelt de crediteuren en investeerders gerust", meldt radio B92op zijn website. De radiozender schrijft tevens dat de oorlogsmisdadiger het land zeker 1,2 miljard euro heeft gekost aan opsporingskosten en inkomsten die het land is misgelopen doordat investeringen uit het buitenland uitbleven.