Kies een taal
“Leer ons niet wat democratie is!” Deze uitroep, die de Hongaarse premier Viktor Orbán gisteren tegenover de Europarlementariërs deed, staat prominent op de voorpagina van de Hongaarse krant Magyar Hírlap. Op 2 juli was Orbán aanwezig bij het debat in het Europees Parlement over de situatie op het gebied van de grondrechten in zijn land.
Orbán noemde het verslag van de Portugese parlementariër Rui Tavares, dat op 19 juni door de Commissie burgerlijke vrijheden van het Europees Parlement was goedgekeurd, onrechtvaardig.
Vandaag stemt het Europees Parlement over de resolutie van Tavares. Hierin worden de Hongaarse autoriteiten opgeroepen de rechtsstaat volledig in ere te herstellen en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te eerbiedigen. Verder moet de vrijheid van meningsuiting, de mediavrijheid, de vrijheid van godsdienst en het recht op eigendom worden gewaarborgd en moeten de rechten van leden van minderheden worden geërbiedigd.
Terwijl het er in het debat tussen Viktor Orbán en bepaalde Europarlementariërs soms heftig aan toe ging, stelt de regeringsgezinde krant de “obsessies” van de critici aan de kaak:
Gisteren waren de obsessies gericht tegen concrete zaken en wezenlijke meningen. Obsessies zijn de enige middelen in deze strijd tegen Hongarije in naam ‘van de mensenrechten in het algemeen’. (....) Obsessies zijn handig, omdat men ze niet hoeft te rechtvaardigen.
In een ironisch commentaar stelt het oppositiedagblad Népszava van zijn kant:
De geliefde leider heeft in Straatsburg tegenover de Europarlementariërs openlijk zijn visie op de democratie ontvouwd. Het komt erop neer dat wij, Hongaren - dat wil zeggen degenen die aan de macht zijn -, er geen behoefte aan hebben om hierover een lesje te krijgen, omdat wij de verkiezingen hebben gewonnen. Natuurlijk had de fractieleider van de liberalen, Guy Verhofstadt, gelijk toen hij zei dat het probleem nu juist was dat de EU en Orbán verschillende opvattingen over de democratie hebben. Orbán denkt dat hij alles kan maken, aangezien zijn partij een meerderheid in het Hongaarse parlement heeft.
Het dagblad Népszabadság, dat eveneens aan de zijde van de oppositie staat, voert bovendien aan:
de Europese Unie kan - ondanks de harde toon van de debatten - niet veel uitrichten tegen het beleid van de Hongaarse premier. Orbán hoeft zich niet al te veel zorgen te maken als zijn - overigens betekenisloze - motto ´een Unie van vrije naties, geen rijk´ door het Europees Parlement met applaus ontvangen wordt. (...) Paradoxaal genoeg raakt hij hierbij echter wel de kern. De veranderingen die zich in Hongarije hebben voorgedaan, tonen aan dat er in Europa een krachtiger systeem van maatregelen moet komen tegen een lidstaat die de regels van het parlementaire stelsel aan zijn laars lapt.
