Tijdens het vorige kabinet waren we al in een uitzonderingsscenario terechtgekomen, maar dat wilde de huidige regering er rekening meehouden. Haar eerste prioriteit was kennelijk niet het land maar haar eigen electorale belangen. Zodra die waren gediend, is ze alles gaan doen wat ze had beloofd niet te zullen doen. Zou ze dat van meet af aan hebben gedaan, dan was ze misschien tenminste nog effectief geweest. Maar nee, ze verkoos een homeopatische boven een chocbehandeling, want er waren nog wat politieke rafelrandjes weg te werken, zoals de verkiezingen in Andalusië. De vorige regering begon pas doortastend op te treden toen ze daar door Europa bijna letterlijk toe werd gedwongen. Bij beide gingen de politieke belangen van de respectieve partijen vóór hetgeen onder de omstandigheden dringend noodzakelijk was.
Het resultaat is dat een politieke klasse die zichzelf toch al in diskrediet had gebracht zich nu diep moet schamen. Degenen die in deze barre tijden met de oplossing hadden moeten komen, zijn nu in de ogen van een steeds sceptischer bevolking zelf het probleem geworden. Niemand gelooft nog iets of iemand. Niet de politici, niet de deskundigen of de technocraten noch iets dat afkomstig is van de elite of van mensen of instellingen die tot nu toe nog enig gezag hadden. We bevinden ons in de slechtst denkbare situatie, want we hebben niemand meer die we nog kunnen vertrouwen. En het ergste van dit alles is dat niemand ons meer vertrouwt; van het ene op het andere moment zijn we paria's geworden. De bevolking is zich er plotseling van bewust dat we alleen staan. Die eenzaamheid en dat gevoel van onmacht leidt tot wanhoop of zelfs tot een uiterste vorm van nihilisme. Geen enkele groep kan leven zonder toekomst, zonder het gevoel te hebben zijn lot zelf in de hand te hebben.
Wij herkennen onszelf niet meer in de spiegel
Welnu, bijna alles is aanvaardbaar, behalve de wetenschap te zijn misleid. Met de belofte van nutsvoorzieningen die nu onbetaalbaar blijken, met een bedrieglijk economisch ontwikkelingsmodel dat nergens op is gebaseerd en een valse schijn van welvaart heeft gecreëerd, met een Europa dat zou moeten bijdragen aan en voorwaarden scheppen voor onze soevereiniteit in plaats van die te ondermijnen. We herkennen onszelf niet meer in de spiegel. Ook omdat diegene die hem ons voorhoudt, ons niets te bieden heeft.
Al met al hebben we nog maar twee opties: ofwel we slaan de spiegel aan diggelen, rukken ons de kleren van het lijf en zinken volledig weg in een collectieve depressie, in een land van zombies en zonder doel, ofwel we doen een beroep op wat we nog kunnen en dat is beslist heel veel. Bovendien zijn we zelfs nu we helemaal alleen staan meer dan ooit verenigd. Zoals Borges zo mooi zei, "niet de liefde verenigt ons maar de angst". En van Hobbes hebben we geleerd dat de passie die ons beweegt om samen te werken niet voortkomt uit altruïsme maar uit ongerustheid.
Hoop op betere tijden
Ons grootste probleem is nu hoe we ons wantrouwen, onze verbijstering en onze scepsis kunnen omzetten in positieve actie, hoe we de problemen die nu op tafel liggen kunnen vertalen in effectieve oplossingen. Daarvoor is echter een duidelijk actieplan nodig, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen wat noodzakelijk en wat overbodig is, en waarin de huidige ontberingen worden gerechtvaardigd door gerede hoop op betere tijden.
Dat vraagt om leiderschap, precies datgene waaraan we het meest gebrek hebben. Degenen aan de top beperken zich tot het blussen van wat brandjes, zonder richtsnoer voor de toekomst. En de burgers rest niets anders dan de straat op te gaan om te verdedigen wat hen door de leiders wordt afgenomen. Wat ontbreekt, is samenhang, iets wat ons bindt in een gezamenlijk project en waardoor het verloren gegane vertrouwen geleidelijk wordt hersteld. We hebben de keus tussen een nihilistische conflict naar Grieks model of er zoals de IJslanders gezamenlijk de schouders onder zetten, tussen onze angst omzetten in een verlammend oproer en slachtofferschap of in creatieve, verantwoordelijke energie. En die keus is aan ons allemaal.
Opinie
Rajoy, tussen hamer en aambeeld
"De regering zit klem tussen de hamer van de markten en het aambeeld van de straat”, kopt El Mundo daags na de manifestaties waarbij honderdduizenden mensen in de straten van de belangrijkste Spaanse steden hadden gedemonstreerd. Op dezelfde dag keurde het parlement de laatste tranche van de 65 miljard euro aan bezuinigingen goed, die premier Mariano Rajoy had aangekondigd. Het Spaanse dagblad merkt op dat hij "geen ruimte heeft om te zwichten" voor het volk dat, ondanks de goedkeuring van financiële steun aan de bankensector (voor een bedrag van maximaal 100 miljard euro) door het Duitse en Finse parlement, druk uitblijven oefenen. Van de kant van de markten blijft de druk even hoog, met een risicopremie die een recordhoogte van 5,93 procent heeft bereikt.
Een commentator van het conservatieve dagblad ABC, José María Carrascal, meent dat “de bezuinigingen stimuleringsmaatregelen” zijn die noodzakelijk zijn voor het op orde krijgen van de economie van het land:
Bezuinigingen en stimuleringsmaatregelen sluiten elkaar niet uit. Ze werken samen – het één moet het fundament van het ander zijn. Anders gezegd: het stimuleren van de economie zonder bezuinigingen leidt tot niets. Het toedienen van moderne stimuli aan een aftandse economie is als water door een zeef gooien. [...] Spanje is een land met te veel schulden, te veel subsidies en te veel regels. Het is te zwaar beladen op alle niveaus – nationaal, regionaal, gemeentelijk en financieel. Het moet zich vóór alles bevrijden van deze schulden, deze subsidies en deze regels – van alles wat zich in tientallen jaren van fiscale en administratieve laksheid heeft opgetast. Zeggen dat er vóór alles stimuleringsmaatregelen nodig zijn, is als het voeden van een persoon van 250 kilo met hamburgers en spaghetti.