Nieuws Oorlog in Libië
Een Rafale van het Franse leger wordt bewapend op het vliegdekschip Charles-De-Gaulle op 25 maart.

Parijs en Londen doen diplomatie de das om

Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hebben voor Libië het initiatief genomen en bezetten de belangrijkste posten van de Europese dienst voor extern optreden, waarbij de eerste aanzet voor een Europese diplomatie die langzaam zichtbaar werd, in scherven uiteen is gevallen. Sommigen denken zelfs dat het buitenlandbeleid van de EU maar beter direct aan Parijs en Londen kan worden overgedragen.

Gepubliceerd op 31 maart 2011 om 14:23
Een Rafale van het Franse leger wordt bewapend op het vliegdekschip Charles-De-Gaulle op 25 maart.

Wat blijft er over van de Europese Unie na de eurocrisis en de Libië-crisis waar we middenin zitten? Niet veel op economisch gebied en vrijwel helemaal niets meer op het gebied van buitenlandbeleid. Jean Monnet merkte op dat Europa opgebouwd kon worden dankzij de crises. Kijk maar naar het antwoord op de explosie van de schuldencrisis waarop Europa uiteindelijk reageerde met het nieuwe europact.

De interventie in Libië heeft tot nu toe geen enkele voortgang voor het gemeenschappelijk buitenlandbeleid opgeleverd; integendeel, er wordt nu aangetoond dat de organisatie die er in het Verdrag van Lissabon voorzien was - een soort minister van Buitenlandse Zaken met een diplomatieke dienst - niet werkt. Of nergens toe dient. Sommigen zijn van mening dat het de fout van Catherine Ashton is, over wie er tegenwoordig blijkbaar naar believen mag worden geklaagd. In werkelijkheid werd er door de nationale regeringen opzettelijk voor Ashton gekozen: opzettelijk omdat zij, als hoge vertegenwoordiger voor de Europese buitenlandse zaken een 'non-entiteit' is. De Britse baronesse vervult haar taak dan ook zoals verwacht.

Uiteenlopende geopolitieke belangen

Waarom werkt het gemeenschappelijk buitenlandbeleid niet? Omdat de lidstaten te uiteenlopende geopolitieke belangen hebben. Of die ten minste denken te hebben. Politici gebruiken het internationale terrein in feite voor hun persoonlijke imago. En omdat er, in tegenstelling tot wat er zich op economisch gebied afspeelt, geen eenheidsmunt voor is, noch gemeenschappelijke instituten die met de interne markt verbonden zijn, enzovoorts.

Ook op economisch gebied kunnen de nationale belangen uiteenlopen. Maar de overtuiging dat de voordelen van het horen bij een geïntegreerd economisch gebied opwegen tegen de nadelen, overheerst momenteel. Dat is niet het geval voor het buitenlandbeleid. De situatie in Libië is exemplarisch: Frankrijk, dat eerst over Tunesië struikelde, wil zijn invloed in het Middellandse Zeegebied op nieuwe gronden herstellen; voor Duitsland, waarvan de politieke invloedssfeer gericht is op Centraal- en Oost-Europa, en waarvan de commerciële belangen in India en China liggen, is het een onnodige en kostbare oorlog. Het resultaat is paradoxaal: het is de eerste internationale crisis waarbij twee Europese landen (Frankrijk en Engeland) op de eerste rang zitten en waarbij tegelijkertijd het Europese buitenland- en veiligheidsbeleid versnipperd raakt.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Beroep doen op Amerikaanse Tomahawks

Parijs en Londen zien dat natuurlijk niet op dezelfde manier: zij zijn van mening dat ze optreden ‘voor rekening’ van Europa als de twee enige grootmachten die de strijd zijn aangegaan. De perceptie van de andere EU-landen is dat Frankrijk en Groot-Brittannië optreden ‘in plaats van’ Europa. En dat is nogal een verschil. Het Frans-Britse akkoord over militaire samenwerking van november vorig jaar heeft niet voor vooruitgang op Europees defensiegebied gezorgd. En zelfs al vertegenwoordigen de twee landen bijna de helft van de Europese militaire uitgaven en zijn zij de enige die over kernwapens beschikken en een permanente zetel in de Veiligheidsraad van de VN hebben, dan nog hebben ze geen enkele intentie hun bilaterale samenwerking op te laten gaan in een Europees ‘instituut’ waarover ze geen controle hebben. Het Europees Defensieagentschap, dat sinds een paar dagen een Franse directeur heeft, is nooit echt van de grond gekomen. Tot slot brengt de situatie in Libië de grenzen van de bestaande militaire capaciteit aan het licht: om in te grijpen moesten de Britten en de Fransen een beroep doen op Amerikaanse Tomahawks. En opereren ze vanaf Italiaanse bases.

En ook al zorgen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk niet voor de defensie van Europa of het buitenlandbeleid, toch bekleden de twee landen de meeste sleutelposten binnen de Europese dienst voor extern optreden, dat daarmee het boegbeeld van de twee landen aan de knoppen is geworden. Om het Europese buitenlandbeleid te laten werken, kan de raad van Charles Grant, directeur van het Centrum voor Europese hervormingen in Londen, misschien maar beter worden opgevolgd: besteed het uit aan Parijs en Londen volgens het principe van ‘decentralisatie’ van verantwoordelijkheden, één van de speerpunten uit het Verdrag van Lissabon.

Als er dergelijke ideeën de kop op steken, is het tijd om je zorgen te gaan maken. De vorige keren dat dit gebeurde - van de Suezcrisis via Ben Ali tot Algerije - zouden een waarschuwing moeten zijn.

Oorlog in Libië

Kreta vreest gevolgen oorlog

Het openstellen van de vliegbasis Souda op Kreta, op ongeveer vierhonderd kilometer van de Afrikaanse kust, voor vliegtuigen van de NAVO, verontrust de bewoners van het eiland, zo schrijft Le Figaro. Sommige bewoners vrezen een mogelijke “woedeuitbarsting van de Libiërs” en eventuele gevolgen voor het toerisme. Voor andere, zoals voor een hoteleigenaar: “is het meest verontrustende in deze oorlog de komst van vluchtelingen en illegalen”. Volgens de krant herbergt het eiland al een groot aantal Albanese, Koerdische en Afghaanse arbeiders die werkzaam in de landbouw en bouw waren en die hun baan verloren door de economische crisis in Griekenland. “Zich bewust van het probleem [van de vluchtelingen, red.] hebben de Griekse autoriteiten een beroep gedaan op Frontex”, vervolgt Le Figaro. Deze Europese grenspolitie heeft inmiddels een boot met 25 Roemeense kustwachtmedewerkers en een Portugees vliegtuig gestuurd. “Deze preventieve missies gaan tot 2 juni door”, zo bevestigd een officier die anoniem wil blijven: “Dag en nacht zoeken wij de kust van Kreta af om elke poging om via deze nieuwe bres Europa binnen te komen, te laten mislukken.”

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp