Op de parkeerplaats van de supermarkt Tesco, in Mosonmagyaróvár, Hongarije. Foto van Miso – Alle rechten voorbehouden.

Prijzenoorlog

Steeds meer Slowaken gaan naar hun buurlanden om boodschappen te doen. De meeste gangbare producten zijn daar veel goedkoper. Hoe is dit verschijnsel van economisch tourisme ontstaan? Het heeft te maken met de euro, maar dat niet alleen, zo schrijft dit Tsjechische weekblad.

Gepubliceerd op 21 mei 2009 om 07:41
Op de parkeerplaats van de supermarkt Tesco, in Mosonmagyaróvár, Hongarije. Foto van Miso – Alle rechten voorbehouden.

De Hongaarse badplaats Mosonmagyaróvár moet het al jaren voornamelijk hebben van Oostenrijkse toeristen, die uit het nabije Wenen op de warmwaterbronnen en de goedkope tandartsen afkomen. Maar sinds een paar maanden is er een nieuwe trekpleister: de megasupermarkt Tesco, aan de rand van de stad.

En die trekt ook nieuwe klanten. Het is vrijdagmiddag. De parkeerplaats van Tesco staat vol auto's uit Bratislava, dat nog geen twintig kilometer verderop ligt. Overal wordt Slowaaks gesproken. In de winkel neuzen gezinnen tussen de schappen. Ze kijken naar de prijzen, rekenen de bedragen koortsachtig om van Hongaarse forint naar euro en leggen hun boodschappen in de winkelwagens. Televisies, wasmiddelen, schoenen, koffie, boter, kaas en wijn: vrijwel alle producten zijn zo'n 20 procent goedkoper dan in Slowakije. En de Hongaarse caissières bevestigen glimlachend: "Ja, natuurlijk kunt u in euro betalen."

Zo gaat het langs de hele Slowaakse grens, met Hongarije, Polen en soms Tsjechië. Voor velen is het zo klaar als een klontje: sinds de euro in Slowakije is ingevoerd zijn de lokale prijzen vrijwel onveranderd gebleven, maar dezelfde producten zijn door de waardevermindering van de Poolse zloty, de Hongaarse forint en de Tsjechische kroon nu goedkoper in de buurlanden. Maar er zou ook iets anders aan de hand kunnen zijn.

Doordat de grenzen nu open zijn en de meeste Slowaken in de grensregio's wonen, is deze enorme golf van handelstoerisme op gang gekomen. Uit opinieonderzoek is gebleken dat Slowaakse consumenten steeds positiever zijn over de invoering van de euro, maar dat deze door winkeliers in Slowakije met argusogen wordt bekeken. In het eerste kwartaal van dit jaar is hun omzet met bijna 7 procent gedaald.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Aanvankelijk keken de supermarkten lijdzaam toe hoe hun klanten de grens overstaken. Maar de situatie werd economisch onhoudbaar en sinds twee maanden woedt er een prijzenoorlog. Winkelketens hebben de prijzen van met name primaire levensmiddelen drastisch verlaagd, in sommige gevallen zelfs met 10 procent. Ze plaatsen ook advertenties in kranten, waarin hun prijzen worden vergeleken met die van concurrenten in de buurlanden.

Een van de manieren om het handelstoerisme tegen te gaan is verlaging van de BTW voor levensmiddelen (enkele uitzonderingen daargelaten wordt in Slowakije één BTW-tarief van 19 procent geheven). Premier Fico heeft hier echter bezwaar tegen en vreest dat de staatskas, die het vanwege de economische crisis al zwaar te verduren heeft, dan nog minder inkomsten ontvangt. (In de eerste vier maanden zijn de staatsinkomsten met circa 12 procent gedaald in vergelijking met dezelfde periode in 2008, en de BTW-inkomsten zijn met 30 procent gekelderd.)

In de media wordt nu uiteraard heftig gedebatteerd over de vraag of het land in de huidige economische crisis niet de prijs betaalt van de overwaardering van de Slowaakse kroon (één euro is 30,126 Sk waard) op het moment van invoering van de euro. Volgens de vice-gouverneur van de Slowaakse nationale bank, Martin Barto, worden de meeste producten die Slowaken bijvoorbeeld in Hongarije kopen, ook ingevoerd, en is het prijsverschil eerder te wijten aan het verschil in beleid dat in deze landen wordt gevoerd voor grote supermarkten. In zijn ogen stemmen Slowaakse consumenten mede 'met hun voeten' omdat er in Slowakije geen middelgrote winkels zijn, die doorgaans beter op prijsschommelingen kunnen inspelen. Naar zijn oordeel heeft de hele Slowaakse economie te lijden onder het gebrek aan middelgrote bedrijven omdat zij volledig stoelt op grote ondernemingen in de auto- en staalindustrie.

Het is goed mogelijk dat er niet zo'n nauw verband bestaat tussen de euro en de lagere prijs van consumptiegoederen in het buitenland als aanvankelijk kan worden aangenomen. Winkeliers passen de prijs van hun producten immers aan en kijken daarbij niet alleen naar de koers van de nationale munt, maar ook naar de koopkracht in hun land. Volgens het onderzoeksbureau GfK is de koopkracht in Slowakije met 20 procent toegenomen en is deze aanzienlijk hoger dan die van de Hongaren en de Polen (en net iets lager dan die van de Tsjechen).

Hoe kan het dan dat de prijzen in Oostenrijk, waar de koopkracht drie keer zo hoog is als in Slowakije en prijzen in euro's worden berekend, vaak even hoog en soms zelfs lager zijn? Een van de verklaringen is wellicht het feit dat de Oostenrijkers door hun consumentengedrag hebben weten aan te sturen op prijsverlaging. Zo staat de parkeerplaats van Billa in Hainburg, een Oostenrijks stadje op zo'n 15 kilometer van Bratislava, net als in Mosonmagyaróvár vol met auto's uit Bratislava.

Begin mei hebben de supermarkten trots aangekondigd dat klanten sinds de prijsverlaging weer in Slowakije boodschappen komen doen. Als dat waar is, kan de euro dus niet als hoofdschuldige van het economisch toerisme worden aangewezen.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp